Berigten van het Historisch Genootschap te Utrecht. Deel 7
(1859-1862)–Anoniem [tijdschrift] Berigten van het Historisch Gezelschap te Utrecht–bron
Berigten van het Historisch Genootschap te Utrecht. Deel 7. Kemink en Zoon, Utrecht 1859-1862
codering
DBNL-TEI 1
Wijze van coderen: standaard
logboek
-
verantwoording
gebruikt exemplaar
eigen exemplaar dbnl
algemene opmerkingen
Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Berigten van het Historisch Genootschap te Utrecht. Deel 7 uit 1859-1862.
redactionele ingrepen
De eindnoten zijn in deze digitale editie direct bij de bijbehorende nootverwijzingen geplaatst. De volgende pagina’s zijn hierdoor komen te vervallen: deel 1: 63, 64, 65, 66, 67, 68, 69, 70, 71, 376, 377, 378, 379.
p. 17-45: een streep die twee letters overspant kan in deze digitale versie niet weergegeven worden. Daarom is boven elke letter afzonderlijk een streep geplaatst.
eerste stuk, p. 101-102: in het origineel staat een kop die doorloopt op de volgende pagina. In deze digitale editie kan dit niet worden weergegeven. De kop is daarom in zijn geheel op p. 102 geplaatst.
eerste stuk, p. 102-103: in het origineel staat een kop die doorloopt op de volgende pagina. In deze digitale editie kan dit niet worden weergegeven. De kop is daarom in zijn geheel op p. 103 geplaatst.
eerste stuk, p. 232: begroeteu → begroeten: ‘den nieuwen Gouverneur ten zijnen huize begroeten’.
eerste stuk, p. 241, 253, 254, 312, 313, 323, 326, 338, 339, 344, 424, 426, 427, 429, tweede stuk p. 139, 187, 188, 253: accolades verspreid over meerdere regels kunnen in deze digitale versie niet weergegeven worden. Daarom wordt de accolade hier, met bijbehorende tekst, op iedere regel herhaald.
eerste stuk, p. 427: voetnoot ‘1)’ heeft in de lopende tekst geen nootverwijzing. In deze digitale editie is de noot vooraan de paragraaf na de kop geplaatst.
tweede stuk, p. 3: gese iedenis → geschiedenis: ‘in de Vaderlandsche geschiedenis met eere bekend.’.
tweede stuk, p. 232: buiteu → buiten: ‘Intusschen ontstond er buiten de baay van Goa’.
Bij de omzetting van de gebruikte bron naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten. Ook de blanco pagina's (deel 1: 2, t.o. 81, 432, deel 2: 2) zijn niet opgenomen in de lopende tekst.
[Deel 1, pagina 1]
BERIGTEN
van het
HISTORISCH GENOOTSCHAP
te
UTRECHT.
ZEVENDE DEEL, EERSTE STUK.
TWEEDE SERIE.
TWEEDE DEEL, EERSTE STUK
utrecht,
KEMINK EN ZOON.
1859.
[Deel 2, pagina 1]
BERIGTEN
van het
HISTORISCH GENOOTSCHAP
GEVESTIGD
te
UTRECHT.
ZEVENDE DEEL, TWEEDE STUK.
TWEEDE SERIE.
tweede deel, tweede stuk.
UTRECHT,
KEMINK EN ZOON.
1862.
[Deel 2, pagina 520]
INHOUD.
Blz. | |
Eene bladzijde uit het leven van Mr. Nicolaas Witsen, Burgemeester van Amsterdam. Medegedeeld door Mr. C.A. Chais van Buren. | 3. |
Rapport van de Heeren Gecommitteerden der Staten-Generaal, in Januarij 1616 naar Leeuwarden gezonden. | 47. |
Verbaal van de onderhandelingen door de Nederlandsche Gezanten, van December 1618 tot Augustus 1619, in Engeland gevoerd | 81. |
Rapport vant gebesoigneerde tot Tunis en̄ Algiers, inde jaren 1622 en̄ 1623 | 279. |
Beknopte historie van de voornaamste gebeurtenissen op Ceilon, sedert de komste van de eerste Nederlanders aldaar in in den jare 1602, en vervolgens van het etablissement der Edele Maatschappij ten zelven eilande tot den jare 1757. | 330. |