Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het Antwerps liedboek. Deel 2. Commentaar (2004)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het Antwerps liedboek. Deel 2. Commentaar
Afbeelding van Het Antwerps liedboek. Deel 2. CommentaarToon afbeelding van titelpagina van Het Antwerps liedboek. Deel 2. Commentaar

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (5.01 MB)

Scans (39.50 MB)

ebook (5.88 MB)

XML (1.57 MB)

tekstbestand






Editeurs

Dirk Geirnaert

Louis Peter Grijp

Hermina Joldersma

J.B. Oosterman

Dieuwke E. van der Poel



Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel
liederen/liedjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het Antwerps liedboek. Deel 2. Commentaar

(2004)–Anoniem Antwerps liedboek–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 483]
[p. 483]

216 Het sou een ghildeken uut vrijen gaen

Dialooglied. Een brouwersknecht wordt afgewezen door een kokette dame, die zich ver boven hem verheven acht.

1,1 ghildeken: jonge kerel
1,3 schoen aenscouwen: mooi plaatje
1,4 trijpen scoen: zachtleren schoenen
1,5 fleweelen mouwen: mouwen (toentertijd een los kledingstuk) van fluweel
2,3 Je (financiële) staat zou het niet toelaten
2,4 Scaerlaken coersen: Scharlaken (d.i. van een kostbare helderrode wollen stof) kleren
  naer mijn behooren: zoals bij mij past
2,5 Met een fluwelen rand wat ik zo mooi vind
3,2 druck: verdriet
3,4 sayen faelle: wollen mantel (zonder mouwen)
4,1 Jonge kerel, je bent maar al te goed voor me
4,2 En rijk genoeg, dat weet ik zeker
4,3 Maar het zal wel niet zo zijn (dat je de mijne wordt)
4,4 Mocht ic mijnen wille doen: Als ik kon vrijen
4,5 ghenesen: opgevrolijkt
5,1 haddijs mi: had je het mij
5,2 Mijn dagen: Van m'n levensdagen
  op: aan
5,3 gedoogen: tolereren
5,4 ghecnocht: gekoppeld
5,5 Die van elders komt, van buiten het bereik van hun (spiedende) ogen
6,2 vrienden danck: de wil van vrienden
6,3 Ik hoop dat de tijd me niet te lang zal vallen (voordat ik...)
6,5 Die tevreden zullen zijn met mouwen van grof fluweel
7,1 Oorlof, princesse: Vaarwel, prinses (variant op de aanspreking van het hoofd van een rederijkerskamer)
7,2 houwen: trouwen
7,3 tes vrij: het staat je vrij
  hu selven wilt verdieren: je hoge stand bij een huwelijk wilt behouden
7,5 Om iemand het dragen van fluwelen kraagjes mogelijk te maken
8,2 hem gesmeten vinden: ervan langs kunnen krijgen
8,4 isser noch in stede: zijn er in de stad nog te vinden
8,5 Dies hem moeyen willen om: Om zich in te spannen voor

[pagina 484]
[p. 484]

Maar liefst acht keer worden kledingstukken genoemd in dit lied, en zo wordt liefde een zaak van uiterlijk en luxe cadeaus. Al in de eerste strofe wordt deze toon aangeslagen: het ghildeken vindt zijn geliefde allerliefst, maar vooral haar mooie tamelijk dure kleren (leren schoentjes en fluwelen mouwen) vallen hem op. Zij spreekt hem vriendelijk aan, maar meent zij het wel? Ze ziet meteen dat hij niet in staat zal zijn om haar passende kleren te geven. Hij betuigt echter zijn liefde in stereotiepe bewoordingen van de verheven liefdesliederen en belooft haar een wollen mantel (3,4), een kledingstuk van mindere waarde dan de scharlaken coersen (2,4) waar zij haar zinnen op gezet heeft (strofe 3). En hoewel zij hem huichelend voorhoudt dat hij best rijk genoeg is, is zij er toch van overtuigd dat het niets kan worden (strofe 4). Waarom heeft zij hem dan ook aangezocht: zij wist toch al dat haar vrienden het niet zouden toestaan dat zij het met een brouwersknecht zou houden (strofe 5)? Dan neemt hij op sarcastische wijze genoegen met haar standpunt, en zegt dat hij hoopt nog eens iemand te vinden die wel tevreden is met wat hij te bieden heeft (strofe 6); vervolgens neemt hij afscheid van haar (strofe 6 en 7) en zo eindigt haar kokette spel. De laatste strofe, die een verre echo van een dichter/zangerstrofe bevat, lijkt een latere, wat klungelige toevoeging. De inhoud is lastig te duiden, maar kan misschien als volgt omschreven worden: men mag dit nieuwe lied niet meer zingen, want de brouwersknechten zouden dan een pak slaag krijgen, omdat zij het gedicht hadden; er zijn hier in de stad nog enkelen die zich willen inspannen voor dezelfde geliefde.

 

Het sou een ghildeken uut vrijen gaen is alleen bekend uit het Antwerps Liedboek. Van de melodie ontbreekt elk spoor.

Literatuur: Repertorium 2001, t2937.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken