Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Biekorf. Jaargang 26 (1920)

Informatie terzijde

Titelpagina van Biekorf. Jaargang 26
Afbeelding van Biekorf. Jaargang 26Toon afbeelding van titelpagina van Biekorf. Jaargang 26

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.60 MB)

ebook (3.39 MB)

XML (0.77 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Biekorf. Jaargang 26

(1920)– [tijdschrift] Biekorf–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende


illustratie

Herist... en meer andere saalfranksche woorden.

Hoe dikwijls hebben wij er op gesteund, dat taalkundige wetten, wepel, op hun eigen genomen, dies onbeholpen d.i. ontbloot van alle hulpwetenschap, een gevaarlijke, een blinde werkkracht waren, vooral waar het er op aankwam den oorsprong en tevens de eerste bediedenis der oudtijdsche woorden te verklaren.

De geleerde Mone ontdekte in de stadsboekerij van Trier twee bladen, uit de 9de eeuw, van eene vertaling der Lex Salica, die naderhand, omtrent 1850, in de uitgaaf van Merkel, en nog later, in den text van Pertz uitkwamen.

Op de eerste bladzijde leest men: Incipit liber legis Salicae. I Herist fon meni.

De tekst zal wel van het begin der 9de eeuw dagteekenen daar hij niet vrij is van samenstellingen uit verscheidene woorden bestaande en die de afschrijver niet wist of niet zocht te ontschachten. Immers, de oudste frankische schrij-

[pagina 245]
[p. 245]

vers voegden al de letters van een en zelfde reek aan malkander. Geraakt daaruit!

Aldus vinden wij bl. 2, reek 3: ibuernicuimit; bl. 3, reek 5: (erdo) inmetalostun. Dit eerste moet gesteld worden: ibu er ni cuimit. Het tweede: in metalostun (stigu).

 

Beginnen wij met Herist Fon Meni.

Pertz denkt te moeten lezen: Textus. R. = (rubrica). Doch gaan wij eenvoudiglijk de hulpwetenschappen der taalkunde te rade. De Lex Salica is de Zaal-wet, het Zalenrecht, der Saal-Franken, die gehouden werd in hun zalen (later leenhoven). Die zalen vindt men bij uitstek in Westen Fransch-Vlaanderen; en wat meer is, de zaalwet van een der oudste zalen was bewaard gebleven tot vóór den oorlog: de Wetten der Zale van Yper. Die zaalwet was zelfs vollediger dan de latijnsche Lex Salica, die maar een kort begrip is uit verscheidene zaalwetten samengebracht. Zulke bronnen zijn meer weerd dan deze buiten de streek der eerste Saalfranken gevonden. Wij lezen er: Eerst van manen.

't Doet er niets aan dat herist met een h geschreven is, integendeel 't is een bewijs te meer voor de bewering dat de Oostfranken dikwijls de h als aanvangletter hadden waar de West- en Saalfranken ze niet kenden.

Bemerken wij hier terloops dat bijna al onze woorden die een drietal medeklinkers vergaren, oudtijds een tusschenklinker hadden, naderhand eruit gevallen, zooals hengst, vroeger: chengisto (Lex Salic. cod. 10, Tit xli); metalost: middelst. Die klinker zeer afwisselend volgens vroegere of latere eeuwen en volgens de landspraken, zal naar alle waarschijnlijkheid in de eerste eeuw onzer tijdrekening de i-klank geweest zijn, die niettegenstaande alle klankverwisselingen hier en daar nog is bijgebleven in oord- en geslachtnamen.

Van herist is nooit maar deze vorm gevonden met den i-klank. Andere woorden zooals chengisto, hebben ook a,

[pagina 246]
[p. 246]

of o: changasto, changosto. Insgelijks hebben wij hier ook zoo metalostun met den o-klank.

Is Merkels lezing nu echt, en moet men inderdaad herist stellen, dan hebben wij een werkweerdig woord voor oogen dat ons met zekerheid den ouden vorm van den overtreffenden trap aanbiedt: herist, her-ist.

Herist ware dus een superlativum primarium van her, er nu eer, dat beantwoordt aan ons ‘eerst’. Metalostun, met den o-klank, beantwoordt aan ons huidig: ‘middelst-(e)’.

Nog hebben wij chengisto -asto -osto hierbij genomen omdat inderdaad Franck een ouden vorm van overtreffenden trap in dien uitgang ziet. Doch de toepassing op het hengstdier: de sterkste, de vlugste, schijnt gewaagd; toch is mogelijk daar de grondbeteekenis, gewoonlijk in de andere woorden die den hengst beduiden aangeraakt, kan gevonden worden in verwante woorden van dezelfde basis zooals scankùs vlug, scankínti, laten springen.

 

Wat inmetalostun aangaat, een taalliefhebber en zeer belezen geleerde, wijlen Th. Ganthier, van Berlin, die wat overdreven in zijne ‘methode’ al de taalkundige regels over het hoofd zag, en nochtans veel nuttig en verdienstig werk verricht heeft, dacht dat dit samengesteld woord eene glossa was, en geen vertaling van tekst.

Zonder ooit den tekst toe te naderen, verwaarloosde hij de vergelijkingstudie, sloeg hand aan 't werk, ontschachtte het woord: in-metal-los-tun, en bekwam den zonderlingen uitslag: solvere in metallo! dat is: met klinkende munt betalen! Als men hem wilde terecht wijzen, voldeed hij met niet te antwoorden... zooals vele zijner volgelingen het van hem achterleerden.

De frankische vertaling was gemaakt op de 4de reek van Tit II, Cod. 10. De drie voorgaande reken gaven:

II. (1) Fon diubiu suino, sohper
(2) so suganti farah forstilit,
(3) fonderu furistun stigu;
(4) erdo inmetalostun.
[pagina 247]
[p. 247]

De latijnsche tekst:

II. (1) De furtis Porcorum.
(2) Si quis porcellum lactantem furaverit
(3) de rhanne prima (4) aut de mediana.

De afsluiting der verkens had bij de Franken drie verdeelingen volgens den ouderdom der dieren. Die afsluiting naamde rhanne (renne, tot heden) stigu (steege, steige - houten afsluiting stijgende met den mest der dieren, en hoogst in de derde verdeeling nabij het verkenskot). Hoe nader het verkenskot, hoe zwaarder de boeten vielen voor den dief, die er plichtig bevonden wierd; daarom die onderscheiding. De verdeeling van het midden noemde men natuurlijk in metalostun, in de middelste steeg (of renne).

 

Wat ibuernicuimit betreft, deze bewoording is te brengen bij den tekst (Cod. 6-5), si non venerit. Ontstukt: ibu, er, ni cuimit = zoo, indien (eng. if); hij, hijzelf; niet; kwame.

De frankische teksten, tot ons gekomen, zijn slecht gescheiden; maar wij mogen nog tevreden zijn dat zij, gelijk hoe, toch gescheiden zijn in een tijdstip waar men nog frankisch sprak. Wat zouden wij aardig staan kijken, moesten wij de reek-teksten voor ons liggen hebben met eene lijn dichtgesloten en in slagorde geschaard zooals: huutchardoschuisarachrogino. Wie ter wereld zou daar nog uitgeraken?

 

('t Slot volgt)

J.V.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken