| |
| |
| |
De zegen van S. Clara in het oud-Nederlandsch.
Pater Hilarius van Parijs nam in zijn Seraphicae Legislationis Textus OriginalesGa naar voetnoot1) drie lezingen van S. Clara's zegen op: een Italiaansche, welke ontleend is aan de Italiaansche uitgave der kronieken van Marcus van Lissabon, in 1582 te Venetië gedrukt, een korte Fransche en een langere Fransche, de zoogenaamde Kapucijnsche vertaling, die in de oudste handschriften der Klarissen-Koletienen wordt gevonden en volgens pater Hilarius misschien door S. Coleta zelf is gewijzigd. Den oorspronkelijken tekst van den zegen kennen wij dus niet. Maar in 1914 gaven Walter Seton en ondergeteekende in hetzelfde nummer van het Archivum Franciscanum HistoricumGa naar voetnoot2) resp. een Duitschen en een Latijnschen tekst, die beide van den Itakaanschen tekst verschillen en in zekere mate met de zoogenaamde Kapucijnsche vertaling overeenkomen. Seton had den Duitschen tekst in drie handschriften gevonden, waarvan het eerste waarschijnlijk geruimen tijd vóór 1393 geschreven is, zoodat er van S. Coleta's inmenging geen sprake kan zijn.
Voorzoover zij in Noord Nederland aanwezig zijn, heb ik de Nederlandsche handschriften, die den zegen bevatten, onderzocht en ik meen Walter Seton's stelling te kunnen versterken. Ik zal eerst een beknopte beschrijving der handschriften geven (een uitvoerige beschrijving zal elders verschijnen).
I. | MS. 133 G 1 van de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag. Dit HS. bevat 229 bladen van perkament, meet 85 mm. × 64 mm. en is van de vijftiende eeuw. Op het schutblad lezen wij: Der Clarissen tot Hoogstraeten 1460Ga naar voetnoot3). Het bevat o.a:
|
| |
| |
|
Fol. 56 r.-78 r. De statuten van Kardinaal Arnoldus. |
Fol. 78 r.-89 v. De bul van Paus Benedictus XII. Zie Bullarium Franciscanum, VI, blz. 35 vv. |
Fol. 89 v.-100 r. De statuten van Kardinaal Joannes. 1268. |
Fol. 100 r.-147 r. De Regel van Paus Urbanus IV. |
Fol. 147 r.-148 v. De Zegen van S. Clara. |
|
| De Nederlandsche tekst, dien ik hier zal publiceeren, is aan dit HS. ontleend, dat aangehaald wordt als H I. |
| Even zij hier aangestipt, dat ik alleen datgene uit de handschriften aangeef, wat voor de geschiedenis der Klarissen in haar verschillende vertakkingen van belang is. |
II. | MS. van de Klarissen te Megen (N. Br.). Dit HS. bevat 273 bladen van perkament, meet 85 mm. × 60 mm. en is waarschijnlijk spoedig na 1456 geschreven. Het bevat o.a.:
Fol. 14 r.-33 v. De statuten van Kardinaal Arnoldus. |
Fol. 34 r.-43 v. De bul van Paus Benedictus XII. |
Fol. 45 r.-54 v. De statuten van Kardinaal Joannes. |
Fol. 55 r.-96 v. De Regel van Paus Urbanus IV. |
Fol. 97 r.-98 v. De Zegen van S. Clara. |
Fol. 227 r.-258 r. De ‘gulden woorden’ van den Zaligen Aegidius van Assisi. |
Fol. 258 r.-271 r. De tien bepalingen van de Keulsche Doctoren. 1456. |
|
| Dit HS. wordt aangehaald als M I. |
III. | MS. van de Klarissen te Megen. Dit HS. bevat 163 bladen van papier, meet 140 mm. × 105 mm. en is geschreven tegen het einde der vijftiende eeuw, in alle geval na 1471. Het bevat o.a.:
Fol. 4 r.-23 r. De statuten van Kardinaal Arnoldus. |
Fol. 23 r.-33 v. De bul van Paus Benedictus XII. |
Fol. 33 v.-43 v. De statuten van Kardinaal Joannes. |
Fol. 44 r.-87 r. De Regel van Paus Urbanus IV. |
Fol. 87 v.-89 r. De Zegen van S. Clara. |
Fol. 135 v.-139 r. De strafbepalingen, uitgevaardigd door broeder Henricus van den Berghe. 1471. |
|
| Dit HS. wordt aangehaald als M II. |
IV. | MS. van de Klarissen te Megen. Dit HS. in-folio bevat 198 bladen van papier, is geschreven in 1687 en heeft o.a.:
Fol. 15 r.-22 v. De statuten van Kardinaal Arnoldus. |
Fol. 22 v.-26 v. De bul van Paus Benedictus XII. |
Fol. 26 v.-29 v. De statuten van Kardinaal Joannes. |
Fol. 30 r.-49 v. De Regel van Paus Urbanus IV. |
Fol. 50 r.-50 v. De Zegen van S. Clara. |
Fol. 50 v.-53 v. Statuten. |
Fol. 66 r.-67 v. De strafbepalingen, uitgevaardigd door broeder Henricus van den Berghe. |
|
| |
| |
|
Fol. 71 r. De ‘geestelijke hand’, ten onrechte aan S. Bonaventura toegeschreven. |
|
| Dit HS. wordt aangehaald als M III. |
V. | MS. 73E 34 van de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag. Dit HS. bevat 170 bladen van papier, meet 287 mm. × 210 mm. en is geschreven in 1490 (zie fol. 99 v. en 170 v.). Het bevat o. a:
Fol. 2 r.-62 v. Het Leven van Sint Franciscus door S. Bonaventura, lessen der getijden, tractaat van de wonderen en het testament van S. Franciscus. |
Fol. 62 v.-79 r. De Spiegel der Volmaaktheid (Speculum Perfectionis). |
Fol. 79 r.-88 r. De wonderdadige werken van S. Franciscus en zijn gezellen. |
Fol. 88 r.-96 r. De ‘gulden woorden’ van den zaligen Aegidius van Assisi. |
Fol. 101 r.-137 v. Tractaat: Dit zijn de namen van Sint Franciscus' gezellen. |
Fol. 137 v.-161 v. Leven van S. Elisabeth van Thüringen. |
Fol. 162 r.-168 v. Leven van S. Clara. |
Fol. 170 v. De Zegen van S. Clara. |
|
| Dit HS. wordt aangehaald als H II. |
VI. | MS. Z 165 van de Stadsbibliotheek te Rotterdam. Dit HS. bevat 61 bladen van papier, meet 110 mm. × 75 mm. en is waarschijnlijk tegen het einde der vijftiende of in het begin der zestiende eeuw geschreven. Het bevat o.a.:
Fol. 8 r.-36 r. De Regel van Paus Innocentius IV. |
Fol. 36 r.-46 v. Het Testament van S. Clara. |
Fol. 46 r.-48 v. De Zegen van S. Clara. |
|
| Dit HS. wordt aangehaald als RA. |
VII. | MS. 607 van de Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde te Leiden. Dit HS. bevat 44 bladen van papier, meet 140 mm. × 100 mm. en is geschreven in de vijftiende eeuw. Zie Catalogus der Handschriften van de Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde, I, Leiden 1887, blz. 38, nr. 221. Het bevat o.a.:
Fol. 1 r.-16 v. De Regel van Paus Innocentius IV. |
Fol. 17 r.-23 v. Het Testament van S. Clara. |
Fol. 23 v.-24 v. De Zegen van S. Clara. |
Fol. 29 r.-44 v. Statuten. |
|
| Dit MS. wordt aangehaald als L I. |
VIII. | MS. 608 van de Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde te Leiden. Dit HS. bevat 168 bladen van papier, meet 130 mm. × 100 mm. en is geschreven in de vijftiende eeuw. Zie Catalogus enz., blz. 38, nr. 222. Het bevat o.a.:
Fol. 1 r-28 r. De Regel van Paus Innocentius IV. |
Fol. 28 r.-29 v. De Zegen van S. Clara. |
|
| |
| |
|
Fol. 29 v.-39 v. Het Testament van S. Clara. |
Fol. 52 r.-115 v. De Konstituties van broeder Willem van Casale. 1434. |
Fol. 123 r.-168 r. Een Kommentaar op den Regel van Paus Innocentius IV door S. Joannes van Capistrano. |
|
| Dit HS. wordt aangehaald als L II. |
IX. | Ms. Op. Arch. Oct. I. 48 van de bibliotheek van het Groot Seminarie te Roermond. Dit HS. bevat 189 bladen van papier, meet 136 mm. × 100 mm. en is geschreven in de zestiende eeuw. Het bevat o.a.:
Fol. 63 v.-66 r. De Regel van de Orde der Zalige Maagd [Maria], Zie den Latijnschen tekst in Regula Ordinis Beatae Mariae Virginis Annuntiatae, s. 1. et s.n. auctoris, MDCXLV, blz. 256-263. |
Fol. 84 r.-105 v. De Regel van Paus Urbanus IV. |
Fol. 106 r. en v. De Zegen van S. Clara, |
Fol. 106 v.-117 v. De Statuten van Kardinaal Arnoldus. |
Fol. 117 v.-123 v. De Bul van Paus Benedictus XII. |
Fol. 123 v.-129 r. De Statuten van Kardinaal Joannes. |
Fol. 134 v.-141 v. De strafbepalingen, uitgevaardigd door broeder Henricus van den Berghe. |
|
| Dit HS. wordt aangehaald als R. |
Wij geven nu den tekst zelf en publiceeren de afwijkingen in voetnoten, terwijl wij zuiver grammatikale verschillen buiten beschouwing laten.
| |
MS. H I.
[fol. 147r.] Hier beghint binte Claren benedictie tot haeren susteren teghenwoerdich ende toecomende.Ga naar voetnoot1)
In den naem des vaders, des soens ende des heilighen gheest. Amen. Die heer ghebenedie u ende bewaer u ende toene u syn aensichtGa naar voetnoot2) ende ghe- [147v.] dincke uwerGa naar voetnoot3), hy keer syn aensicht tot u ende gheve u vrede, myn susterenGa naar voetnoot4) ende dochteren, ende all den anderen, die toe-comende syn ende bliven in ons collegie, ende den anderen teghenwoerdichGa naar voetnoot5) ende die toecomen sullen ende perseveren in allen anderen monasterien van arme vrouwenGa naar voetnoot6). Ick, Clara, dienstdeerne ons heren Jhesu ChristiGa naar voetnoot7), plante ons heilighenGa naar voetnoot8) vaders sinte Francisci, u moeder
| |
| |
ende susterGa naar voetnoot1) ende allen andere arme susteren, al ist, dats ick onweerdich byn, ick bidde mynen heer Jhesum Christum by synre ontfermherticheit ende by der beeden synder sueter moederGa naar voetnoot2) Maria ende sinte Michiel arghangele ende allen ynghelen [148r.] Gods, sinte Franciscus ende alle heilighen sancten ende sanctinnen GodsGa naar voetnoot3), dat hy, onse hemelsche vader, u gheve bestendinghe deser heiligher benedictienGa naar voetnoot4) in den hemel ende in der eerden, ende hi vermenichfoudighe u in gracien in deser eerdenGa naar voetnoot5) ende in doechden onder synen knechtenGa naar voetnoot6) ende ioncfrouwenGa naar voetnoot7) in die strydende kercke, ende in den hemel in die verwinnende kercke moet hy u verheffenGa naar voetnoot8) in die ewighe glorie der heilighen.Ga naar voetnoot9) Ende ic ghebenedie u in myn leven ende nae mynen doot in al dat ic vermach ende meer dan ic vermach van allen benedictien, metten welken die vader der bermherticheit syne kynderenGa naar voetnoot10) heeft ghebenedyt [148V.] ende sal ghebenedyenGa naar voetnoot11) in den hemel ende in der eerden, ende die gheestelycke moeder haer gheestelycke dochteren endeGa naar voetnoot12) heeft ghebenedyt ende sal ghebenedyen.Ga naar voetnoot13) Amen.
Syt altyd, myn alderliefste kynderGa naar voetnoot14), mynnaers Gods ende uwer sielen ende uwer medesusteren ende weest altoes sorchfoudich te houden dat ghy den heer gheloeft hebt. Die heer syaltyt met u ende ghy met hem in der ewicheitGa naar voetnoot15). Amen.Ga naar voetnoot16)
De verschillende teksten geven dus geen bizondere varianten. Hoewel zij 't meest overeenstemmen met de lezing, welke de uitgever van de Seraphicae Legislationis Textus Originales gaf op blz. 282, heeft
| |
| |
geen enkele toch de lezing: ‘zegeningen, waarmee de geestelijke vaders en moeders hebben gezegend hun geestelijke zoons en dochters’, welke ik aantref in den Franschen en in den door Seton gepubliceerden Duitschen tekstGa naar voetnoot1). Zij wijken eveneens af van den tekst, dien Sebastianus Bouvier gaf: ‘zegeningen, waarmee de Vader van barmhartigheid zijn geestelijke zoons en dochters heeft gezegend’ daar zij ‘kinderen’ hebben in plaats van ‘geestelijke zoons en dochters’. HI, M I, M II, M III en R (dit Hs. behoudens een onvrijwillige weglating) komen letterlijk overeen. Het is zeer waarschijnlijk, dat al de teksten, behalve LI, van elkaar afhangen of van een zelfde bron stammen, wijl zij tusschen de woorden ‘dochteren’ en ‘heeft’ foutief het woordje ‘ende’ hebben, welke vergissing de lezer in L I niet aantreft.
Het is bovendien opmerkelijk, dat deze tekst, die van S. Coleta of harer zusters zou zijn, zoowel in de handschriften der Klarissen-Urbanisten als in die der Klarissen van Innocentius' Regel gevonden wordt. Blijkbaar heeft slechts L I aan Klarissen-Koletienen toebehoord.
De oudste Nederlandsche tekst, die gedrukt isGa naar voetnoot2), komt met de lezing der handschriften overeen, behoudens deze wijziging: ‘met alle benedictie, met welcke die Hemelsche Vader, die Vader der bermherticheydt, sijn Soonen ende Dochteren heeft ghebenedijt ende sal ghebenedijden in Hemel ende in aerde ende de gheestelijcke Vader ende Moeder ghebenedijt heeft ende sal ghebenedijden de geestelijcke sonen ende dochteren.’ Deze lezing komt dus overeen met de Duitsche van Seton.
Den Haag.
David de Kok.
|
-
voetnoot1)
- Ad Claras Aquas (Quaracchi) 1897, blz. 28iv. Zie] Analecta Franciscana, III, blz. 271, n. 4.
-
voetnoot2)
- VII, blz. 169v. en 244v. Zie ook Walter Seton, Some new sources for the life of Blessed Agnes of Bohemia, London 1915, blz. 55-57 en 164v.
-
voetnoot3)
- Dit klooster is echter niet vóór 1490 gesticht. Zie Schlager, Geschichte der Kölnischen Franziskaner-Ordensprovinz während des Reformationszeitalters, Regensburg 1999, blz. 11; ann. y Astorga, Indiculus Bulluraii Seraphici, ad ann. 1489, nr. 9; Wadding, Annales, ad ann. 1492 van het Regest. Pontificum.
-
voetnoot1)
- LH: Hier begynt sancte Claren benedictie, mijt welck si devotelick gebenedide alle die tegenwoerdigen ende toecomenden susteren. - H II: S. Claren benedixi tot hoeren susteren. - L I omittit: teghenwoerdich ende toecomende.
-
voetnoot3)
- L I: ende toen sijn aensicht u ende gheve u pays ende gedencke uwer.
-
voetnoot7)
- H II: dienstmaget Jhesu Christi. - L I en L II: dienst deerne Christi.
-
voetnoot1)
- H II, L I en L II: u suster ende moeder. - Rt: uwe zusteren; omittit: ende moeder.
-
voetnoot2)
- H II, L I, LII en Rt: sijnre heiliger moeder.
-
voetnoot3)
- H II, L I en Rt: ende ons vaders s. Frencisci ende alre sancten ende sanctinnen. - L II: ende ons heilighen vaders sancti Francisci ende alre heilighen ende sanctinnen.
-
voetnoot4)
- H II, LI, LII en Rt: u geve ende convermere dese heilige benedixcie.
-
voetnoot5)
- H II, L I, LII en Rt: u in deser erden in gracien. - R omittit: ende hi vermenichfoudighe u in groeien in deser eerden.
-
voetnoot7)
- LH: sine dieners ende sine dienstdeernen.
-
voetnoot8)
- H II en L I: ende in den hemel verheffe [hy] u in die verwinnende kerk ende.
-
voetnoot9)
- LH: ende verheef u in den hemel in die verwinnende kercke in die ewighe glorie der heilighen. - Rt: ende in den hemel verheffe
[hy] u in die verwynnendekerke ende in den hemel verheffe [hy] u in die ewighe glorie der heilighen.
-
voetnoot13)
- LH: ende die gheestelicke moeder sal ghebenedien ende heeft ghebenedyt haere gheestelicke doechteren.
-
voetnoot14)
- H II, L I, L II en Rt omittunt: myn alderliefste kynder.
-
voetnoot16)
- H II explicit: Hier eyndt s. Claren benedixcie. - L I explicit: Hier eyndt sinte Claren benedictie. Tot lof ende glorie der heyligher drievoudicheyt. Amen.
-
voetnoot1)
-
Archivum Franciscanum Historicum, VII, 1914, blz. 245; Seton, Some new sources for the life of Blessed Agnes of Bohemia, blz. 165.
-
voetnoot2)
- Cornells Thielmans, Den Eersten Regel van S. Clara, 's Hertogenbosch 1617, blz. 50v. Dezelfde tekst ook in Cornelius Thielmannus, Seraphische Historie, het tweede stuck, Tot Loven 1630, blz. 72.
|