Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Arabische Alkoran (1641)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Arabische Alkoran
Afbeelding van De Arabische AlkoranToon afbeelding van titelpagina van De Arabische Alkoran

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.18 MB)

ebook (3.35 MB)

XML (0.54 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

religieuze teksten (niet-christelijk)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Arabische Alkoran

(1641)–Anoniem Arabische Alkoran, De–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

In den name des barmhertighen ende goedigen Godts. XXXVII. Capittel.

ALs God de Menschen sijn ordeninghe openbaren wilde, die hy in alle dingen plach te houden, soo heeft hy haer dit boeck vanden Hemel neder gesonden, de Sonne ende Mane heeft hy boven alles verheven, de Aerde heeft hy den menschen ten besten geschapen, op dat zy allerley fruyt ende gewas soude voortbrenghen. Godt heeft den Mensche uyt de schaduwe, maer de Duyvelen uyt het vyer ghemaeckt: hy is een Koninck van den opganck, tot in den nederganck. Hy laet Koralen, Perelen, ende ander edel gesteente in de Zee wassen, ende alle Wereltlijcke dinghen moeten op een tijdt een eynde nemen, maer Gods aenghesichte blijft in der eeuwicheyt.

Alle Creaturen sijn veel tegenspoet onderworpen, ende niemant en kan dat keren, noch daer voor spreecken.

Wy en hebben niet alleen de menschen maer oock de Duyvelen haer Ghebodt ghegeven, ende niemant en kan sonder mijnen wille sterven, ende waerom en

[Folio 143]
[fol. 143]

ghelooft ghy dan niet aen my, want in ’t Helsche vyer en kan u niemant helpen.

Den Hemel sal hem verdeelen ende schijnen als een schone roode Roose, ende aen dien dag en sullen noch de Engelen noch de Menschen yets van de sonde disputeeren, want de ongheloovige sullen in der daet bevinden wat de helsche pijne zy, die sy in desen leven belacht ende bespot hebben: maer de Godvreesende sullen in ’t Paradijs op schone sijde Tapijten zitten, ende alle het gene hebben wat haer gelustet ende daer sy na verlanghen. Sy sullen die alderschoonste Ionck-vrouwen by haer hebben, die noyt van geen Mannen sijn beroert geworden, ende daer sullen sy hebben de menigte des gesegenden wijns van allerley schone vruchten. Ende wat ick segghe dat is de waerheyt selve, hierom en sal niemandt daer aen twijffelen, want God is een mild gever alles goets.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken