Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het Antwerps liedboek. Deel 2. Commentaar (2004)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het Antwerps liedboek. Deel 2. Commentaar
Afbeelding van Het Antwerps liedboek. Deel 2. CommentaarToon afbeelding van titelpagina van Het Antwerps liedboek. Deel 2. Commentaar

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (5.01 MB)

Scans (39.50 MB)

ebook (5.88 MB)

XML (1.57 MB)

tekstbestand






Editeurs

Dirk Geirnaert

Louis Peter Grijp

Hermina Joldersma

J.B. Oosterman

Dieuwke E. van der Poel



Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel
liederen/liedjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het Antwerps liedboek. Deel 2. Commentaar

(2004)–Anoniem Antwerps liedboek–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

177 Bourgoenschen, laet ons vrolick singhen

Politiek historielied. De Antwerpenaars bespotten op triomfantelijke toon de Gelderse belegeraars die de stad hebben bestookt, maar algauw de aftocht hebben moeten blazen.

1,1 Bourgoenschen: Bourgondiërs (bedoeld wordt: alle aanhangers van Karel v)
1,2 En laten we vol goede moed zijn!
1,3 Kleefsche: (de troepen van Willem van Gulik-Kleef-Berg, de hertog van Gelre (die met de Franse koning een coalitie tegen Karel v gevormd had))
  dwinghen: onderwerpen
1,4 ons lijf en daertoe goet: ons leven en onze bezittingen
1,5 We beschikken over voedsel en goed geschut
2,1 borch: vesting
  becranst: versierd
2,2 (Wit en rood zijn de kleuren van het wapen van de stad Antwerpen)
2,3 Daer... om: Waar omheen
  danst: (figuurlijke aanduiding van het vechten (zie bijvoorbeeld ook al 168:9,4))
  knecht: soldaat
2,4 Wij komen door hen niet in moeilijkheden!
2,6 fenijn: valse
3,1-2 We hebben onze spijzen voor hen gekookt die nu gaar zijn (bedoeld

[pagina 401]
[p. 401]

  wordt: we hebben alles voor hun komst in gereedheid gebracht)
3,3 spiesen: speren
  cortouwen: kanonnen
3,6 fijn: grootmoedige
4,1 Onsen dranck: (namelijk die we voor de belegeraars gemaakt hebben)
4,2 Als de Geldersen niet binnenkomen
4,3 Hun opschepperij zal hen niets helpen
4,4 (Deze regel is niet compleet overgeleverd; mogelijk toe te voegen: nu voort)
4,5 Schaam je voor je verraderlijke gedrag
4,6 aen ghenen Rijn: van de overzijde van de Rijn
5,1 verblyden: een plezier doen
5,2 Hun paarden vallen ons ten deel
5,3 Dan zullen wij als dappere kameraden rijden
5,4 een deel: gedeeltelijk
5,5 Ons ghevanghen: Onze gevangenen
5,6 al doeghet haer pijn: al doet het hun verdriet
6,1 Ze zullen leren goed keizersgezind te worden
6,3 Seer cleyn: Heel weinig
6,4 misval: misrekening
6,5 ghinghen rueren: opstandig toonden
6,6 medecijn: steun
7,1 Marten van Rossum: (gevreesde legeraanvoerder van de hertog van Gelre)
7,2 by: nabij
7,3 noyt en dorste: ooit waagde
7,5 besueren: kwellen
7,6 cokijn: schooier
8,1 beveel ick u: beveel ik u aan in de hoede van
8,2 met herten fier: vol trots
8,5 bespueren: in de gaten houden
8,6 op elck termijn: steeds

Opgelucht en trots is men in Antwerpen geweest, kort na die benarde julidagen in 1542, toen de beruchte Maarten van Rossem het beleg van de stad reeds na drie dagen had moeten opgeven en met zijn leger van huursoldaten was vertrokken. In dit lied is die overmoedige stemming duidelijk te horen. Het is maar een van de vele teksten over dit thema die in die jaren in Antwerpen werden geschreven en in druk verschenen, vooral in pamfletten, nieuwstijdingen en vliegende bladen. Zij dienden als propaganda tegen de

[pagina 402]
[p. 402]

(vooral Gelderse) belagers van Karel v, waarbij met name legeraanvoerder Maarten van Rossem vaak fel bespot werd. Ook het Antwerps Liedboek bevat een flink aantal anti-Gelderse liederen (in volgorde van de chronologie van het conflict: al 177, 197, 181, 211, 182=186, 195, 219, 200, 190, 220, 210). De Antwerpse dichteres Anna Bijns heeft ook haar pijlen op de Gelderse aanvoerder gericht, al deed ze dat niet in een lied maar in een refrein. Daarin vergelijkt zij Van Rossem met een andere Maarten, namelijk Luther. Beide Maartens zijn in haar visie zeer slecht, maar Luther is het meest verderfelijk.

De achtergrond van het beleg was deze. De Franse koning Frans i mobiliseerde de tegenstanders van Karel v toen deze in 1541 lange tijd afwezig was, omdat hij was verwikkeld in een oorlog tegen de Turken in Noord-Afrika. Frans i sloot een coalitie met de koning van Denemarken en met Willem van Gulik-Kleef-Berg (hertog van Gelre). Zij huurden de roemruchte legeraanvoerder Maarten van Rossem in, die troepen ronselde in Gelre en het plan opvatte om Antwerpen aan te vallen. Terwijl Frankrijk vanuit het zuiden optrok en de Deense vloot Holland en Zeeland bedreigde, trok Maarten van Rossem in juli 1542 met zijn leger plunderend en brandschattend door Brabant. Hoewel het leger naar zijn mening onvoldoende bewapend was, moet hij erop vertrouwd hebben dat hij zijn doel zou bereiken. Toen zijn komst bekend raakte in Antwerpen werden alle Gelderse, Gulikse en Kleefse inwoners, zo'n duizend in getal, buiten de muren gezet als potentiële handlangers van de tegenstander. Toen Van Rossem op 24 juli voor de veste verscheen, was de stad goed verdedigd. Hij eiste de stad op voor de koningen van Frankrijk en Denemarken, maar de Antwerpenaren lieten weten alleen de Keizer als hun heer te erkennen. Tot verwondering en grote opluchting van de belegerde stad, brak Van Rossem het beleg drie dagen later op: de geringe kracht van zijn leger wreekte zich reeds. Of zijn aanvankelijke vertrouwen op hulp van verraders berustte, zoals het lied vermeldt (2,6; 7,6; 8,6) is niet meer te achterhalen; wel werden in juli 1542 twee Antwerpenaren als verraders opgehangen, vervolgens gevierendeeld en ter waarschuwing tentoongesteld.

De dichter gebruikt beelden van eten en drinken om deze overwinning te beschrijven: eten koken (3,1-2); verschaalde drank (4,1). Bij aanvang verzekeren de Antwerpenaars zelfbewust dat zij genoeg eten, geschut, geld en wijn hebben (1,5-6): deze zaken zijn inderdaad van essentieel belang om langere tijd weerstand te kunnen bieden aan een belegering. De raad in de laatste strofe om wijn en bier te drinken (8,4) past naadloos bij de oproep tot vrolijke feestviering in het refrein van elke strofe. Een opvallend element in de vorm is de afwisseling in de refreinregel: in vs. 7 worden beurtelings de Borgoenschen en Antwerpen aangesproken.

[pagina 403]
[p. 403]

Dit lied is alleen bekend uit het Antwerps Liedboek; de melodie is niet gevonden. Ondanks de overeenkomst met al 210 in aanhef en thematiek, is het niet duidelijk of de liederen op dezelfde melodie werden gezongen, gezien de verschillende strofevormen.

Literatuur: Van de Graft 1904, p. 189-193; Van 't Hooft 1948, p. 156-162; Voet 1973, p. 99; Van der Bom 1985; Van Wissing 1993b; Pleij 2000; Repertorium 2001, t0600.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken