De Beiaard. Jaargang 3(1918)– [tijdschrift] Beiaard, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 125] [p. 125] Vrede Vrede, breid boven de aarde Weer uw wijde vleugels uit, Dat in onze ontloofde gaarden, Waar de storm geen bloesem spaarde, Eindelijk nieuw leven spruit. Vrede, daal uit lichten hooge Op de donkere aarde neer; Geef de moeders, neergebogen Bij haar leed met licht-vreemde oogen, 't Rijke bloeien van weleer. Vrede, daal over de landen, Waar een Waan met zielen speelt; Scheur met uwe blanke handen Al die bloedige guirlanden Van het gruwlijk afgodsbeeld. Vrede, dek de stille velden Met uw zachten sluier dicht, Dat, wie er den dood insnelden, Wie in 't vuur vooroverhelden, Rusten met hun bleek gezicht. Vrede, geef de droeve zielen, Moe van bang-doorwaakten nacht, Geef, wie langs de wegen vielen, Wie in doffen twijfel knielen, Weer de dadenrijke kracht. JAN MEIJERS Vorige Volgende