Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het Antwerps liedboek. Deel 2. Commentaar (2004)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het Antwerps liedboek. Deel 2. Commentaar
Afbeelding van Het Antwerps liedboek. Deel 2. CommentaarToon afbeelding van titelpagina van Het Antwerps liedboek. Deel 2. Commentaar

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (5.01 MB)

Scans (39.50 MB)

ebook (5.88 MB)

XML (1.57 MB)

tekstbestand






Editeurs

Dirk Geirnaert

Louis Peter Grijp

Hermina Joldersma

J.B. Oosterman

Dieuwke E. van der Poel



Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel
liederen/liedjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het Antwerps liedboek. Deel 2. Commentaar

(2004)–Anoniem Antwerps liedboek–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

109 Met luste willen wi singhen

Historielied. Drie edelen gaan op bedevaart naar het Heilige Land. Vanuit Venetië gaan ze per schip naar Jeruzalem, waar ze bij het Heilig Graf tot ridder geslagen worden.

1,1 luste: genoegen
1,2 al bi der hant: hier bij me
1,3 Over wat drie landsheren overkwam
1,4 Nederlant: het Nederrijngebied
1,6 Haer: Hun
1,8 wandelen: reizen
2,1 uutghetogen: eropuit getrokken
2,2 gulden jaer: jubeljaar (waarin een volle aflaat verleend wordt, hier het jaar 1450)
2,4 Si en: Als ze niet
2,5 Ze arriveerden in Venetië

[pagina 265]
[p. 265]

2,6 verdrach: onderlinge afspraak
2,8 Voordat ze het Heilig Graf bezocht hadden
3,1 malcander: elkaar
3,2 witser hant: blanke hand
3,4 gulden lant: (Italië in het jubeljaar)
3,5-6 (Bedoeld is dat ze in het zuidwesten Rome zagen liggen)
3,7 vreemde gasten: ongewone gasten
3,8 Ze verlangden naar Jeruzalem te gaan
4,1 stierman: stuurman
4,2 Houd uw anker goed in de gaten
4,3 Breng uw schip met overleg in gereedheid
4,4 Siet wel: Let goed op
4,5 gheladen: aan boord genomen
4,6 Het komt niet op het geld aan
4,8 Zodat ons niets overkomt
5,1-2 (De stuurman is aan het woord)
5,1 provanden: voorraden
5,2 Alles is in goede orde
5,3-8 (Een van de heren is opnieuw aan het woord)
5,3 Steek nu maar van wal
5,4 Onder Gods bescherming
5,5 waghe: golven
5,6 meyr: zee
  onghehier: onstuimig
5,7 Vol goede moed wagen wij het er op
5,8 Het geldt voor ons drieën in gelijke mate
6,2 voor die waghen: met de golven mee
6,3 aen: naar
6,4 (De bouw en inwijding van de tempel van Salomon wordt beschreven in 1 Koningen 5-8)
6,5 traden: betraden
6,8 Maria: (volgens de Bijbel waren zowel Maria Magdalena als Maria, de moeder van Jacobus en Jozef, bij het graf van Christus (Mattheüs 27:61 en Marcus 15:47 en 16))
  innich: vroom
7 (Hier is de edelman aan het woord die de drie de ridderslag geeft)
7,1 comen: gekomen
7,3 Wees een goede aanvoerder voor het leger
7,4 varen: (veilig) rondreizen
7,7 Dan handelt u rechtvaardig
7,8 edelheyt: adeldom

[pagina 266]
[p. 266]

In het jubeljaar 1450 ging Johan i van Kleef, net als vele anderen, op pelgrimsreis naar het Heilige Land om tot ridder van het Heilig Graf te worden geslagen. Toen hij in Venetië wachtte op de toestemming van de paus om verder te reizen, sloten de graaf van Horn en Dirk van Bronkhorst, heer van Batenburg, zich bij hem aan. Per schip maakten de pelgrims de oversteek naar Jaffa om vervolgens door het Heilige Land te reizen en in twaalf dagen tijd de belangrijkste heilige plaatsen te bezoeken. Het uiteindelijke doel van de reis was het Heilig Graf in Jeruzalem. Daar ontmoetten ze de heer van Créqui, zelf reeds ridder van het Heilig Graf, die Johan i van Kleef de ridderslag gaf met het zwaard dat deze zelf had meegebracht. Kleef sloeg vervolgens zijn reisgenoten tot ridder.

Over deze gebeurtenissen zijn allerlei teksten overgeleverd. Het onderhavige lied geeft een sterk vereenvoudigd maar levendig verslag, met aandacht voor kleine gebeurtenissen en directe weergave van gesprekken. Aan het begin van de derde strofe wordt een bekende formule gebruikt die elders vaak een verplaatsing verwoordt, maar gewoonlijk van een man en zijn geliefde (3, 1-2). De laatste strofe geeft in directe rede de tekst die de ridderslag begeleidt. Aan de ridders wordt voorgehouden hoe ze zich dienen te gedragen: zij moeten hun gevolg in bedwang houden, de koopman beschermen, het zwaard alleen gebruiken wanneer dit rechtvaardig is en weduwen en wezen beschermen. De ridderslag zelf wordt niet beschreven, maar slechts aangeduid door de begeleidende woorden: Nu hebt ghi edelheyt ghecreghen.

In het Antwerps Liedboek zijn er drie liederen waarin een pelgrimage een belangrijk motief is (20, 109 en 160). Zij vertonen een grote diversiteit: de drie belangrijkste bedevaartsoorden zijn vertegenwoordigd (respectievelijk Santiago de Compostela, Jeruzalem en Rome), alsmede drie verschillende redenen om een tocht te ondernemen (vrome verering voor de heilige Jacob, de toetreding tot de ridderorde van het Heilig Graf en de vergeving voor een vreselijke zonde).

 

Hoewel het alleen is overgeleverd in het Antwerps Liedboek, moet Met luste willen wi singhen een tamelijk populair lied zijn geweest. Vanaf de tweede helft van de vijftiende eeuw tot het einde van de zestiende eeuw komt het minstens negen keer voor als wijsaanduiding, in de vorm Het toghen uut drie lansheren of Cleve hoorne en batenborch of met de beginregel uit het Antwerps Liedboek. Het meest succesvolle contrafact is een lied van Johannes Brugman geweest, Mit vrouden willen wij singhen /Ende loven die tryniteit. Hierbij is sprake van initiële ontlening: Brugman heeft de beginregel van zijn wereldlijke model overgenomen. Daardoor is het niet altijd uit te maken of de wijsaanduidingen van talrijke devote contrafacten verwijzen

[pagina 267]
[p. 267]

naar Brugmans lied of naar het oorspronkelijke wereldlijke lied.

De melodie staat in het Devoot ende profitelijck boecxken (1539, nr. 1) bij het lied Solaes wil ic hanteren en dient in dit liedboek voor een hele groep liederen, waaronder dat van Brugman. Dat deze melodie ook bij al 109 hoort, wordt aangetoond door het voorkomen van een variant van deze melodie in het handgeschreven Liedboek van Anna van Keulen (Rijnland, circa 1500) voor een contrafact van Met luste willen wi singhen.

Literatuur: Habets 1872; Van Duyse 1903-1908, dl. 2, p. 1544-1548; Van de Graft 1904, p. 84-90; Salmen en Koepp 1954, p. 23 en 62; Bergevoet 1974; Vellekoop 1985; Repertorium 2001, t4605, m1025.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken