Varia.
Fuhri en de kunstkroniek.
In Onze Kunst van Februari j.l. schrijft de oud-directeur van het museum-Boymans te Rotterdam, P. Haverkorn van Rijsewijk een artikel over Matthijs Maris. Zijn vader, geboren in 1809, kwam als letterzettersmaatje op de drukkerij van K. Fuhri te 's Gravenhage, waar hij opklom tot meesterknecht en hij bleef dit toen H.L. Smits in 1853 de drukkerij overnam. Op die drukkerij werd o.a. gereed gemaakt de Kunstkronijk. Théophile de Bock vertelde reeds in zijn boek over Jacob Maris, dat de vader belast was met het drukken der houtsneden en lithografieën. Dit geschiedde zeker omdat hij getoond had daarvoor hart te hebben, een genegenheid welke getuigt van zeker gevoel voor beeldende kunst.
Hierin zijn enkele onjuistheden. De Kunstkronijk sinds 1844/45 uitgegeven door K. Fuhri, als directeur der Houtgraveer-school, maar deze periodiek werd gedrukt bij E.J.L. Fuhri; te voren waren de Nederlandsche Mij. voor schoone kunsten enSchinkel de drukker van het blad; in 1847 nam K. Fuhri de typografische uitvoering zelf ter hand. Vervolgens komen in de deelen bij de Fuhri's uitgegeven en gedrukt, haast geen houtsneden, wel houtgravures voor, althans geen houtsneden in den technischen zin gemeenlijk aan dat woord gegeven en eindelijk, deze boekdrukkerij was geen steendrukkerij d.w.z. er was zoo als blijkt uit een enkele prent wel gelegen heid om steendruk werk te vervaardigen, maar boekdruk en steendruk zijn twee zoo onderscheiden technieken, dat het ondenkbaar is, dat één persoon den druk ervan behoorlijk en dan nog wel artistiek kan beheerschen: de litho's zijn gedrukt o.a. bij H.J. Backer, C.W. Mieling (Rotterdam), J.D. Steuerwald, A. Arnz & Co. (Leiden), Mensing en Last, B.B. Blijdenstein en P. Blommers. Slechts een zeer enkele litho b.v. die in jaargang 1847 tegenover blz. 66, is volgens het impressum bij K. Fuhri gedrukt; hij had bovendien ook een plaatpers(Zie Kunstkronyk 1846, 84).
J.W.E.