Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Arabische Alkoran (1641)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Arabische Alkoran
Afbeelding van De Arabische AlkoranToon afbeelding van titelpagina van De Arabische Alkoran

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.18 MB)

ebook (3.35 MB)

XML (0.54 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

religieuze teksten (niet-christelijk)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Arabische Alkoran

(1641)–Anoniem Arabische Alkoran, De–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Inden name des barmhertighen ende goedighen Gods. VII. Capittel.

GHy sult Godt aenbidden met vreese, want hy heeft den eersten mensche gheschapen, ende van hem het eerste wijf van daer ghy alle hercomet, daerom en sult ghy niet hart noch ondanckbaer tegens uwe wijven zijn, ende dewijle God ende de Engelen de Weesen gunstich zijn soo sult ghy u die selve oock laten bevolen zijn. Etet van het uwe, ende niet wat haer toebehoort.

En doet gheen quaet voor goet, ende so ghy u niet ten besten met haer en cont verdraghen, soo sijt vriendelijck teghens uwe wijven: Der selver meucht ghy 2. 3. 4. ja soo vele nemen, als ghy u gheneeren ende voeden cont, ende in vreden te houden u selven toe vertrout.

En verquist het goet der Wesen niet, noch yet wat u toe vertrout is, ende als zy haren behoorlijcken ouderdom vercrijghen, soo geeft hen haer goet in tegenwoordicheyt der ghetuyghen, want God heeft een scherpe ooghe hier op. De sonen en de dochteren sullen haer toe behoorende deel des goets, dat hen van haer ouders is na gelaten, het sy weynich ofte vele, ontfangen, in die ure als de deelinge gheschiet, ende dan sullen de vrienden weesen ende arme oock een deel daer van becomen. Wie Godt vreest die late hem de weesen ter herten gaen, want die ontrouwelijck met haer omgaen, die sullen van het Helsche vyer verteert werden.

Godt heeft bevolen dat een sone soo veel hebben sal als twee dochters, maer als daer meer dan twee zijn, soo sullen sy twee derdendeel hebben van ’t ghene wat boven de betalinge der schulden, ende uyt deelinge der aelmoessen noch over blijft, ende ghy en weet niet wie u meer nuttet de vader of de sone.

Als yemant sijn wijf sterft ende geen kinders hem na laet, so is dat halve houwelijck goet des mans, maer als zy kinderen na laet, soo en comt de man maer het vierde deel toe. Ende als de man sterft sonder kinderen, so comet wijf het vierde deel des goets toe, maer als hy kinderen na laet soo en moet sy maer hebben het achtste deel, nochtans soo moeten eerst de schulden ende oncosten betaelt ende daer van af getrocken werden.

Wanneer yemandt erft ende hy en is gheen soon, maer een ander ofte vremt mensche, het sy man of vrou-persoon, so sal die het seste deel hebben, ende niet meer, ende als daer veel susters ende broeders zijn, soo sal na betalinghe der schulden ende uytdeelinge der aelmoessen een yder sijn seste deel gegeven werden.

Een yder die dit ghehoorsaem is, die comt int Paradijs, maer wie ter contrarie doet, die sal inde Helle comen.

Als een wijf van vier ghetuygen over wesen wert, dat sy haer vergrepen heeft, soo sal die selve soo langhe in haer huys werden ghesloten, tot dat haer Godt het zy verlost, ofte datse behoorlijck gestraft werden.

De ghene die hoerderije ende overspel

[Folio 72]
[fol. 72]

begaen, ende niet en weten dat dit een so grooten sonde is, ende hier na van desen berou ende leetwesen hebben, die en sullen soo gantsch zeer niet gestraft werden. Godt heeft eenen grouwel vande ghene die wetentlijck sondighen, ende haer aldereerst int dootbedde bekeeren willen.

O lieve luyden en doet de wijven geen ghewelt noch met woorden ofte wercken, ende als sy u, niet meer en behagen, soo is het u toegelaten haer te vermangelen, ende andere in haer stede te nemen: Ende ghy sult vlijtich waer nemen dat ghy niet te wijve neemt de moeder, de dochter, de suster, de nichte, de suychminne, de snare, oock niet de moeder ofte dochter uwer suychminne.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken