Het Boek. Jaargang 7
(1918)– [tijdschrift] Boek, Het–
[pagina 65]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Varia.W.P. van Stockum Jr.Donderdag 17 Januari was in de wereld van het Nederlandsche boekwezen een feestdag. De man, wiens naam hierboven staat, vierde zijn zeventigsten verjaardag en herdacht tegelijk het feit, dat hij juist 40 jaren geleden den boekhandel van zijn vader, in 1833 in den Haag gevestigd, overnam. Het was echter niet in hoofdzaak een boekhandeljubilee dat we vierden, want reeds voor een 15 jaren heeft de heer W.P. v. St. zich uit de zaken teruggetrokken. De bloeiende boekhandel op het Buitenhof, en het antiquariaat dat nog als Van Stockum's antiquariaat een gevestigden naam heeft, worden sedert door anderen gedreven. Maar hij zelf is volstrekt niet gaan rusten. Hij heeft zich met grooten ijver en toewijding gewijd aan de belangen van zijn vak als bestuurslid en voorzitter van de Vereeniging tot bevordering van de belangen des boekhandels, als gedelegeerde der Regeering in de voorbereiding van het toetreden van Nederland tot de Berner Conventie, als bewerker van het omvangrijke bronnenwerk over den Boekhandel te Amsterdam, voornamelijk in de 17e eeuw. In de Vereeniging was zijn streven vooral gericht tegen misbruiken die zijn vak ontsierden. Bij de bestrijding daarvan heeft hij veel bereikt, en zijn somtijds straf optreden heeft krachtig medegeholpen om ingeroeste onregelmatigheden uit te roeien. Hij is bovendien de man geweest, die met persoonlijke opofferingen veel gedaan heeft voor het in orde brengen van het archief en de bibliotheek der Vereeniging. Als bibliophiel in de goede beteekenis van het woord, als vurig bewonderaar van kunst en letteren deed hij zich reeds als uitgever kennen door het prachtwerk Amsterdam in de 17e eeuw, waarvan hij de verluchting bezorgde, eene taak, die men eenigszins kan leeren schatten als men weet dat voor dat werk niet minder dan ruim 1300 schilderijen, teekeningen, kaarten, gravures werden bijeengezocht. In 1910 tot voorzitter van het Internationaal Uitgeverscongres benoemd, verraste hij de congresleden met een fraaie verzameling documenten: La librairie, l'imprimerie et ia presse en Hollande à travers quatre siècles. Hierin zijn een 200-tal titels van boeken, hier te lande gedrukt, afgebeeld, bij voorkeur stukken die licht werpen op het internationale karakter van de Nederlandsche uitgeverswerkzaamheid, meerendeels bibliografische zeldzaamheden. Later, bij gelegenheid der Grafische Tentoonstelling te Leipzig (de zoogenaamde Bugra), die in 1914 door den oorlog gesloten moest worden, gaf hij opnieuw een blijk van belangstelling in de oude zeldzame uitgaven onzer voorouders, door het afbeelden van de eerste in Nederland gedrukte Engelsche couranten. Behalve dit alles deed hij mede aan het wetenschappelijke en maatschappelijke leven in zijne woonplaats, door ijverige deelneming in het werk van de vereenigingen Die Haghe, en Oefening kweekt kennis. Deze laatste vereeniging, door zijn vader opgericht, heeft in hem een ijverig en weldoend voorzitter. Van Stockum heeft zich, vooral in die laatste jaren, vele vrienden gemaakt. Niet door te groote toeschietelijkheid en gemakkelijkheid in den omgang, maar vooral door zijn zichzelf niet ontziende werkzaamheid en ijver, zijn onverzettelijken wil om een eenmaal opgezet plan tot een goed einde te brengen. En allen achten in hem den man van ongebroken trouw aan het eens gegeven woord, den loyalen en royalen vriend die wars is van klein- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 66]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
geestig gedoe en bij wien men nimmer te vergeefs om raad of steun aanklopt. Uit deze vele vrienden had zich eene commissie gevormd om den 17en Januari tot een feestdag te maken. En zoo verzamelden zich in den namiddag te 3 uur te zijnen huize, Juliana van Stolberglaan 43, een zeer groot aantal dames en heeren. Daar waren vele leden van de besturen van de Vereeniging t.b. v.d. belangen des Boekhandels, den Uitgeversbond, de 's Gravenhaagsche Boekhandelaarsvereeniging, die Haghe, Oefening kweekt kennis enz. Voorts uitgevers, geleerden, letterkundigen, zoodat de ruime salons met eene dichte menigte gevuld waren. Dr. A.G.C. de Vries voerde allereerst het woord. Hij achtte het zich een groot voorrecht, dat hij uit naam van ruim 300 menschen heden den heer Van Stockum mocht toespreken, daar hij zoo veel jaren met hem had samengewerkt en in dien tijd tusschen hen - ondanks het verschil in leeftijd - hartelijke vriendschap was ontstaan. Hij herinnerde er aan, dat de heer Van Stockum heden een dubbel feest herdacht, zijn 70-jarigen geboortedag en den dag dat hij vóór 40 jaren in de firma zijns vaders als deelgenoot optrad, een persoonlijk en een maatschappelijk feest dus. Het persoonlijke feest alleen wilde hij herdenken omdat dit wel de oorzaak was dat zoovelen heden zich hadden opgemaakt om den jubilaris te huldigen. Die beide perioden, - zijn zakenleven en de tijd die op zijn uittreden uit de zaak volgde - geven een geheel verschillend karakter te zien. Zeker, men had waardeering voor het talent en de energie waarmede hij de oude zaak zijns vaders bestuurde, maar de ware Van Stockum was eerst voor den dag gekomen, toen hij zijn rust ging genieten, tóén eerst had men den man van nobel, eerlijk karakter en den ijverigen en onvermoeiden werker leeren kennen, toen eerst gevoelde men zich tot hem aangetrokken en had hij anderen de gelegenheid geschonken, vriendschap met hem te sluiten, zooals met spreker het geval was. In die beide perioden was veel door hem tot stand gebracht; alles te vermelden wasonnoodig en overbodig, maar de aandacht wil spreker vestigen op twee werken door hem geschapen, elk in een zijner levensperioden, zijn ‘Amsterdam in de 17e eeuw’, een standaardwerk, maar ook nog een uiting van welbegrepen koopmanschap, en zijn ‘De Boekhandel te Amsterdam in de XVIIe eeuw’, een boek van groote en volhardende studie. Karakteristiek zijn die beide boeken voor Van Stockum omdat zij hem doen zien als den echten Hollander die den bloeitijd van onzen Staat, - de XVIIe eeuw - hoog vereert - zoo zelfs dat hij, de volbloed Hagenaar, niet schroomt in die werken, Amsterdam, het middelpunt van Kunst en Wetenschap, - ook in die eeuwen, - de eer te geven die haar toekomt. Toen de Commissie zocht naar een hulde, die den jubilaris het aangenaamste zou zijn, heeft zij dan ook gemeend, het meest in zijn geest te handelen, door hem te eeren, zoo als men in de gouden Eeuw zijn groote mannen huldigde. Toen droeg men den grootmeesters der schilderkunst op, het beeld van dezen te vereeuwigen - zoo heeft ook de commissie nu willen doen en zij is zoo gelukkig geweest den heer Haverman hiertoe bereid te vinden, en den jubilaris gewillig om het vervelende zitten voor zijn portret wel te willen dragen. Spreker, het portret aanbiedende, hoopt dat het den heer Van Stockum gegeven mag zijn nog vele jaren het te mogen bezitten en spreekt den wensch uit dat het later een plaats | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 67]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
moge vinden waar het voor ons en voor hen die na ons komen, de gedachtenis moge bewaren aan een groote en nobele figuur uit ons midden. Het portret is vergezeld van een album met de namen der 314 deelnemers, waarvan de band is vervaardigd door de firma J Brandt en Zoon, en de dedicatie is ontworpen en uitgevoerd door de kunstvaardige hand van Mej. Te Winkel. Met een kort woord, in het bizonder gewijd aan de werkzaamheid van den heer Van Stockum als voorzitter der Vereeniging t.b. van de belangen des boekhandels, overhandigde de heer A.B. van Holkema hem namens het Bestuur den eersten gietpenning, vervaardigd volgens het ontwerp, in 1917 door het D.A. Thieme-fonds bekroond. Dat de heer Van Stockum de eerste zou zijn die dezen penning zou ontvangen was iets, zeide spreker, dat voor het bestuur van den beginne af vaststond. Hierna voerde het woord de heer J. Tadema, voorzitter van den Nederlandschen Uitgeversbond, die ook herdacht wat Van Stockum heeft gedaan voor het Uitgeverscongres en als lid van het Bureau permanent. Dr. C. Hofstede de Groot bracht den gelukwensch van ‘Die Haghe’, de heer J.W. Couvee van de s Gravenhaagsche Boekhandelaarsvereeniging, Dr. A.J. Barnouw sprak namens het bestuur van Oefening kweekt kennis, Dr. H. Blink herdacht met waardeering de flinke zorg van den heer Van Stockum bij de organisatie van de Geografische tentoonstelling in 1916, Dr. C.P. Burger sprak van zijne krachtige maar niet naar buiten tredende werkzaamheid bij het maken van een algemeenen catalogus van oude Nederlandsche uitgaven voor het Frederik Muller-fonds, en wenschte hem nog lang de kracht en de opgewektheid toe om met dit groote werk onvermoeid voort te gaan. De jubilaris dankte, zichtbaar aangedaan, voor al die blijken van vriendschap, en herdacht in hartelijke woorden zijn overleden ouderen vriend J. Margadant, aan wien hij zoo heel veel te danken had. Een feestmaaltijd, door de commissie aan den heer Van Stockum aangeboden, werd op zijn verlangen, met het oog op de tijdsomstandigheden, niet gehouden, maar hij zelf vereenigde als gastheer een kleinen kring van kennissen om zijn tafel.
(Grootendeels naar W.N. in te Nieuwe Courant, en naar het Nieuwsblad v.d. Boekh.) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Duurte in 1565.1. Eene ordonnantie van Philips II.Nieu ordinantie ende // placcaet ghemaect by onsen ghenadighen // Heere die Coninck opt stuck vanden co- // ren ende grane. Ghepubliceert // dē xv. September / Anno // M.D. LXV. // (Bourgondisch wapen) // Gheprint te Louen bij Marten Verhasselt / // ghesworen boeckdrucker / int iaer xvc. lxv. // Met gratie ende Priuilegie der C.M. // Onderteekent. D'ouerloepe. // 16 blz. (de 2 laatste blank). Gothische letter, kl. 8o. Alsoe tghewas ende den Ougst van tcoren ende graen van desen teghenwoordighen iaer, sober ende cleyn is gheweest, Daer vuyt ende duer tbedroch, abuys ende monopolie, twelck daer inne daghelicx gheplecht wordt, alreede groote dierte geresen ende geuolcht is, Ende groote apparentie is... tot meerdere dierte te comen,... Soe eest dat wy begerende der voorschreuen dierte van tcoren ende graen, mitgaders tvoorschreuen bedroch, abuys ende monopolie, voortecommen ende beletten, ende tselue coren ende graen, bringhen ende reduceren tot redelicken pryse, tot onderstam ende verlichtinghe van onsen goeden ondersaten... Ordineren ende statueren by desen... | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 68]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
graenen hoe die ghenoempt moeghen zijn, in specie oft gemalen,... op de pene van te verbueren tselue graen, erweten, boonen oft meel, mitgaders de scepen, wagens, kerren, oft peerden daer die opgheladen souden zijn. Oft die weerde van dien, zoo verre die nyet achterhaelt en worden. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
2. Eene ernstige vermaning.Raet ēn̄ reme- // die om goeden coop Cooren te // hebben / ende den dieren // tijt te weerene. // (Houtsneefileet) // Gheprint Thantwerpen op // dye Lombaerde Veste in- // den witten Hasewint // by my Jan van // Ghelen. // Anno. M. CCCCC. en̄ Lvi. (sic!) // (1565). 8 blz. Gothische letter. kl. 8o. Hoe wel dat de wereldt oyt is besteken geweest, met vele boose menschen, der welcker hoop meerder altijt is gheweest, dan der Godvruchtige getal, nochtans salmen desen tegenwoordighen tijt (naer mijn duneken) niet seer beliegen mette segghen, dat hi de ander alte bouen gaet in boosheit ende sonden,... (Uit Cat. no. 428 Mart. Nijhoff, sub 16 en 17). | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Twee rechtsboeken gelegateerd aan ‘die librarie der kercken’ te zutphen.Hoe de herkomst van bepaalde in openbare bibliotheken aanwezige boeken soms aan het licht kan komen, moge blijken uit onderstaand testament van Derrick Aessack te Zutphen, in het jaar 1598 aldaar voor het Schepengericht verleden. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 69]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Kentenissen der Stad Zutphen 1596-1600 fo. 192vo-193vo. Jammer dat wat het ‘groote corpus civile’ betreft, zooals Dr. K.O. Meinsma mij mededeelde, dit uit meerdere exemplaren niet is aan te wijzen. De ‘Tractatus Vasquij de successionibus’, zoo deze werkelijk zijne bestemming heeft gekregen, is in den loop der tijden verloren geraakt, althans nu niet meer in de Librye der St. Walburgskerk te Zutphen aanwezig.
J.W. Wijndelts.
Amsterdam, November 1917. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Losseaanteekeningen betreffende boekbinders en handelaars van Oud-Mechelen.(Vervolg van blz. 38).
Niet vóór 1541, toen Gielis Vander Heyden's naam verscheen op de ‘Additie, Ampliatie ende declaratie vanden Costumen / usancien / ende stijl van procederen der stadt, vryheyt ende iurisdictie van Mechelen - - - Gheprint Tantwerpen…. by.... Michiel van hoochstraten’, had M. Prosper Verheyden een tast- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 70]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
baar bewijs van het bestaan van eenig boekhandelaar binnen onze stede kunnen aantreffen. Wij nu zijn bij machte aan te toonen dat, vóór dat jaar, niet minder dan drie librariers reeds hun winkeltje openhielden. Merten de boekverkooper. - Op twee vendities van sterfhuizen, die allebei gehouden worden in de maand November 1506, zien wij hem weggaan met gerief voor het huishouden zoowel als met een paar boeken:
Maar hebben wij hier misschien niet te doen met een bibliothecaris uit een of ander godsdienstig sticht van het toenmalige Mechelen? Die vraag wordt gewettigd door het gebruik van het Latijn bij de aanduiding van onzen kooper. Wij weten echter dat dit lang niet zelden gedaan werd op de vendities, die wij in de registers der Inventaria gebundeld vinden; vooral in de oudste der reeks. Daarbij, waar het om een geestelijke ging, zou zeker niet het gebruikelijke D [ominus] vóór den naam ontbroken hebben. Wij zijn veeleer geneigd onzen ‘martinus’ te vereenzelvigen met een andere kennis van Heer Verheyden - met ‘Mertten die boeckbinder’, welke net in die jaren op de Stalenbrugge in de Kathelijnestraat woondeGa naar voetnoot1). Zoo goed als alle onze 16e-eeuwsche boekhandelaars, immers, waren tevens boekbinders. Ook Gielis Vander Heyden, of Verheyen, die dus niet onze eerste librarier is, schoon hij reeds lang vóór 1541 in die hoedanigheid bij de stadgenooten bekend stond, zooals hieronder blijken zal. Daar leeren wij meteen, dat de onderstelling van Prosper Verheyden: Gielis Vander Heyden is niemand anders dan Gielis de boekbinder uit den Bruul eerst en uit de Nonnenstraat laterGa naar voetnoot1). zeer juist was. En we leeren nog meer: dat de man daarenboven schoolmeester was. Diensvolgens kreeg hij zijne plaats in de lijst van 16e- en vroeg 17e-eeuwsche onderwijzers ter stede, die wij als eerste bijlage drukten bij ons stukje: ‘Uit de Geschiedenis van het lager Onderwijs te Mechelen op het Einde der XVIe eeuw’.
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 71]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Buiten 't een en ander huisgerief schaft Vander Heyden zich uitsluitend boeken aan en niet ongaarne vele boeken voor weinig geld, het ‘ramenant’ dat men niet wou trieeren. Natuurlijk paste dit alles in zijn kraam onder den Beyaert, of 't vroeger stadhuis: daarom heeft hij vast en zeker ook als een antikwaar zijn handel gedreven en was er geen scherp onderscheid, evenmin als bij de andere onzer vroegste librariers, tusschen hem en de gewone oudekleerkoopers. Jan de Rue. - Deze boekhandelaar met zijn Vlaamschen voornaam en zijn Franschen familienaam is aan den heer Verheyden onbekend gebleven. Wij kennen hem slechts uit het verslag van éénen enkelen koopdag, in September 1534 gebeurend. Zijn standplaats wordt ook aangegeven: hij stelde zijn waar te koop in een der stalletjes bij het ‘Paleys vanden Raedt’, d.i. het aloude ‘Scepenhuys’ dat met dezen nieuwen naam werd gedoopt mids de instelling ten jare 1474 van den Grooten Raad te MechelenGa naar voetnoot1).
Jan van Campenhout, een tijdlang de eenige boekhandelaar zijner stad, kreeg de klandizie van de super-intendenten der ‘gemeijnen huijsarmen’. Hij leverde nl. de leerboekjes voor de school, welke ten behoeve der kinderen van openbaarlijk ondersteunden in de stadshalle geopend werd: Item voir diversche bocxkens den airmen kinderen inde schole gegeven binnen desen jaere, betalt hans van campenhout. xxiij st. Een tweede aanteekening hebben wij uit een rekening, in 1629 aan de Heeren Weesmeesters overgegeven: Item betaelt aen Ian van Campenhoudt over affgecochte boecken voor Franchois Lardenois blijckende bij billet ende quitantie dair van synde.......... ij gulden x st. Cornelis Sammers, een geboren Leidenaar, die echter naar ZuidNederland kwam en er de goed-katholieke schoonzoon werd van Henricus Hastenius, den drukker der Leuvensche universiteit, werd als Mechelsch drukker-boekverkooper door den heer Verheyden ontdecktGa naar voetnoot1). Sammers verkreeg immers van den koning de toelating, dd. 4 Juni 1624, om een drukkerij in te richten naast den boekenwinkel, dien hij alreeds te Mechelen had begonnen. Men kent van hem geen enkele uitgave, wel buitengewoon vele archivalia, die op hem en zijne bedrijvigheid betrekking hebben. Op het Mechelsch Stadsarchief zijn er ook een paar bewaard. Eén daarvan werd aangewezen door wijlen den archivaris V. HermansGa naar voetnoot2), wien echter een ander stuk ontging schoon hij hetzelf samenvatte in zijn inventaris der ‘Lettres missives’ uit zijn depotGa naar voetnoot3): | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 72]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Lettre de Jacques Boonen, archevẽquede Malines, au magistrat de la ville, par laquelle il demande. en faveur de Corneille Sammers, qui désirait transférer de Louvain à Malines sa librairie et son imprimerie, la jouissance des privileges accordés en pareille matière. Naar bekend is, ligt, sinds September 1914, een belangrijk deel van de stukken en bundels uit het Mechelsch Archief te Antwerpen geborgen. Het vermelde register bevindt zich daaronder en derhalve zullen wij slechts bij latere gelegenheid met den bedoelden brief van aartsbisschop Boonen kennis kunnen maken. Vooralsnog zij gezeid, dat archivaris Hermans daarbij in nota aanmerkt: ‘Sans nom de lieu ni date’. Zijn nummer CCXXXVI is nochtans gebundeld tusschen een van 28 Februari 1623 en een van 2 Maart 1623.
1917. Dr. Robert Foncke. |
|