De Beiaard. Jaargang 4(1919-1920)– [tijdschrift] Beiaard, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 164] [p. 164] Liedje Als kind hield ik een spinnewiel En spon ik heel den dag, Zoo won ik voor mijn stille ziel Een gouden droomenrag. Mijn wieltje snorde lustig voort, Mijn trapper zong de maat, Met ieder mild en welkom woord Won ik een nieuwen draad. Och arm! Toen werd ik groot en wijs En sprong het spoeltje stuk! Mijn spinnewiel, vermolmd en grijs, Droomt nog van oud geluk. KO SLEYFER. Vorige Volgende