Berigten van het Historisch Genootschap te Utrecht. Deel 5
(1853-1856)–Anoniem [tijdschrift] Berigten van het Historisch Gezelschap te Utrecht–bron
Berigten van het Historisch Genootschap te Utrecht. Deel 5. Kemink en Zoon, Utrecht 1853-1856
codering
DBNL-TEI 1
Wijze van coderen: standaard
logboek
-
verantwoording
gebruikt exemplaar
eigen exemplaar dbnl
algemene opmerkingen
Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Berigten van het Historisch Genootschap te Utrecht. Deel 5 uit 1853-1856.
redactionele ingrepen
Aan het begin van elk stuk is een kop tussen vierkante haken toegevoegd.
eerste stuk, p. 18: Febrnarij → Februarij: ‘Ik kreeg den 21 Februarij 1746 berigt, dat hij zig in het campong Molucco bevond’.
eerste stuk, p. 147: voetnoot ‘1)’ heeft in het origineel abusievelijk voetnootnummer ‘2)’ gekregen aan de voet van de pagina. In deze digitale editie is dat verbeterd.
eerste stuk, p. 167: voetnoot ‘3)’ heeft in het origineel abusievelijk nootverwijzing ‘4)’ gekregen in de lopende tekst. In deze digitale editie is dat verbeterd.
tweede stuk, p. 48: accolades verspreid over meerdere regels kunnen in deze digitale versie niet weergegeven worden. Daarom wordt de accolade hier, met bijbehorende tekst, op iedere regel herhaald.
Bij de omzetting van de gebruikte bron naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten. Ook de blanco pagina's (deel 1: 2, 228, 230, deel 2: 2) zijn niet opgenomen in de lopende tekst.
[Deel 1, pagina 1]
BERIGTEN
van het
HISTORISCH GENOOTSCHAP
te
UTRECHT.
VIJFDE DEEL, EERSTE STUK.
UTRECHT,
KEMINK en ZOON,
1853.
[Deel 1, pagina 227]
INHOUD.
Blz. | |
Memorie van den Gouverneur Generaal Johan Gideon Loten, betreffende Makasser. Medegedeeld door Mr. J.A. Grothe. | 3. |
Rapport gedaen bij den Heere van Sommelsdijck aende Hooge ende Mogende Heeren Staten Generael der Vereenichde Nederlanden, den xi Augusti 1620, van zijne legatie aende Republycque van Venetien, vertrocken den 25 Aprilis ende wedergekeert den 7 Augusti. Medegedeeld door Jhr. C.A. Rethaan Macaré. | 45. |
Nalezingen op de Proeve eener geschiedenis van het geslacht van Nyenrode, door Jhr. J.J. de Geer. | 138. |
[Deel 2, pagina 1]
BERIGTEN
van het
HISTORISCH GENOOTSCHAP
te
UTRECHT.
VIJFDE DEEL, TWEEDE STUK.
UTRECHT,
KEMINK en ZOON,
1856.
[Deel 2, pagina 204]
INHOUD.
Blz. | |
Rapport gedaan ter ordonnantie van d' Ed. Heer Rijckloff van Goens, Raad ordinaris van India, Gouverneur, Admirael ende Veltoverste deses eylants Ceylon met de resorte van dien, door mij ondergesz. Henricus van Bijstervelt, den 21en Feb. deses jaars (1671) opgereyst na 't hoff van Candia, om aan Sijn Majt. Ragia Singa Raju de brieven te dier tijt mijn mede gegeven te presenteren, vervattende in 't cort de voornaemste voorvallen, de samenspraacken op diverse tijden met Sijn Keyserl. Majt. gehouden en vorders 't geene geduirende mijn residentie aan 't voorsz. Hoff ten dienste der E. Compagnie verricht is. Medegedeeld door Jhr. C.A. Rethaan Macaré | 3. |
Rijklof van Goens, Gouverneur-Generaal van Nederlandsch Indie. 1678-1681. Medegedeeld door P.A. Leupe. | 28. |
Memorien betrekkelijk het eiland Ceylon, door den Heer Rijklof van Goens, den Jonge, Gouverneur van dat eiland, bij het verlaten van het gouvernement overgegeven aan zijn opvolger, den Heer Laurens Pijl. 3 December 1679. Medegedeeld door Jhr. C.A. Rethaan Macaré | 49. |
Memorie, opgestelt door den Raad Extraordinair van Nederlands India en afgaande Gouverneur en Directeur van Java's Noord Oostcust Willem Hendrik van Ossenberch, om te strekken tot narigt van zijnen successeur, den Heer Johannes Vos, aankoomende Gouverneur en Directeur van Java's Noord Oostcust. Medegedeeld door Mr. R.W. Tadama. | 178. |