Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Arabische Alkoran (1641)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Arabische Alkoran
Afbeelding van De Arabische AlkoranToon afbeelding van titelpagina van De Arabische Alkoran

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.18 MB)

ebook (3.35 MB)

XML (0.54 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

religieuze teksten (niet-christelijk)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Arabische Alkoran

(1641)–Anoniem Arabische Alkoran, De–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Inden name des barmhertighen ende goedighen Gods. VIII. Capittel.

DIt boeck dat u vanden Hemel ghesonden is, beveelt ende leert dat ghy u met kuysche wijven, ende al sulcke vereenigen sult, dat geen hoeren en sijn, ende ghy sult met haer eerlijck leven, ende sy sullen oock een bestemt ghelt ontfangen, op dat sy gheen oorsaeck en hebben, de trouwe te breken, ende ander parten te hebben.

O lieve luyden als ghy coopt ofte vercoopt, soo en spreeckt gheen leughenen, want daer deur doodet ghy u ziele, ende wie sulcks doet die wert van Godt in’t eeuwich vyer geworpen.

Die haer vande verboden dingen onthouden die sullen in’t hoochste goet geset werden, ende so wel de mans als de vroupersoonen haren verdienden loon ontfanghen. De vrouwen sullen haer mans gehoorsaem sijn, ende de mans sullen de wijven regieren ende kuysch met haer leven. Ende de wijfs sullen het ghene wat zy van haer mans hooren, in’t verborgen houden, ende waer dat tegendeel gheschiet, soo sullen sy daerom ghestraft, ende so langhe te huys op het bedde ghehouden werden, tot dat sy haer beteren.

Doet goet uwe nabueren, bloet-vrienden, ende uytlanders. De gierige willen wy oneyndelijcke straffe aendoen: Ende de ghene die aelmoesse gheven tot dien eynde, om daer deur ghesien te werden, die sijn des Duyvels gesellen, want God siet het alles, hy beloont ende straft alle dinghen, of het wel soo cleyne ware als een Mugghe.

Als ghy bidt so sult ghy nuchter sijn, op dat ghy weet wat ghy seght, ende als ghy dat werck met de wijven uytvoert, ende gedaen hebt so sult ghy u eerst wasschen, eer ghy biddet, ten sy sake dat ghy cranck waert, ofte op een wech daermen gheen water hebben can, dan sult ghy u in sulcken ghevalle met een reyne aerde bestroyen, ende in stede des waters u daer mede vrijven, De barmhertighe Godt salt u hier in vergeven, want hy kent alle u vyanden. De Ioden hebben haer Wet gecorrumpeert ende verdorven, sy bekennen dat sy ghehoort, ghesien, maer niet ghelooft en hebben, doch het ware hen beter sy hadden ghelooft, ende Godt ghehoorsaemheyt bewesen, weynich lieden sullen haer volghen, want sy sijn van Godt verlaten. O lieve luyden ghelooft dat dit gheschenck u sy ghesonden gheworden, ende bidt Godt aen die de sonde vergeeft wien hy wil. Vele willen haer selven verhoogen, ende maken Godt tot een leugenaer, maer hy verhoocht wien hy wil, ende en doet niemant onrecht, ende hy verwarret de ghene die daer seg-

[Folio 73]
[fol. 73]

ghen dat sy op den rechten wech wandelen, ende soo niet en is, maer hy sal in’t vyer verstooten alle die dit wederspreken. Als Godt u tuchtighet soo danckt hem daer voor, hoort hem ende sijn legaten, ende een yder die u voor gheset is: ende als ghy eenich twijffelachtich woordt hebt, soo loopt tot God ende sijnen boodschapper, ende als ghy vande ongheloovighe eenich twijffel hebt, soo bidt tot Godt sonder ophouden. Een yder die Godt ende sijnen boodtschapper volcht, die sal van Godt gheleydet werden, ghelijck de Propheten die daer sijn ghedoot gheworden.

Inden krijch sult ghy voorsichtich zijn, ende een yder die mannelijck strijt, hy come schoon daer om ter doot ofte niet, die wil ick vreuchde ende vergeldinge geven. De vrome lieden sullen in Gods naeme strijden, ende wat de menschen booses doen, dat behoort hun toe, maer wat zy goets doen, dat behoort Gode toe. Wie den boodschapper volcht die volcht God selve, waerom en gelooven dan de boose onsen Alcoran niet, want soo dit boeck niet van God en waer, so souden daer in veel strijdige dingen, ende weder spreucken bevonden werden.

Maer strijdt ghy daerom inden naeme Godts, gheeft gheerne aelmoessen, ende radet totten crijch, God de Schepper aller dingen sal u helpen.

Als u yemandt groet, soo groet hem weder, ende danckt hem, want dat behaecht Godt wel.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken