Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het Antwerps liedboek. Deel 2. Commentaar (2004)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het Antwerps liedboek. Deel 2. Commentaar
Afbeelding van Het Antwerps liedboek. Deel 2. CommentaarToon afbeelding van titelpagina van Het Antwerps liedboek. Deel 2. Commentaar

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (5.01 MB)

Scans (39.50 MB)

ebook (5.88 MB)

XML (1.57 MB)

tekstbestand






Editeurs

Dirk Geirnaert

Louis Peter Grijp

Hermina Joldersma

J.B. Oosterman

Dieuwke E. van der Poel



Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel
liederen/liedjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het Antwerps liedboek. Deel 2. Commentaar

(2004)–Anoniem Antwerps liedboek–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

107 Lof toeverlaet Maria, sonder sneven

Politiek historielied. De verheffing van Karel v tot Keizer van het Heilige Roomse Rijk wordt in Vlaanderen met vreugde begroet.

[pagina 260]
[p. 260]

1,1 Geloofd zij Maria, onze onwankelbare toeverlaat
1,2 Dies: Daarom
  sonder respijt: zonder terughouding
1,3 Den keyserliken hoet: De keizerskroon (mogelijk stond er oorspronkelijk staet i.p.v. hoet (rijm op toeverlaet (1,1)))
  bleven: ten deel gevallen
1,4 jolijt: vreugde
1,5 al: allemaal
  verblijden: blij zijn
1,6 En alle somberheid laten varen
1,7 Van: Vanaf
  den vierden man: (Karel v is de vierde mannelijke afstammeling van Jan zonder Vrees als graaf van Vlaanderen)
1,8 can: kent
1,9 Aloncius: Alonse Fresant
2,1 Arent coen: Dappere Arend (bedoeld wordt Maximiliaan (naar het Habsburgse wapen waarin de arend voorkomt))
2,2 leewinne: (bedoeld wordt Maria van Bourgondië (naar het wapen van Vlaanderen waarin de leeuw voorkomt))
  was hi eerst ghepaert: werd hij eerst verenigd (Maximiliaan en Maria trouwden in 1477)
2,3 stout baroen: moedige ridder
2,4 Der leeuwen dieren: De dieren (onderdanen) van de leeuwin
  wel bewaert: goed beschermd
2,5 Hij stelde zijn troepen in slagorde op
2,6 lancien: lansen
2,7 Als hij mensen ontmoette die tegenstand boden
2,8 Moesten ze vluchten voor deze wijze geest (Maximiliaan)
2,9 Alles wat hij waagde, lukte hem
3,1 De snelle Arend is heengegaan
3,2 heeft ons so wel versien: heeft zo goed voor ons gezorgd
3,3 el: anders
  een van sinen jonghen: een van zijn nakomelingen (nl. Karel v)
3,4 geschien: ten deel vallen
3,6 van: door
3,7 heeft hi gheval: heeft hij geluk
3,8 tvolc int stal: het leger in rust (er is dus vrede)
  heere boven al: heerser over allen
3,9 Zo kan hij zichzelf wel noemen
4,1 stoc: staf (als symbool van zijn macht), of: stamboom
  hert om biten: moeilijk te doorklieven
4,2 Want de edele Arend is ons komen versterken

[pagina 261]
[p. 261]

4,3 Nu deel uitmakend van zijn machtsgebied, tot voordeel van ons allen
4,5 mi heeft gedocht in droome: ik heb gedroomd over
4,7 De grote Khan, de sultan der heidenen
4,8-9 (zie commentaar)
5,1 O vorstelijke, uitnemende man (Karel v), u bent dikwijls bekwaam (mogelijk is souvent echter te lezen als een corruptie voor souverein, dan is de betekenis: u bent een bekwaam heerser)
5,2 Want de hoogste Koning (God) is u zo welgezind
5,3 keiserlicke crone: keizerskroon
5,4 En sla in het geheel geen acht op de praatjes van de afgunstige personen
5,5 U bent bemind, als iemand u kwaad zou willen doen
5,7 Met lijfende ghelt: Met ons leven en ons geld
5,8 stelt: opslaat
  der leeuwen moet: de moed van de leeuwen (Vlamingen)
  swelt: neemt toe

Na de dood van Maximiliaan van Oostenrijk werd zijn zoon Karel v in 1519 door de zeven keurvorsten verkozen tot Rooms-Koning. Het lag dus in het verschiet dat hij Keizer van het Heilige Roomse Rijk zou worden (wat hij feitelijk werd toen de paus hem in 1531 kroonde). De vreugde over deze verkiezing was groot in Vlaanderen, aangezien Karel in Gent geboren was en opgegroeid in de Zuidelijke Nederlanden. In dit lied wordt de afstamming van Maria van Bourgondië (en daarmee van het huis van de graven van Vlaanderen) benadrukt. De komst van Karel wordt uitdrukkelijk in (heils)historisch perspectief geplaatst: zijn komst was al voorzien in profetieën en hij zou degene moeten zijn die Vlaanderen vrede zou brengen en de Turken zou weerstaan. Hiermee wordt verwezen naar de toenmalige dreiging van de kant van de Franse koning (die Vlaanderen direct raakte) en naar de opmars van de Turkse legers in Hongarije onder leiding van sultan Suleyman. De strijd tegen de Turken werd gezien als een nieuwe kruistocht. Vandaar ook dat in strofe 4, 5-9 verwezen wordt naar een voorspelling die ook onder meer voorkomt in de Reis van Jan van Mandeville, het Boek van Sidrac (hoofdstuk 400) en in Jan van Boendales Lekenspiegel (boek 4, hoofdstuk 2 en 3). Volgens deze voorspelling zal de Keizer de heersers uit het Oosten verslaan om het Heilige Land te veroveren en zal hij verder optrekken tot bij de Droge Boom (die zich bevindt op de plaats waar ooit het paradijs was). Daar zal de paus een mis opdragen waardoor deze boom zal gaan bloeien en vrucht zal dragen. De naam van de ziener, Alonse Fresant, wordt genoemd in een boekje met profetieën dat in 1528 bij de Antwerpse drukker Willem Vorsterman verscheen.

[pagina 262]
[p. 262]

Aan het rijm is veel aandacht besteed, met middenrijm in regel 1 en 3 (bijvoorbeeld coen: baroen in strofe 2), overlooprijm in regel 4 en 5 (jolijt: tijt in strofe 1) en middenrijm met eindrijm op dezelfde eindklank in regel 7 en 8 (Jan: man: dan: can in strofe 1). Deze rijmtechniek en ook de aanspreking van princelic graen in de slotstrofe maakt het aannemelijk dat de tekst door een rederijker vervaardigd is.

 

Interessant genoeg kan ook de melodie met een rederijkersmilieu verbonden worden. Weliswaar is Lof toeverlaet Maria, sonder sneven alleen in het Antwerps Liedboek overgeleverd, toch moet het enige bekendheid genoten hebben. De kunstige strofevorm blijkt vrijwel identiek met die van een lied van de Oudenaardse rederijker Matthijs de Castelein, Const gaet voor cracht. Dit spoort de troepen van Karel v aan om samen met de Engelsen tegen de Fransen ten strijde te trekken. De formele en inhoudelijke overeenkomsten laten geen ruimte voor twijfel dat het om een contrafact gaat op al 107, gemaakt ter gelegenheid van Karels keizerskroning enkele jaren eerder. De melodie staat in Casteleins Diversche liedekens (1574) en past naadloos op het Antwerpse lied, mits men de tweede helft van de vijfde versregel herhaalt.

Literatuur: De Vries 1844-1848; Van Duyse 1903-1908, dl. 2, p. 1560-1562; Van de Graft 1904, p. 138-141; Cramer 1908, p. 57; Van Tol 1936, p. 214-218; Bax 1950; Vellekoop 1985; Komrij 1994, p. 620-623; Blockmans 2000a, p. 41-52 en 61-62; Repertorium 2001, t4374, m0481; Baert en Fraeters 2001.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken