Verscheidenheden
Der Kinderen -
Juist één jaar na zijn kunstbroeder en Akademievriend Toorop viert Prof. Dr. A.J. Der Kinderen op 20 December e.k. zijn zestigsten verjaardag. Een biografisch artikel, voor ons tijdschrift in bewerking, zal in een volgende aflevering worden geplaatst, maar het dunkt ons gepast, nu reeds met nadruk de wenschelijkheid uit te spreken van een tentoonstelling van Der Kinderens werk, die aan 't Nederlandsche volk duidelijk zal maken, welk een vereerenswaardig kunstenaar wij in hem bezitten. Is Toorop de laatste jaren bij uiteenloopende kringen bepaald in de mode, Der Kinderen, die door een reeks publieke opdrachten vereerd werd, trof het vreemde lot, voor 't groote publiek een onbekende te blijven. Zeker wordt zijn naam door een beperkte, deskundige groep met onderscheiding uitgesproken, maar daarbuiten weten maar weinigen zich eenig werk van hem te herinneren en nog minder zijn er, die den diepen, monumentalen aard van zijn kunst begrijpen. 't Lijkt inderdaad een bittere ironie, dat de man, die krachtens het karakter van zijn arbeid populair behoorde te wezen, zich moet getroosten, juist dàt allerminst te zijn. De ‘Processie’ in het Stedelijk Museum te Amsterdam wordt door 't gros der Museumbezoekers, die zich trouw aan de aangrenzende ‘Uitvaart’ van Jan van Beers vergapen, voorbijgegaan; de wandschilderingen in 't Gebouw van de Levensverzekering hangen voor de helft in 't donker; de Kamer van Koophandel met haar gebrandschilderd venster is voor 't publiek niet eens toegankelijk en de schilderingen in de hal van 't Bossche Stadhuis worden nauwelijks door de jachtende menigte, die er dagelijks langs moet, opgemerkt. Uit den aard der zaak blijven ook de prachtuitgaven van den Gijsbrecht en de door Der Kinderen verluchte Mis van Diepenbrock voor de massa letterlijk een gesloten boek.
Toch behoorden deze op de gemeenschap gerichte kunstwerken het geestelijk eigendom van ons volk te zijn. Want al heet het dat onsterfelijkheid hooger gave is dan populariteit, de onsterfelijkheid van werk, dat niemand kent, blijft een poover loon voor waarachtige verdiensten en heeft voor een volk, dat omhoog wil, geen opvoedkundige beteekenis. De oogen der menigte moesten voor het vroom en zinrijk levenswerk van Der Kinderen geopend worden, en een goed verzorgde tentoonstelling, waarvan Toorop zich zoo vaak en Der Kinderen zoo zelden bediende, is hier het aangewezen middel. Ons dunkt, dat het Stedelijk Museum daarvoor de beste gelegenheid zou