Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het Antwerps liedboek. Deel 2. Commentaar (2004)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het Antwerps liedboek. Deel 2. Commentaar
Afbeelding van Het Antwerps liedboek. Deel 2. CommentaarToon afbeelding van titelpagina van Het Antwerps liedboek. Deel 2. Commentaar

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (5.01 MB)

Scans (39.50 MB)

ebook (5.88 MB)

XML (1.57 MB)

tekstbestand






Editeurs

Dirk Geirnaert

Louis Peter Grijp

Hermina Joldersma

J.B. Oosterman

Dieuwke E. van der Poel



Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel
liederen/liedjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het Antwerps liedboek. Deel 2. Commentaar

(2004)–Anoniem Antwerps liedboek–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

113 Mijn here van Mallegem die quam gereden

Verhalend lied over een heer die buiten Brugge een als herder vermomde rover ontmoet. Deze blaast op een hoorn en roept zo de andere rovers op. De heer wordt beroofd en mag terugkeren naar Mallegem. De overvallers worden uiteindelijk gestraft.

titel Mallegem: Maldegem (circa 15 kilometer ten noordoosten van Brugge)
1,2 daer staet: waar... staat (apokoinou-constructie)
1,3 was cleyne: dat klein was (apokoinou-constructie)
1,4 Hij moest tol betalen, al wilde hij dat niet
2,2 Als u me er niet te hard om valt

[pagina 273]
[p. 273]

2,3 Waar heeft u die mooie hoorn vandaan?
2,4 Desghelijcx: Iets dergelijks
  niet: nooit
3,1 rijdt wech uwer straten: vervolg uw weg
3,2 Want daar heeft u niets mee te maken
3,3 Stake ick op: Als ik zou blazen op
3,4 gram: woedend
4,3 daeruut: tevoorschijn
5 (De lammetjes (rovers) zijn hier aan het woord)
5,3 gelach: drinkgelag
6,1 ginc: tastte
6,2 Hij haalde de gouden munten tevoorschijn (apokoinou-constructie)
6,3 Hout daer: Pak maar aan
  te baten: ten bate van
7,1 ridders ghesmeyt: wapenrusting
7,2 En al zijn bezittingen, die zwaar waren
7,3 weder: terug
7,4 om zijn edel bloet: omdat hij van adel was (eig. vanwege zijn adellijke bloed)
8,2 We moeten een andere draai aan het lied geven
8,3 Vercken hebben si: Varkens hebben ze (en geen lammetjes)
8,4 Si hebben: Maar ze hebben
9,1 De meesten zouden ze liever niet ontmoeten
9,2 Hun stekelharen zijn van ijzer
9,4 rijseren: struiken
10,1 Dan drijft men ze samen op de markt
10,2 verstoort: boos
  schou: schuw
10,4 rou: ruw
11,1 besiden: naar één kant
11,2 Naast de plek waar hun kameraden dansen (bedoeld is: bungelen aan de galg)
11,3 Het spijt me dat ik er over heb gezongen
11,4 ongans: er slecht aan toe

Dit lied over de rovers die zich als herders vermommen om reizigers te overvallen, staat in de traditie van de Engelse Robin Hood-balladen. Allerlei elementen die daarin voorkomen, zoals het blazen op de hoorn, de vermomde rovers en de betaling voor een maaltijd, zijn ook in dit lied te vinden. Bovendien komt het verloop van de vertelling overeen met de Engelse balladen.

[pagina 274]
[p. 274]

Vanaf strofe 8 neemt het lied echter een wending die elders niet voorkomt en die zelfs haaks staat op de strekking van de Robin Hood-balladen. De verteller neemt het woord en legt uit hoe we het voorgaande moeten begrijpen. Deze moraliserende wending geeft een uiterst negatief oordeel over de rovers. Hun lot staat vast, aldus de verteller: ze worden op de markt samengedreven en ter dood gebracht. De negatieve beschrijving van de rovers als varkens heeft dezelfde teneur als elders in het Antwerps Liedboek geventileerde opvattingen over klaplopers, dronken jongelingen en rondzwervende huursoldaten.

 

Het Antwerps Liedboek is de enige schriftelijke bron van voor de negentiende eeuw waarin dit lied is opgetekend. Wel wordt naar het lied verwezen in een aantal wijsaanduidingen in Hollandse liedboeken uit de eerste helft van de zeventiende eeuw, zonder melodie. Een lied in Den nieuwen lusthof (1602) heeft een dubbele wijsaanduiding: het kan worden gezongen op de wijze van Mijn heer van Maldegem of op Susanna. Voor het veelvuldig aangehaalde Susanna is een melodie bekend onder de naam Verjubileert ghij Venus dierkens, populair in de zestiende en zeventiende eeuw (ook als Menistenzusje) en melodisch verwant met het nog populairdere O nuit jalouse nuit. Op zichzelf is de dubbele wijsaanduiding in Den nieuwen lusthof onvoldoende om te besluiten Mijn here van Mallegem op de Susanna-melodie te zingen: het kan om alternatieve melodieën gaan, waaruit de zanger kon kiezen. Toch plaatste de musicoloog Florimond van Duyse de oude liedtekst van Mallegem op de zestiende-eeuwse Susanna-melodie - kennelijk vanuit de wens het lied hoe dan ook met een historische melodie uit te geven.

Het Mallegem-lied moet sterk tot de verbeelding van negentiende-eeuwse Vlamingen hebben gesproken. Zo heeft Prudens van Duyse (de vader van Florimond) een eigen bewerking van het lied - in het Middelnederlands - gemaakt, die door Duitse filologen voor echt oud werd aangezien. Volgens Jan Frans Willems (1848) was het Mallegem-lied hem nog voorgezongen door een bewoner van Eeklo (dat niet ver van Maldegem ligt).

De melodie die Willems gaf bij zijn mondelinge versie kan verrassenderwijze helpen de zestiende-eeuwse melodie te bepalen: het blijkt een verre afstammeling te zijn van de oude Susanna/Verjubileert/Menistenzusje/jaloerse-nacht-melodie. Dat maakt het aannemelijk dat met de dubbele wijsaanduiding uit 1602 wel degelijk twee namen voor dezelfde melodie werden gegeven en dat dus Mijn here van Mallegem vanouds op de Susanna-melodie is gezongen. Uit de zestiende eeuw zijn van deze melodie uitsluitend instrumentale bewerkingen overgeleverd. Hier is de citerversie van Verjubileert ghij Venus dierkens uit Hortulus cytharae (Antwerpen, Phalèse en Bellère, 1570) gebruikt. Voor de in citermuziek gebruikelijke versieringen hebben

[pagina 275]
[p. 275]

we eenvoudiger alternatieven gegeven, hoewel ook bij vocale melodieën dergelijke snelle melismen wel werden genoteerd (vgl. de melodieën voor al 95 en 117).

Literatuur: Kalff 1884, p. 127-130, 215 en 349; Van Duyse 1903-1908, dl. 1, p. 73-79; De Vries 1917; Komrij 1994, p. 471-473; Notteboom 1995; Repertorium 2001, t4781, m1065.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken