Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De arbeidsenquête van 1887. Deel 1: Amsterdam (1981)

Informatie terzijde

Titelpagina van De arbeidsenquête van 1887. Deel 1: Amsterdam
Afbeelding van De arbeidsenquête van 1887. Deel 1: AmsterdamToon afbeelding van titelpagina van De arbeidsenquête van 1887. Deel 1: Amsterdam

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.31 MB)

XML (1.47 MB)

tekstbestand






Editeur

Jacques Giele



Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/geschiedenis/tijdsbeeld(en)
non-fictie/politiek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De arbeidsenquête van 1887. Deel 1: Amsterdam

(1981)–Anoniem Arbeidsenquête van 1887, De–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Verhoor van den heer G. Loohuys.

3318. De Voorzitter: Geef ons op uw voornamen, naam, beroep, ouderdom en woonplaats.

A. Gerardus Loohuys, bakkersknecht, oud 47 jaar, wonende Hoedemakerspad no. 62, te Nieuwer-Amstel.

3319. V. Bij wien dient gij?

A. Op de Reguliersbreedstraat bij Vomary.

3320. V. ls dat eene gewone bakkerij?

A. Ja.

3321. V. Dus geen fabriek?

A. Neen.

3322. V. Zijt gij al lang in dezen dienst?

A. Slechts 4 maanden, van September af.

3323. V. Waar zijt gij vóór dien tijd geweest?

A. Mijne laatste betrekking was om het hoekje van den Amstel en de Kerkstraat bij Graband. Daar ben ik 4 jaar

[pagina 260]
[p. 260]

werkzaam geweest en wegens slapte en achteruitgang van die bakkerij heb ik daar gedaan gekregen.

3324. V. Hebt gij ook op broodfabrieken gewerkt?

A. Wel genoodhulpt, maar niet voor vast gewerkt.

3325. V. Gij zijt daar dus een blauwen Maandag geweest en weet er niets van?

A. Neen.

3326. V. Wat verdient gij nu?

A. Op het oogenblik 10 gulden per week, bij dezen patroon.

3327. V. Vertel ons eens, hoeveel uren werkt gij daarvoor?

A. Daar kom ik voor 's avonds om 6 uren en dan is mijn arbeid tot 's morgens 10 uren.

3328. V. Dat maakt 16 uren achtereen. En dan hebt gij gedaan?

A. Ja.

3329. V. Hoeveel werklieden zijn er bij dien baas?

A. Twee knechts en een jongeling van 18 jaar.

3330. V. Werkt gij allen precies denzelfden tijd of is er onderscheid?

A. Neen, mijn maat is iemand die al vijf jaar in de betrekking is. Die komt een half uur vroeger dan ik, en gaat ook een half uur vroeger weg; maar die opgeschoten knaap moet om 7 uren, dadelijk bij den afloop van het werk, de klanten in de stad gaan bedienen.

3331. Dus die moet 's morgens dan de stad in om 7 uren?

A. Jawel.

3332. V. Hoe laat is hij daarmede klaar?

A. Dat is om een uur of 11, half 12, gedaan.

3333. V. Slaapt die jongen over dag bij den patroon aan huis?

A. Neen, hij slaapt bij zijne ouders.

3334. V. En is dat werk elken dag hetzelfde?

A. Ja, het mag hoogstens een kwartier schelen.

3335. V. Is die jongen al lang bij dien baas?

A. Hij is na mij gekomen. Die jongens blijven gewoonlijk niet lang bij denzelfden baas, doordat zij vrije jongens zijn en eene lange dagtaak hebben.

3336. V. Wat had die jongen vroeger gedaan?

A. Hij was altijd in de bakkerij geweest.

3337. V. En had hij bij de andere bazen datzelfde leven gehad?

A. Ja. Voor hij bij ons kwam, werkte hij bij den bakker Meijerink, op den hoek van de De-Withstraat en Mauritskade. Terwijl hij daar in dienst was, is hij eens met eene mand brood in de Baangracht nabij de strafgevangenis in het water geloopen: hij had ruim 30 uren (van Vrijdag middag tot Zaterdagavond) moeten staan.

3338. V. En moet hij de andere dagen van de week ook den geheelen nacht doorwerken?

A. Ja.

3339 V. Wat verdient die jongen bij uw baas?

A. Vijf gulden per week.

3340. Gaat zulk een jongen, als hij om 11, 12 uur des morgens te huis komt, dan slapen?

A. Die jongen komt wat later 's avonds, om half tien en wij om zes uur, doordat hij over dag ook wat later heengaat. Het hangt natuurlijk van hem zelven af of hij te huis komende dadelijk wil gaan slapen of eerst wil eten. Hij moet zich daarin wel wat regelen naar zijne ouders, evenals ik mij moet regelen met het eten naar mijne kinderen die school gaan.

3341. V. Hoe heeft die jongen het Zaterdags?

A. Hij komt des Vrijdags-avonds om half tien uur, wij om 6 uur, werkt den geheelen nacht door, gaat Zaterdagsmorgens om 7 uur met den broodwagen uit, komt om 11 uur terug, verkleedt zich, gaat weder medewerken in de bakkerij tot 7 uur 's avonds, kleedt zich aan, gaat met den wagen uit en krijgt dan 's nachts om 2, 3 uren gedaan.

3342. V. Dus dan is zoo'n jongen 26 a 27 uren achtereen in het touw? Dat is immers goed verstaan?

A. Ja wel, Mijnheer.

3343. V. En die jongen van 18jaren verdient?

V. Vijf gulden per week.

3344. V. Gij zult moeten toegeven, dat het, om geen hard woord te gebruiken, wel wat erg is voor een jongen van 18 jaar om een stijve 24 uren achter elkander te werken. Maar zou dat

[pagina 261]
[p. 261]

nu anders ingericht kunnen worden; zou die jongen te vervangen zijn? Het is waar, de klanten moeten bediend, het brood moet rondgebracht worden, maar, als gij nu een baas waart, zoudt gij dan kans zien om daarin verbetering te brengen?

A. Wel zeker, bij eene bakkerij als de onze moest één persoon meer zijn.

3345. V. Gij zelf, gij doet van Vrijdag op Zaterdag zoowat hetzelfde werk, behalve dat gij niet voor het bezorgen van het brood uitgaat?

A. Vrijdag-avond ben ik om 6 uur present, dan is mijn maat een half uur aan het werk, en dan gaan wij Zaterdag-avond 8 of 9 uren naar huis. Wij hebben dan 26 uren gewerkt.

3346. V. Op welken tijd hebt gij dan uw slaap gehad?

A. Niets; ter nauwernood den tijd om een stuk brood te nuttigen.

3347. V. Wij verstaan elkander toch wel goed? Ik zal om het goed duidelijk te maken, een paar dagen met u teruggaan. Verleden Vrijdag bijv. zijt gij 's avonds om 6 uur op den winkel gekomen met uw kameraad, hebt den geheelen avond, den geheelen nacht en den daarop volgenden dag van Zaterdag tot 's avonds 9 uren gestaan en heb niets geslapen?

A. Neen, niets.

3348. V. En al dien tijd, onafgebroken, zijt gij aan het werk geweest?

A. Ja.

3349. V. En dat is elken Vrijdag en bij elken bakker het geval?

A. Ja.

3350. V. En gij verdient?

A. f 10 in de week.

3351. V. Zou daar nu, wat uw werk betreft, ook wat aan te verbeteren zijn?

A. Ja, als voorbeeld kan ik opgeven dat bij de maatschappij Meel- en Broodfabriek op de Vijzelgracht nooit langer arbeid van een man wordt gevorderd dan 12 uren.

Als het op de fabriek mogelijk is, kan het ook op de particuliere bakkerijen, maar natuurlijk met meer personeel.

3352. V. Dus gij zoudt liever bij die maatschappijen gaan werken dan bij uw tegenwoordigen baas?

A. Ja, maar wij kunnen niet allen op de fabrieken geplaatst worden. Men kan zeggen dat in dat opzicht de toestand bij de maatschappij ‘Brood- en Meelfabriek’ en bij de fabriek ‘Ceres’ van Nering Bögel beter is.

3353. V. En hoe is het op het Anker?

A. Daar werkt men 12 uren en verdient in die 12 uren f2, dus de werklui hebben een weekloon van f 14.

3354. V. En op de andere fabrieken? De ‘Mercuur’ bijv.?

A. Dat zijn geene groote fabrieken. De groote fabrieken zijn: de maatschappij ‘Brood- en Meelfabriek’, de fabriek ‘Ceres', de fabriek ‘Holland’ op de Zoutkeetgracht, en in al die fabrieken is de werktijd 12 uren daags.

3355. V. En hoe is het op de fabriek ‘Amstel’?

A. Daar is ook de werktijd 12 uren.

3356. V. Maar zijn er ook fabrieken waar de toestand ongunstiger is?

A. In het algemeen op alle kleine fabrieken. Door de concurrentie moet men het brood goedkoop leveren en dit moet men vinden in het getal en het loon van de knechts.

3357. V. Het begint er dus daar tamelijk uit te zien als bij de particuliere bakkerijen?

A. Ja.

3358. V. Hebt gij nog iets mede te deelen?

A. Met het oog op onzen langdurigen arbeid zou best een man meer kunnen worden gebezigd. In mijne jeugd was in mijn vak nooit zoodanige slapte als thans; verliet men den eenen dag een patroon, den volgenden dag had men weder een anderen. Na de afschaffing van de belasting op het gemaal, toen de broodfabrieken verrezen, konden de gehuwde knechts beter dan de ongehuwde werk vinden. Door de groote concurrentie tegen die fabrieken worden de kleinere bakkerijen verdrongen. Zij kunnen daartegen niet opwerken en moeten het vinden in het loon van de knechts en door zoo weinig mogelijk personeel. Daardoor loopen nu veel knechts leeg.

3359. V. Als gij des Zaterdags-avonds om 9 uur van den winkel zijt gegaan wanneer moet gij dan weer opkomen?

A. Des Zondags-namiddags om 6 uur. Ik heb er nog dit bij te voegen: wij krijgen buiten de f 10. dagelijks een

[pagina 262]
[p. 262]

tarwebrood, dat natuurlijk gegeven wordt zooals het is en soms 4, 5, 6 dagen oud is. Doch men moet er mede tevreden zijn, want men krijgt het als een aalmoes.

3360. V. Gij zijt voorzitter van eene gezellen-vereeniging. Wat bedoelt deze vereeniging?

A. Het stoffelijk belang der leden te verbeteren en bij ziekte elkander te ondersteunen, waarvoor wij 10 cents per week bijdragen.

3361. V. Kunt gij het daarmede bossen?

A. Als wij niet te veel zieken hebben wèl, maar als wij veel zieken hebben, komen wij dikwijls geld te kort.

3362. V. Wordt uw kas op het einde van het jaar gedeeld?

A. Neen, die wordt nooit verdeeld.

3363. V. Hoevele leden telt uwe vereeniging?

A. Op het oogenblik vier en dertig.

3364. V. In geheel Amsterdam?

A. Ja.

3365. V. Gij hebt dus elke week f 3,40 aan contributie?

A. Ja.

3366. V. En zijn de leden in geen ander fonds?

A. Ja, wij zijn allen als huisvader in eene andere ziekenbus.

3367. V. Hebt gij nog iets te zeggen?

A. Neen.

3368. De Voorzitter: Dan danken wij u voor de gegeven inlichtingen. Uw verhoor is gesloten.

G. Loohuis.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

auteurs

  • Jacques Giele

  • over H.C. Verniers van der Loeff

  • over G.J.Th. Beelaerts van Blokland

  • over Jacob Dirk Veegens


plaatsen

  • over Amsterdam