protest tegen het Parijs-Brusselse annexionisme in Limburg en Zeeuws-Vlaanderen opgeklonken heeft tegen heel Europa, neen, tegen heel de wereld in. Het werd nodig, dat men ons leerde kennen, niet onze macht van ijzer, maar onze macht van stalen fierheid. Het Oranje moest het dictatoriaal driemanschap Wilson-Lloyd George-Clémenceau in het gezicht fladderen, de joelende kleur in de flikkerende zonnestraal, en hun doen weten dat er zowaar nog een Nederlands volk is, met ‘nationalité’, met ‘besoins économiques’, met niet enkel een leeuw in zijn wapen, maar een leeuw in zijn hart.
Als Driault ons door de zinnen van zijn boek heen tot Pruisen stempelt, dan noemen wij dat een domheid, welke deze professor niet erg mooi staat, maar als hij vindt, dat Nederland zijn koloniën wel kan weggeven, dan is dat een perfidie, die een historicus schande aandoet. Onhandig van hem is het, dat hij in één geste meteen over België beschikt, want daarmee verklapt hij de geheimen van zijn kringen. Mocht men in Brussel begrijpen, dat in de Scheldekwestie ook de onafhankelikheid van België betrokken is!
De archieven van de vredesconferentie, die tot nu toe weinig anders deed dan nieuwe oorlogen maken, van de volkerenbond-commissie, die tot nu toe weinig anders deed dan de belangen van de kleine naties verwaarlozen, bevatten zeker plannen. Wij hopen, dat deze er anders uitzien, dan het ontwerp-Polignac, door Driault zoo partijdig verdedigd. Zeker is het, dat niet de groten dezer kleine wereld in hoogste instantie beschikken over het wel en wee der volkeren. Gods Voorzienigheid leidt hen daarheen, waar God het wil, niet waarheen zij willen. Zijn onpartijdige volmaaktheid zal ons volk geven datgene, wat het goed is; laten wij ons waardig maken om de gaven van Zijn Goedheid te verdienen en niet de kastijding van Zijn Gerechtigheid.
Vught.
Dr. H.F.M. HUIJBERS