Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Belgische Illustratie. Jaargang 4 (1871-1872)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Belgische Illustratie. Jaargang 4
Afbeelding van De Belgische Illustratie. Jaargang 4Toon afbeelding van titelpagina van De Belgische Illustratie. Jaargang 4

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (43.40 MB)

Scans (1580.43 MB)

ebook (42.77 MB)

XML (2.63 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Belgische Illustratie. Jaargang 4

(1871-1872)– [tijdschrift] Belgische Illustratie, De–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Pius VII.

Waar treft men in de wereldgeschiedenis zulke grootsche en edele karakters als onder hen, die tot Opperhoofd der Kerk werden uitverkoren? Waar vindt men liefde en kracht zoo innig vereenigd, als bij den Stedehouder van Christus' Kerk, die den herderstaf zwaait als een schepter, het lot van volken en vorsten besturend? Ja, zij zijn het, de Pausen, die de hoofdrol in de geschiedenis vervullen en zullen blijven vervullen. Zij zijn de Voorzienigheids-personen, wier machtige stem over den geheelen aardbol weerklinkt om de maatschappij, die zoo dikwerf dwaselijk afdoolde, terug te brengen op den eenig veiligen weg. Als priesters, als koningen, als rechters van alle christen volken, hebben zij den grootsten invloed op de wereldgebeurtenissen moeten uitoefenen. Een Gregorius VII, een Innocentius III, een Bonifacius VIII, een Sixtus V, een Pius VII, een Pius IX; zulke namen zeggen genoeg.



illustratie

Niet een der minst grootsche figuren is het beeld van hem, die als Paus den naam van Pius VII voerde. Wij zullen trachten met eenige lijnen die groote verschijning uit het begin onzer veelbewogen eeuw onzen lezers weder voor te stellen. Men verwachte echter geen breede schets van de daden en den invloed van dien Paus, wiens levensbijzonderheden te beschrijven boekdeelen zou sischen, terwijl wij daarvan slechts een vluchtig overzicht kunnen geven.

In het jaar 1800, bij den aanvang van onzen veelbewogen tijdkring tot Paus verkoren, in een te Venetië bijeengekomen conclave, was en toonde hij zich de aangewezen persoon, die, boven de omstandigheden en de wisselingen van het oogenblik zich verheffende, pal zou staan te midden van den bruisenden en alles meêsleependen stroom der omwentelingen, pal als de rots. Niet in de Eeuwige Stad, maar buiten Rome werd de driekroon voor den bijna zestigjarigen kardinaal Chiaramonti, die ter eere van zijn voorganger en stadgenoot Pius VI, insgelijks den naam Pius wilde voeren, bestemd, als ware zijne verkiezing eene voorbeduiding, dat hij ook buiten Rome groot zou zijn als bestrijder der revolutie, groot als gevangene.

Gedurende zijn drie en twintigjarig pausschap stond hij als vorst of als gevangene en onttroonde; als hoogvereerde of versmade, onwrikbaar, tegenover de revolutie, welke sinds het laatst der vorige eeuw uit Frankrijk hare verwoestingen bleef aanrichten, en Pius VII, overwinnaar in den bangen en aanhoudenden strijd, mocht door de tot het uiterste bedreigde maatschappij, als redder worden begroet. Hij toch waarschuwde de misleide volken voor de gevierde valsche beginselen, welke onvermijdelijk ten verderve en ondergang leiden en nam die volken in bescherming tegenover hunne verleiders en de dwingelanden, die hen onderdrukten. Tirannie en regeeringloosheid, die beide vijandige verwanten, zij vonden in Pius VII gelijke bestrijding en onverwinbaren tegenstand. Napoleon en de carbonari, het despotisme en het revolutionair socialisme brijzelden hunne krachten tegen den H. Stoel.

Niet alleen de machtigen, ook de zoogenaamde wijzen der wereld trotseerde hij, en, ten spijt eener gefingeerde openbare meening, riep hij wederom de verguisde en belasterde orde der Jezuïeten tot haren vorigen werkkring terug en herstelde die wakkere geestelijke krijgers in de rangen, welke zij met zooveel roem onder de door geloften verbonden dienaren der Kerk hadden ingenomen. Pius VII luisterde niet naar der wijzen hoogklinkende, maar holle woorden en bestreed den overmoed van een verkeerd nationalisme, dat met het denkbeeld van Staatskerken dweepte en den Paus tot naam-Paus wilde maken.

Hij, zelf de vervolgde, trok zich het lot aller vervolgden aan; hij beschermde de volken tegen de gekroonde willekeur en de vorsten tegen den bandeloozen volkswil, hij behoedde den eenvoudige en oprechte voor de schijnschoone en uitlokkende machtspreuken en stellingen der wereldwijzen, in één woord, hij stond als het onverzettelijk baken, dat de veilige haven wees aan de schipbreukelingen in den stroom der valsche meeningen des tijds.

Barnabas Chiaramonti, die als Paus den naam Pius VII voerde, werd te Cesena, eene stad der Kerkelijke Staten, op den 14en Augustus 1742 geboren. Tot den grafelijken stand behoorende, kon echter de grootheid der wereld en de fortuin, die den jeugdigen veelbelovenden Barnabas toelachten, hem niet van zijn roeping tot het nederig en streng kloosterleven terughouden en hij nam, op zestienjarigen leeftijd, het ordekleed van den H. Benedictus aan. De vlugge en talentvolle student, die te Parma zijne eerste studiën verrichtte, werd Benedictijner-monnik.

In 1775, bij de troonsbestijging van Pius VI, bevond zich pater Chiaramonti te Rome, als professor der theologie, in het klooster van den H. Calixtus. De ruime kennis, de grondige studiën, de vele en schitterende talenten van den religieus trokken de aandacht des Pausen, die, hoewel niet gewoon monniken tot eenige waardigheid te verheffen, eene uitzondering maakte met den Benedictijn Chiaramonti, dien hij tot bisschop van Tivoli benoemde. Deze, zoo onverhoopt tot den kromstaf geroepen, organiseerde zijn diocees met dezelfde onvermoeide zorg, die hem binnen zijn cel en in de studiezaal had beziggehouden, legde zich toe op de verspreiding en vermeerdering van nuttige geschriften, ondersteunde met geldelijke offers en voorname posten de geleerden, die zich aan het onderwijs der jeugd wijdden, maakte de door hem begunstigde wetenschap tot dienaresse van den godsdienst, en toonde zich in de zoo onderscheidene betrekkingen van den bisschoppelijken werkkring steeds den zorgvollen helper van alle hulpbehoevenden. In 1785 werd hij, na op den bisschopszetel van Imola te zijn verplaatst, met het purper bekleed. De nederige, eenvoudige Benedictijn zag zich tot de waardigheid van kardinaal verheven; geenszins zal hij hebben gedacht, dat een nog hooger plaats in de algemeene kerk-hiërarchie hem eens zou worden aangewezen.

De zeventiende eeuw had het grootste, en schijnbaar rustigste gedeelte van zijn loop voltrokken, doch zou, alvorens dien te sluiten, der wereld en vooral het verschrikt Europa omkeeringen, geweldiger dan er ooit waren en tooneelen, welke aan den tijd der barbaren herinnerden, doen aanschouwen. De kreet der ongehoorzaamheid aan alle gezag, de oproerkreet, zoo vaak door de verblinde volken aangeheven, dreunde rond. De revolutie, welke door hen, die door hunne redevoeringen en geschriften de menigte steeds verder op den dwaalweg voortzweepten, was bevorderd en zich niet meer liet toornen, door het plotseling verworpen schijngezag der leiders, holde in dolle vaart bijna alles, wat tegenstand bood, neder en schepte er vermaak in puin op puin te stapelen. De eenige breidel ter beteugeling van de volksdrift was door degenen, die nog invloed op het door hen misleide volk meenden te hebben, dwaselijk verworpen; de waanwijzen, zij hadden den godsdienst zoo noodig en hadden dien trachten uit te roeien. De stroom der omwenteling, uit Frankrijk haren loop nemende, stuwde zijn bloedige golven naar de aangrenzende landen. Italië zag de verschrikking en den druk der maatschappijen weldra binnen zijne grenzen; voor Rome zelfs bleef het geweld niet staande, maar rukte verder; de Pauselijke Staten werden eene romeinsche republiek; de Paus werd in zijn paleis gevangen genomen en op bevel van het fransche volksbewind, zelfs van zijn pauselijken ring beroofd, uit de Eeuwige Stad gebannen. Pius VI werd naar Sienna en vervolgens naar Florence gevoerd, waar hem de insgelijks uit zijn Staten verdreven koning van Sardinië hulde mocht bieden. De Paus zou in Italië niet verblijven; het Directoire vreesde voor de liefde der Italianen tot den dierbaren Opperherder en om de pogingen te zijner bevrijding nutteloos te maken, werd hij naar Grenoble en vervolgens naar Valence gevoerd, waar zijn zoo smartelijk wedervaren des grijsaards laatste krachten brak. Hij overleed in het laatste jaar der droevig heenspoedende eeuw.

Somber en dreigend, als door wolken van revolutie en algemeene verwarring heenbrekende, was de dageraad der negentiende eeuw. Een verkwikkende lichtstraal als altijd opging van het onverdelgbare baken,

[pagina 135]
[p. 135]

dat allen troost en zekerheid aanbiedt. Vóór nog onze eeuw aangebroken was, in het laatst van het eindjaar der vorige, werd aan het gewichtige werk van de keuze des opvolgers van den overleden Paus begonnen; de kardinalen waren na het overwinnen van vele beletselen en moeilijkheden, uit de verwikkeling der gebeurtenissen ontstaan, in conclave bijeengekomen te Venetië. Op 14 Maart 1800 had het conclave beslist en de kardinaal Chiaramonti werd tot Paus verkoren. Hij verklaarde als zoodanig den naam Pius VII, ter gedachtenis aan zijn onmiddellijken voorganger, aan te nemen.

Reeds den 15en Mei verrichtte Pius VII een der plechtigste handelingen van het Pontificaat; hij vaardigde een encyclique uit aan de kardinalen en alle bisschoppen, een schrijven, hetwelk in de toen zoo duistere tijdsomstandigheden bijzonderen troost en bemoediging schonk aan de oprechte, in spanning verkeerende gemoederen.

Hij, even als zijn voorganger, stond tegenover de omwentelingen van een nieuw tijdperk en zijne bezorgde blikken moesten wel vooral gericht wezen op het land, waar die nieuwe phase van het oude verzet tegen gezag en eenheid te voorschijn was getreden, naar Frankrijk. Zich de schriktooneelen aldaar herinnerende, maar tevens den strijd der trouwe geloovigen beschouwende, liet hij in zijne encyclique de volgende woorden van afkeuring en van liefdevolle deelneming hooren:

‘Wij ondervinden een diepe droefheid en een levendige smart als wij onze blikken wenden tot diegenen onzer kinderen, welke Frankrijk bewonen; wij zouden ons leven voor hen willen opofferen, indien onze dood hun heil kon bewerken. Eene omstandigheid vermindert en verzacht de bitterheid van onzen rouw. Het is de kracht en de standvastigheid welke verscheidene onder u getoond hebben en door zoovele personen van elken leeftijd, geslacht en rang zijn nagevolgd geworden; hun moed in het zich niet besmetten met den ongeoorloofden en schuldigen eed, in het blijven gehoorzamen aan de decreten en uitspraken van den H. Apostolischen Stoel, zal eeuwiglijk in ons geheugen gegrift blijven, zoowel als de uit de oude tijden hernieuwde wreedheid, waarmede men die trouwe Christenen vervolgd heeft.’

Het lot der Pausenstad was den Paus tevens eene oorzaak van rouw; Rome, niet meer door de partijgangers der fransche republiek bezet, was toch niet van vreemde troepen vrij. Te Venetië wilde Pius VII niet zetelen, hij verlangde naar Rome en scheepte zich den 6en Juni op een oostenrijksch fregat in, dat te Pesaro landde, van waar Z.H. den weg naar Ancona nam. Hij deed aldaar zijn intocht onder het daveren van het geschut der russische schepen, welke in de haven gestationeerd waren. De russische keizer had bepaaldelijk bevolen, dat men de keizerlijke saluutschoten zou lossen en dus aan den Paus dezelfde eer als aan zijn eigen persoon zou bewijzen. De burgers van Ancona waren, van vreugde opgetogen, toegestroomd en zes honderd hunner, elkander afwisselend, trokken met versierde koorden de pauselijke koets tot voor het paleis van den aldaar wonenden kardinaal, verheugd hun souverein te kunnen verwelkomen. Pius VII haakte naar het oogenblik zijner komst te Rome, waar hij den 3en Juli aankwam en met zulke treffende en roerende blijken van hulde en genegenheid ontvangen werd, dat zelfs de revolutionairen, op het vernemen van een zoodanigen intocht, een hooger denkbeeld moesten opvatten van den invloed, altijd door het hoofd der Kerk uitgeoefend. Op de piazza del Popolo, waar een kroon aan een republikeinschen generaal was aangeboden, stond nu een heerlijke triomfboog, welke Z.H. op zijn zegetocht moest paseeren.

Het verblijf van den Paus in hun midden was den Romeinen een voldoende vergoeding voor de geleden onheilen. Weldra zouden zij ondervinden, dat het vaderlijk bestuur van vroeger teruggekeerd was; ook hunne stoffelijke aangelegenheden, zoozeer door de revolutionairen verwaarloosd, werden thans weder behartigd. Al het papieren geld was tijdens de republiek verdwenen, maar eene massa munt van zeer slecht allooi was in omloop gebleven. Deze munt, welke slechts de helft van de waarde der gewone geldstukken had, werd echter als met de vroegere in gehalte gelijkstaande, gewisseld, waardoor een aanmerkelijke schade geleden werd, vooral door de hoogere klassen. Al die lagere munt van geringer gehalte werd nu op last van het pauselijk gouvernement uit den handel geweerd, welke maatregel, zoo weldoende voor het arme volk, het gouvernement anderhalf millioen kostte. De Paus zag met blijdschap, welke gunstige gevolgen die financiëele verordening op de welvaart zijner onderdanen had.

De fransche legerscharen vielen weldra op nieuw in Italië, de slag bij Marengo bracht het bijna geheel onder de wapenen en den invloed van den man, die aan de revolutie zijne grootheid dankte en door de revolutie ze steeds zocht te verhoogen: Napoleon Bonaparte. Verscheidene der bijzonderheden aangaande Napoleon's zeggen en doen, in deze schets voorkomende, alsmede van die, welke op enkele documenten betrekking hebben, zijn ontleend aan historische mededeelingen door den chevalier Artaud, destijds tot het fransch gezantschap te Rome behoorende, in zijne geschiedenis van Pius VII opgeteekend.

Eenige dagen na de schitterende overwinning, door hem behaald, gaf Bonaparte aan den kardinaal-bisschop van Vercelli te kennen, dat het zijn voornemen was met den Paus in vrede te zijn en zelfs met hem te onderhandelen, aangaande den toestand van de kerkelijke aangelegenheden in Frankrijk. Deze verklaring van den eersten consul, te midden van de woelingen des oorlogs afgelegd, werd op zijn verzoek, door den kardinaal aan den Paus medegedeeld.

De Opperpriester antwoordde den prelaat, dat hem geen aangenamer tijding kon gezonden worden dan die, betrekkelijk de goede gezindheid van Napoleon en eindigde zijn brief met de woorden: ‘Gij kunt den eersten consul zeggen, dat wij ons gaarne zullen leenen tot eene onderhandeling, waarvan het doel zoo eerbiedwaardig is, zoo passende aan onze apostolische bediening, zoo overeenstemmende met de inzichten van ons hart.’

Mgr. Spina, aartsbisschop van Corinthe, die Pius VI in zijne gevangenschap had vergezeld, vertrok als nuntius naar Parijs, de heer Cacault een voormalig studiemakker van den eersten consul, werd als gevolmachtigd gezant naar Rome gezonden en toen deze van Napoleon afscheid nam, en hem vroeg, welke gedragslijn hij tegenover den Paus had te volgen, antwoordde de consul op zijne gewone soldatenmanier: ‘Behandel Hem, alsof hij tweehonderd duizend manschappen had.’

Pius VII stond van nu af meer bepaaldelijk tegenover den man, die de revolutie als vertegenwoordigde. Zijn groote figuur in tegenstelling met die van den grootsten veldheer en despoot zijns tijds wordt door de vervolging niet weinig verhoogd.

Napoleon had zich tot nog toe meer als krijgsman dan als staatsman bekend en gevreesd gemaakt; de gelegenheden om in de laatste hoedanigheid zich te vertoonen, waren niet van dien aard geweest, dat zijne staatkunde in het volle licht had kunnen treden. Eerst later bleek het duidelijk, wie hij als monarch, als absoluut vorst was en dat hij de revolutie als zijne slavin had beschouwd, die hem het reuzenwerk, dat hij zich zelf oplegde, moest helpen voltooien.

Als voorstander van en ijveraar voor het Catholicisme in Frankrijk optredende, wilde hij zich de sympathieën der Katholieken, wier steun hij tot uitvoering zijner groote plannen behoefde, trachten te verzekeren. Zoo oordeelt een zijner tijdgenooten, die hem van nabij maar al te wel heeft leeren kennen, aangaande de bedoelingen van Bonaparte.

Die tijdgenoot, wiens gegronde meening wij aanhaalden, en uit wiens gedenkschriften vele der bijzonderheden van deze schets genomen zijn is de kardinaal Pacca, vertrouweling van PiusVII, geruimen tijd eerste minister en lotgenoot des Pausen in diens gevangenschap. Getuige van de meeste feiten, welke hij verhaalt, vrijmoedig schrijver, heeft hij in zijne gedenkschriften nauwkeurige en onpartijdige documenten voor de geschiedenis van het tijdsverloop, waarin die feiten plaats grepen, neêrgelegd.

Over Bonaparte sprekende, zegt hij, o.a., dat deze niet de meening der zich noemende philosofen deelde, dat Frankrijk van Rome moest losgerukt worden, wilde het geluk en macht erlangen. De raadslieden van Bonaparte, zoo heeft men gezegd, drongen meermalen bij hem aan om het fransche rijk aan het gezag van Rome te onttrekken, zooals een Hendrik VIII met Engeland deed, maar hij, inziende, dat de tijden niet meer dezelfde waren, en daardoor, wel verre van zijn doel te bereiken, de haat en de verachting der volken zou inoogsten, verwierp dien raad met verontwaardiging. Tot eersten consul benoemd, vatte hij terstond het werk der onderhandelingen met den H. Stoel aan. Dan, later, trachtte hij een tot nog toe verborgen plan uit te voeren: het erfgoed van den H. Petrus overweldigen en den Paus in Frankrijk laten resideeren, om hem tot zijn dienaar te maken. Van af dat oogenblik zocht hij voorwendsels om met Rome te breken. Hij wierp het masker af.

Pius VII, die wellicht in hem een tweeden Karel den Groote had voorondersteld, zou voortaan strijd te voeren hebben tegen eene politiek, welke alles in 't werk stelde om het Opperhoofd der Kerk te doen buigen voor den wil en de verlangens van een despoot, die den Paus, waartegen hij zijne plannen smeedde en dien hij later vervolgde, als een gansch ander persoon beoordeelde. Pius VII echter toonde, hoezeer de dwingeland zich had vergist. 's Pausen talenten en vastberadenheid, zijn levendigheid van geest, zijn zeldzame onderscheidingsgave, zijn doorzicht, stonden de plannen van den vermetelen Napoleon in den weg. De Stedehouder Gods waakte en bleef waken. Hij steunde op de onfeilbare belofte van den goddelijken Stichter der Kerk en overwon.

In het karakter van Pius VII lag, volgens Pacca, eene opmerkelijkheid, welke als het uitwerksel van zijn te groot wantrouwen aan eigen inzicht, van zijn nederigheid en bijzondere bescheidenheid mag worden aangezien; zijn eerste inzicht in eenige zaak, zijne eerste opvatting van een besluit verrieden een helderen blik in de aangelegenheden en een zeer juist oordeel; wanneer vervolgens een zijner ministers of eenig ander gewichtig persoon, zijne meening kwam bestrijden in een afzonderlijk gesprek en bij hem bleef aandringen, dan liet hij gewoonlijk zijn eigen meening varen om die des anderen, welke niet altijd de beste was, te volgen.

De revolutionaire beginselen, door Bonaparte niet verworpen, omdat zij hem tot zijn doel konden dienen, waren alom overgeplant.

Die revolutionaire princiepen vonden een onvermoeid en tot het uiterste onverschrokken bestrijder in Pius VII. Geheel Europa bukte voor den keizer en geweldenaar, doch het Opperhoofd der Kerk, de vorst van de Pauselijke Staten niet.

Men verge hier niet eene uiteenzetting van alle feiten en omstandigheden, welke in de belangrijke periode van de vervolging des Pausen tot zijn schitterende zegepraal voorkomen; slechts enkele merkwaardigheden kunnen in deze beknopte schets eene plaats vinden.

(Wordt vervolgd.)


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken