fol. 244 zijn wij pas tot het jaar 900 genaderd. Die wanverhouding, welke bij Johannes à Leydis niet voorkomt, is te verklaren uit het groote aantal ingevoegde heiligenlevens (fol. 13b-16a; 26a-237b). Wat erover blijft, zijn korte annalen meest over Holland, die wel in hoofdzaak uit Johannes' à Leydis werk, maar ook nog uit andere kronieken zijn geput. Zoo staat fol. 5a-b eene aanhaling uit Wilhelmus' Goudanus beschrijving van den in 1507 tusschen Holland en Gelderland gevoerden oorlog, met uitdrukkelijke vermelding van den zegsman: ‘Hec Wilhelmus Goudanus Canonicus regularis collegii Steini.’ Fol. 9b wordt als bron aangehaald: ‘Hec Hugo historicus in chronicis Lotharingorum’.
Achter de kroniek volgen een aantal Collectanea, losse, maar uitvoerige aanteekeningen over verschillende onderwerpen, waarvan een aantal aan Johannes à Leydis, andere aan Wilhelmus, Liber de apibus, en aan een Speculum exemplorum ontleend zijn.
De talrijke bijzonderheden, die zoowel in de kroniek als in de Collectanea over Egmond worden medegedeeld, wijzen er op, dat de compilator een Egmonder monnik is geweest. Zijn hand heeft zulk een treffende overeenkomst met de in uw artikel afgebeelde schriftstalen, dat het geen twijfel lijdt of hij heeft ook den door U besproken codex geschreven.
De tijd van vervaardiging der beide handschriften, waarvan de inhoud met elkaar verband houdt, laat zich vrij nauwkeurig bepalen. De Hollandsche kroniek, die met 1514 plotseling afbreekt, maar die fol. 301 verso kol. 2 nog een gebeurtenis uit 1516 vermeldt, zal omstreeks dat jaar zijn voltooid. Het werk over algemeene geschiedenis, dat uw codex bevat, moet in 1519 of 1520 zijn samengesteld, daar de keizerslijst tot de verkiezing van Karel V in 1519 loopt.
Het zal niet gemakkelijk zijn achter den naam te komen van dezen Egmonder compilator. Men zou aan Balduinus de Haga kunnen denken, die omstreeks 1526 het hs. heeft geschreven (Bibl. Letterkunde 611), hetwelk o.a. den beroemden Egmonder Catalogus bevat; maar zijn schrift ziet er heel anders uit.
Misschien weet een lezer van ‘Het Boek’ hem te achterhalen.
Met beleefde groeten uw dstw.
A. Hulshof.