Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Belgische Illustratie. Jaargang 15 (1882-1883)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Belgische Illustratie. Jaargang 15
Afbeelding van De Belgische Illustratie. Jaargang 15Toon afbeelding van titelpagina van De Belgische Illustratie. Jaargang 15

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (29.13 MB)

Scans (1521.32 MB)

ebook (28.09 MB)

XML (2.91 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Belgische Illustratie. Jaargang 15

(1882-1883)– [tijdschrift] Belgische Illustratie, De–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Savonarola
De Dominikaner prediker in de XVe eeuw.

Die vermaarde Dominikaner-monik, uit de XVe eeuw, is vooral door de protestanten sterk besproken. Deze maken er een voorlooper van Luther van, zooals overigens van ieder verstandelijk man, die vóór den Wittemberger monik, eenige kerkelijke instellingen mocht gegispt hebben; met Savonarola maken zij ook de Pauzen, vooral Alexander VI, haatlijk.

Al wat onder de handen van het protestantism valt, in zake van geschiedenis, wordt ten behoeve van die secte en ten nadeele van Rome, vervalscht en dit is ook in zeker opzicht, het geval met Savonarola. Gelukkig wordt dit deel der geschiedenis meer en meer terecht gewezen en terwijl men reeds moet terugkomen op al de valschheden die Guichardini - de persoonlijke vijand der Borgia - Tomasso en Burchard geschreven hebben, verandert ook de geschiedenis van Savonarola grootendeels van aanzien, en is het in alle geval niet meer mogelijk in dezen het Pausdom aan te vallen.

Een werk, dat wij volmondig aanbevelen, als eenerzijds eene vollediging en anderzijds eene terechtwijzing van een partijdig boek door den duitschen protestant Gregorovius, is les Borgia door Clement (de Vebron). In dit boek wordt aan Savonarola een aantal bladzijden toegewijd en hoofdzakelijk aan zijne geschiedenis van 1490-97.

Laat ons den lezer in 't kort met het leven van dien woelzieken monik, dat men zoo dikwijls tegen het Pausdom inroept, bekend maken.

Terwijl Alexander VI krachtig tot de genezing der wonden, aan de Kerk toegebracht, bijdroeg, droomde een monik met een machtig redenaarstalent begaafd, de geestelijke opbeuring van het florentijnsche volk. Die monik was Girolamo Savonarola, te Ferrare den 21 september 1452 geboren.

Savonarola had eene zeer kristelijke opvoeding genoten en reeds vroeg stond hij in bewondering voor de welsprekendheid der Dominikanen, wier wit habijt hij vooral met liefde op den stoel der waarheid verschijnen zag. Op zijn 22e jaar, en zonder zijne ouders te verwittigen, ging hij naar Bologna, klopte aan het klooster der Dominikaner-orde en een weinigtijd later droeg hij ook het witte habijt. Die intree had dus plaats in het jaar 1474.

De schitterende hoedanigheden van den novice, deden hem spoedig tusschen gansch die rei van geleerde redenaars opmerken; zestien jaren later, dus in 1490, werd hij zelfs prior van San-Marco te Florence verheven. Savonarola was destijds pas achtendertig jaar oud. Het was te Florence dat deze groote redenaar eene voorname, doch jammer genoeg, niet altijd onbesproken rol, vervullen moest.

Weldra verliet Savonarola ten eenemale den biechtstoel, om zich geheel aan den preekstoel toe te wijden. Audin, in zijne Histoire de Leon X en Burlamachi in zijn Vita del. P. Girolamo de Savonarale zeggen, dat hij preekte in het binnendeel van het klooster. ‘De ligging van dit laatste was bewonderenswaardig gekozen, zegt Audin; als tempel had hij eenen hof vol schoone rozelaars van Damas; als paviljoen den hemel; als toehoorders, broeders in witte habijten. Hoe zou de redenaar geen ingeving gevoeld hebben?’

In die dagen was de kanselwelsprekendheid, voegt Clement er bij, zeer diep gevallen. Zij was volgens Tiraboschi en Cantu eene mengeling van profaan en gewijd geworden, die meer dan eens tot het bespottelijke overging. Als men nu nog, na drie eeuwen de sermonen van Savonarola leest, begrijpt men ook dat, door het scherp kontrast met zijne tijdgenooten, deze redenaar een diepen indruk moest teweegbrengen. Zijn woord was inderdaad, het woord des apostels, rijk gekleurd, ingrijpend, meeslepend.

‘De sombere, grafachtige stem van den predikant,’ zegt Burlamachi; ‘zijn gelaat aan wier twee zijden twee scherpe kaaksbeenen schenen uit te steken, zijn bleek gezicht, zijne magere vingers, door welke het licht kon heen dringen, zijne blauwe oogen, overwelft door lange rosse wenkbrauwen - dit alles maakt diepen indruk op de menigte.’

‘Dikwijls, zegt Audin, als hij van den preekstoel kwam, zag men hem het zweet van het voorhoofd wisschen. In het klooster terug gekeerd, wierp hij zich op de knieën om te bidden. Weldra klopte men aan de deur: 't was eene Magdalena in de zwarte mantille verborgen, die vroeg om zich te kunnen biechten; een grijsaard, die eene ontuchtige schilderij kwam brengen om ze te verbranden; een woekeraar, wiens zakken vol goud staken, om dit aan den rechtmatigen eigenaar weer te geven; 't waren lammen, die vroegen om den gordel van den Dominikaner aan te raken, want men zegde dat zijn kleed meer dan eens de gezondheid aan den stervende had weergegeven.’

De florentijnsche bevolking was ten dien tijde diep, zeer diep bedorven, 't Was eene verwijfde, heidensche, wulpsche en lichtzinnige bevolking en volgens Savonarola was het goud der Medicis de schuld dezer diepe bedorvenheid. Ook weigerde hij naar den prachtlievenden Medicis te gaan en dezen te bedanken, toen hij tot prior van San-Marco gekozen werd.

Lorenzo de Medicis den Dominikaner niet ziende komen, nam het besluit zelf derwaarts te gaan. Die machtige heer bood zich zelven aan. ‘Pater, zegde een der broeders, een voornaam man biedt zich in het klooster aan?’ - ‘Zijn naam?’ - Pater, 't is Lorenzo de Medicis. - ‘Komt hij bidden? Dat hij zijne devotie doe en men hem niet stoore.’

‘Toch wil ik hem zien,’ zegde de Medicis en hij deed door zijnen geheimschrijver een aantal goudstukken in den offerblok werper ‘In dit geval zal hij mij wel komen bedanken.’ Hij bedroog zich. Savonarola nam de stukken en zegde: ‘Dit is voor het klooster, dat voor den arme en de rest om missen te lezen voor de ziel des gevers.’

Savonarola, zegt Clement, is inderdaad de booze geest der Medicis geweest. Het schijnt dat hij, bij den stervenden Lorenzo de Medicis geroepen, van dezen op hoogen toon de vrijheid voor Florence eischte, en toen de Medicis weigerde zou hij zijn heen gegaan, zonder schier zijnen zegen aan den stervende te laten. Daarin teekent zich reeds de onbuigbare hoogmoed af, die later Savonarola deed vallen.

Toen Lorenzo de Medicis gestorven was. verhief zich de witte monik tegen zijnen opvolger, Petro de Medicis. Zoo lang Savonarola te Florence is, zal die Medicis er niet meer binnen treden; hij is als de cherub, die met vlammend zwaard aan den ingang van het paradijs staat, om dengene af te weeren, die er uit verbannen is.

[pagina 199]
[p. 199]

Te dien tijde waren de Franschen onder Karel VIII in Italië gevallen en de Italianen, veelal door hunne prinsjes en vorstjes, altemaal oproerig tegen hunnen leenheer, getiranniseerd, begroetten dien inval als het uur der verlossing. Ook Savonarola had de komst van Karel VIII voorspeld, den val der italiaansche citadellen ‘en den draf van het koninklijk paard, Savoye geheeten, dat God bij den tengel tot in Napels geleiden zou.’

Die woorden, lang te voren uitgesproken, deden Savonarola door het volk als een profeet beschouwen; hij had echter niets meer gezegd dan 't geen hij meende het natuurlijk gevolg te zijn der opkomende gebeurteniseen.

Toen het fransche leger op den italiaanschen grond voorttrok, riep de monik de Florentijners toe: ‘Poogt niet te weerstaan; uwe muren zullen vallen.’ Het volk boog het hoofd; maar toen Karel VIII aan Florence 100.000 gouden kroonen als schatting oplegde en dreigde, bij wanbetaling, de stad in vuur en bloed over te leveren, toog het volk in zijne wanhoop naar den prior van San-Marco en smeekte hem genade met zijne beminde stad te hebben.

‘Ik zal gaan,’ zegde de monik, en vergezeld door twee zijner broeders bood hij zich voor de woning aan, waar de koning zich bevond. Men weigerde hem den toegang. Savonarola keerde terug en ging langen tijd bidden in de San Maria-Novella. Eindelijk nam hij een kruisbeeld, verborg het onder zijne pij en keerde alleen, langs de via Larga, naar het koninklijk verblijf terug.

Ditmaal liet men hem binnenkomen; hij opende de pij, haalde het kruisbeeld te voorschijn en bewoog het langzaam voor het oog des konings.

‘Sire,’ zegde hij, ‘kent gij dit beeld? Het is het beeld van Kristus, die voor u is gestorven, gestorven voor mij, gestorven voor allen op het kruishout, en die stervende aan zijne beulen vergiffenis gaf. Indien gij mij niet aanhoort, zult gij ten minste Dengene aanhooren, die u spreekt door mijnen mond, Hem, die hemel en aarde schiep, den Koning der koningen; Hem, die de zege geeft aan de vorsten zijne welbeminden; maar die ook zijne vijanden straft en de goddeloozen in het stof werpt.

‘En Hij zal u tot in het stof vernederen, u en de uwen, indien gij niet afziet van uwe doodende ontwerpen; indien gij, zoo als gij gezegd hebt, die ongelukkige stad wilt afbranden, waar zooveel trouwe dienaren Gods zijn, zooveel arme onschuldigen, die dag en nacht voor zijn aanschijn weenen en jammeren. Die tranen zullen de majesteit van mijnen God ontwapenen; zij zullen machtiger zijn dan gij en uwe kanonnen.

‘Wat geeft aan den Heer het getal en de macht? Kent gij de geschiedenis van Sennacheris? Weet ge dat Mozes en Josué slechts eenige woorden van gebed noodig hadden om te overwinnen? Wij zullen bidden als gij niet vergeeft! Wilt gij vergiffenis schenken?’

En bij het eindigen bewoog de moedige Dominikaner Girolamo, het kruisbeeld voor de oogen des konings, en deze, alsof dat beeld van vuur geweest ware, wendde het hoofd terzij. Hij was overwonnen. Men begrijpt wat triomf voor Savonarola; men beseft hoe hij door het volk werd vereerd, bemind, aangebeden schier.

Toen hij het paleis verliet waar de koning verbleef, gaf hij aan 't volk verslag zijner zending; doch hij riep ook den rijke toe: ‘Brengt mij geld, graan, wijn en kleêren voor het arme volk dat honger, dorst en koude lijdt!’

De Medicis waren gevallen; Florence had een meester noodig. Hoe zou men echter vermijden in de dwingelandij te vallen? Het volk ging andermaal aan de kloosterpoort kloppen en het was pater Girolamo, die eene grondwet maakte, welke zijn vijand Machiavel verklaarde de beste der wetten te zijn, die Florence tot dan toe gekend had.

Savonarola is tot op dat oogenblik, zegt Clement allerbewonderenswaardig. Hij is de ware leider des volks, zoo in het geestelijke als in het wereldlijke. Middelerwijl dat hij goede wetten schreef voor zijne stadgenooten, preekte hij onvermoeid tegen de wulpschheid van Florence, want deze was de stad der zinnelijke vermaken, der wereldsche vreugde, der gedruischmakende tooneelen. Zij spreidt de prachtgewaden der courtisanen, de spaansche paarden harer edelen, de juweelen harer goudsmidswinkels, de zijde harer kooplieden mildelijk ten toon; zij wil, gaat de schrijver voort, niet vasten, noch boete doen; zij zal heidensch zijn en blijven!

Maar neen, de pater zette zijne bezweeringen voort. De rijken gaven aalmoezen, de vrouwen verlieten hunne ijdele tuiterijen, de schouwburgen liepen ledig, de kerken integendeel waren propvol. Men deed openlijk boete. Savonarola had eene inkwisite ingericht, die elken zondag door de straten trok, om de kaarten, de dobbelsteenen en andere spelen in te zamelen.

Bij de rijken en burgers klopte de inkwisiteur aan, en vroeg de duivelsche spelen, zelfs de harpen en wereldsche liederen, reukwerken en spiegels, en gaf de meesteres des huizes ook hare nuttelooze sieraden, dan zegde hij: ‘God zal u zegenen!’ gaf zij ze niet, dan ging hij heen onder het uitspreken der woorden: ‘God zal u vermaledijden.’ Die laatste woorden werden echter slechts zelden gehoord.

Al die heidensche ijdelheden, die Florence tot in het diepste van het hart bedierven, deed Savonarola op zekeren dag in zeven hoopen opstapelen. De eerste hoop bevatte voorwerpen van de mode, die de kuischheid beleedigden; de tweede bestond uit de portretten der Schoonen van Florence, geschilderd door kunstenaars der Renaisance; de derde, uit de voorwerpen die tot het spel dienden; de vierde uit muziekinstrumenten en wereldsche partitiën; de vijfde uit reukwerken, spiegels en andere modevoorwerpen; de zesde, uit de boeken der ontuchtige en wulpsche dichters; de zevende uit alles wat diende, om zich met den losbandigen carnaval te vermommen.

Ten tien ure des morgens trok een stoet van kinderen in het wit gekleed, met kroonen van olijfblaêren op het hoofd en roode kruisen in de hand, door de straten der stad; zij zongen liederen door Savonarola saamgesteld. Een ontelbare menigte volgde dezen stoet. De huizen waren met draperiën versierd, de grond met bloemen bestrooid. Op de Signori plein gekomen werd de mast, op welks top de carnaval gezeten was, in brand gestoken en heel die heidensche wereld, werd, onder het uitbundig gejuich des volks, verbrand. Het heidendom, dat in Florence zoo hoog en stout den kop opstak, was overwonnen, en broeder Savonarola keerde nederig naar zijne kloostercel terug.

(Slot volgt.)


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken