| |
| |
| |
Bibliografisch onkruid.
I.
Ik stel mij voor onder deze rubriek af en toe bibliografische vergissingen recht te zetten. Boeken, die nooit bestaan hebben, onjuiste toeschrijvingen en dateeringen vindt men herhaaldelijk, zelfs in goede bibliografische werken. En komen ze één maal voor, dan duiken ze vaak ook een tweede en derde keer op. Dit heeft zijn gegronde redenen. Slechts zelden is iemand, die een eenigszins omvangrijke bibliographie samenstelt, in staat uitsluitend boeken op te nemen, hem de visu bekend. In vele gevallen moet hij vertrouwen op 't geen de oogen van anderen gezien hebben. Bibliografen zijn dus, meer dan andere stervelingen, dikwijls gedoemd elkaar na te schrijven; originaliteit past hun slechts in beperkte mate, fantazie is hun geringste verdienste. Iedereen weet, dat ook het beste paard wel eens struikelt. En struikelt iemand op 't bibliografisch pad, dan sleept hij al heel licht enkele navolgers in zijn val mee, die op hun voorganger moesten steunen. Zoo ziet men soms gebeuren, dat de lapsus calami van een bibliograaf tot in lengte van dagen worden nageschreven. En iedere keer, dat zoo'n vergissing opnieuw gedrukt wordt, schijnt zijn gezag eenige graden te stijgen.
Een voorbeeld. Al sinds de veilingscatalogus Crevenna van 1789 is via Panzer, Brunet, enz. tot op 1918 toe de uitgave van Noel van Berlaimont's Vocabulare, in 1540 bij Vorsterman te Antwerpen gedrukt, ten onrechte op 't jaar 1511 gezet (zie uitvoeriger onder, sub 1).
Tegen beter weten in zulk onkruid steeds verder te laten voortwoekeren, lijkt mij niet gewenscht. Bij de bewerking van de Nederlandsche Bibliographie van 1500-1540 heb ik vele boeken in handen gekregen, die jaren lang ongebruikt in bibliotheken stonden te vergrijzen, en dikwijls gegevens van mijn voorgangers kunnen controleeren, soms verbeteren. In de Nederlandsche Bibliographie zelf was niet altijd gelegenheid deze critische correcties op te nemen. Soms
| |
| |
ook zijn ze daar of elders reeds met een enkel woord aangestipt en worden hier uitvoeriger behandeld.
Uitteraard zal ik herhaaldelijk afbrekende critiek moeten uitoefenen op mijn collega's van nu en vroeger, en ik vrees, dat ik, hoe afkeerig anders van preeken, hervormen of beleeren, hier niet altijd geheel vrij zal zijn te pleiten van schoolmeesterachtigheid. Ik hoop en vertrouw echter, niemand van mijn confraters, levenden of dooden, te zullen kwetsen. ‘Is it not always good to face a truth, however discomfortable?’ (George Gissing).
Vooraf de afkortingen van eenige bibliografische werken, die dikwijls genoemd zullen worden.
Bibl. Belg. - Bibliotheca Belgica. Bibliographie générale des Pays-Bas, par le bibliothécaire en chef et les conservateurs de la bibliothèque de l’université de Gand. livr. I etc. Gand-La Haye 1880 etc. |
Brunet. - J. Ch. Brunet, Manuel du libraire et de l'amateur de livres. t. I-VI. Paris 1860-65. |
CA. - M.F.A.G. Campbell, Annales de la typographie néerlandaise au XVe siècle, avec Suppléments I-IV. La Haye 1874-90. |
NAT. - W. Nijhoff, L'Art typographique dans les Pays-Bas (1500-1540). livr. I etc. La Haye 1902 etc. |
Ned. Bibl. - W. Nijhoff en M.E. Kronenberg, Nederlandsche bibliographie van 1500-1540. 's-Grav. 1919 enz. |
NFpr. - W. Nijhoff, Bibliographie de la typographie néerlandaise des années 1500 à 1540. Feuilles provisoires. livr. I-XX. La Haye 1901-12. |
Panzer. - G.W. Panzer, Annales typographici ab artis inventae origine ad annum MD. t. I-V. Norimb. 1793-97. Idem, Annales typographici ab anno MDI ad annum MDXXXVI continuati. t. VI-XI. Ibid. 1798-1803. |
| |
1. Noel van Berlaimont, Vocabulare. Antwerpen, Willem Vorsterman, 1511. 4o.
Het eerst vermeld in de Catalogue des livres de la bibliothèque de M. Pierre Antoine Bolongaro Crevenna III (Amst. 1789), p. 43, no. 3175, daaruit overgenomen door Panzer VI, p. 5, Brunet I, 790 en andere bibliografen. Deze druk bestaat niet. Het is de uitgave van 1540, beschreven Ned. Bibl. 279. Het Romeinsche jaartal op de titel is verkeerd gelezen (M.D. XI. in plaats van M.D. XL., gelijk er duidelijk staat). Uitvoeriger heb ik hier reeds over geschreven Nieuwe Taalgids XII (Gron. 1918), 172-173.
| |
| |
| |
2. Suster Bertken. Een boecxken gemaket van suster bertken, enz. Antwerpen, Mich. Hillen van Hoochstraten, (c. 1514). 8o.
Deze uitgave, no 644 van de veilingscatalogus Gust. van Havre I (Amst., Fred. Muller, 11-15 Dec. 1905), bestaat niet. In onze Ned. Bibl. is dit reeds vermeld (aant. bij 308), maar toch is het misschien niet overbodig het hier nog eens te herhalen. Zoo'n verscholen aanteekening valt niet iedereen op en onkruid heeft een taai leven. Het ex. van Havre, thans in de bibliotheek van Dr. D.F. Scheurleer te 's-Gravenhage terecht gekomen, is een samenlapsel van twee verschillende werkjes. Vooraf gaat het titelblad van Ned. Bibl. 308, Suster Bertken, Een boecxken van dye passie ons liefs heeren. Leiden, Jan Seversz., (c. 1515). 8o en daarachter volgen bladen 2-7 van Ned. Bibl. 1823, Godschalc Rosemondt, Een deuoet ghebet. Antwerpen, Mich. Hillen van Hoochstraten, (c. 1519). 8o. Door titelblad van 't eerste en colophon van 't laatste samen te flanzen, heeft de cat. van Havre dit wangedrocht voortgebracht.
| |
3. Bijbel. Antwerpen, Jacob van Liesvelt, 4 Nov. 1531. 2o.
Toen wij bezig waren in de Ned. Bibl. het omvangrijke artikel Bijbel te bewerken, werd ons bovengenoemde uitgave gesignaleerd, waarvan een ex. berustte in het klooster der Paters Augustijnen te Eindhoven. Het geval leek apocrief; de bibliographie van de Nederlandsche bijbels is dank zij Le Long en anderen zóó volledig, dat een onbekende folio-uitgave een bijna ondenkbare verrassing scheen. De Eindhovensche paters hadden de groote welwillendheid ons het boek ter inzage te zenden. Een eigenaardige mystificatie kwam aan 't licht. Het bleek niets anders te zijn dan de Liesvelt-bijbel van 3 Juni 1542, waaraan het colophon ontbreekt. Maar op de verso-zijde van het eerste blad heeft een snuggere piet of een grappenmaker het colophon uit een ander boek geplakt, netjes bij stukjes aaneen gelapt, dat aldus luidt:
⁌ Gheprint Thantwerpen /
Int
iaer ons heeren. M.
.CCCCC. ende
XXXI. den vier
den dach vā
Nouēber.
Vermoedelijk is dit afkomstig uit de Epistelen ende Evangelien. Antwerpen, Symon Cock, 4 Nov. 1531. 4o, waarvan ik nooit een ex.
| |
| |
gezien heb, maar dat me bekend is door Is. Le Long, Boek-zaal der Nederduytsche Bijbels (Amst. 1732), 588.
| |
4. Den grooten Cathoon. Antwerpen, Claes de Grave, 1519. 2o.
Door W. de Vreese wordt in het Tijdschrift voor Ned. taal- en letterkunde XIX (Leid. 1901), 285 deze uitgave geciteerd uit Quatrième Catalogue des livres provenans des Couvens suprimés aux Pays-Bas (1792) van de boekhandelaar Ermens, onder no. 2330 met deze beschrijving: ‘Den Grooten Cathoon in den welken veel costeliker doctrinen, leeringen, en instructien die hi sinen Soone gaf, geschreven zyn met veel goede exempelen ende historien. Antw. in Onser-Liever-Vrouwe-Pant bi mi Claes de Grave, 1519 in fol.’
De Vreese houdt dit voor een andere uitgave (‘of soms niet meer dan een zoogenaamde titeluitgave?’) dan die bij Claes de Grave op 20 Nov. 1519 verschenen (Ned. Bibl. 542). Ik geloof het niet. De titel in Ermens' catalogus is niets dan een excerpt uit het colophon van de uitgave 20 Nov. 1519, dat letterlijk aldus luidt: ‘Hier eyndet den grooten Cathoon inden welcken veel costeliker doctrinen leeringhen ēn instructien die hi sinen soone gaf ghescreuē zijn met veel goed’ exēpelē en̄ historien ... Gheprent Tantwerpē in ōser lieuer vrouwē Pāt bi mi Claes de Graue. Int Iaer ons heren M. CCCCC. en̄ xix. opten. xx. dach Nouembris ...’.
We kunnen, dunkt mij, veilig aannemen, dat de uitgave van 20 Nov. 1519 de eenige van dat jaar is geweest.
| |
5. Erasmus, Epigrammata. Bazel-Antwerpen, Mich. Hillen van Hoochstraten, Juli 1520. 4o.
Deze eigenaardige titel (‘Apud incl. Germaniae Basileam. A la fin: Antv., Mich. Hillenius, 1520, mense julio’) vindt men in de Bibliotheca Erasmiana, Série I (Gand 1893), p. 87. Een merkwaardig staaltje van een vergissing, die ik toevallig tot de oorsprong kon nagaan. In de Rotterdamsche Gemeente-bibliotheek kreeg ik een verzamelband in handen (signatuur Er. I. 284), die er stellig de aanleiding toe is geweest. Daarin vindt men samengebonden:
1. | Erasmus, Epigrammata. Bazel, Froben, Dec. 1518. 4o (geen afzonderlijke uitgave, maar gedrukt na Th. Morus, Utopia, waarvan het hier is losgemaakt).
Op de titel: Apvd Inclytam Germaniae Basileam. |
2. | Joh. Secerius, Libellus de animae praeparatione in extremo laborantis. Antwerpen, Mich. Hillen van Hoochstraten, Juli 1520. 4o
|
| |
| |
| (Ned. Bibl. 1882). Het colophon luidt: Antuerpiae apud Michaelem Hilleniū Anno. M.D. Vigesimo Mense Iulio. |
De een of ander, waarschijnlijk misleid door de soortgelijke Romeinsche letter, heeft gemeend, dat deze twee één waren en aldus is de curieuse hybride ontstaan van een boek, dat tegelijk in Bazel en in Antwerpen gedrukt zou zijn.
| |
6. Erasmus, Scarabeus. Leuven, Theod. Martinus Alostensis, Oct. 1517. 4o.
Door W. Nijhoff beschreven (NFpr. livr. VIII. no. 1241) en ook door hem genoemd in dit tijdschrift III (1914), 65. Gelijk reeds in de Ned. Bibl. bij no. 868 is vermeld, blijkt deze uitgave niet te bestaan. Een defect ex. in de Universiteits-Bibliotheek te Gent is aanleiding tot de vergissing geweest. De eerste katern (a) van de uitgave Leuven, Martinus, Sept. 1517. 4o (Ned. Bibl. 868) is daar gebonden vóór de katernen b-f van Erasmus, Bellum. Leuven, Martinus, Oct. 1517. 4o. (Bibl. Belg. E 213). Door titel van het eerste en colophon van het laatste samen te voegen is de onjuiste dateering ontstaan.
| |
7. Angelus Politianus, Epistolae lepidissimae. Antwerpen, Theod. Martinus Alostensis, 1514. 4o.
Vermeld door Panzer VI, p. 5 en XI, p. 56 en van hem overgenomen door W. Nijhoff in dit tijdschrift III. 303. Reeds van Iseghem, Biographie de Thierry Martens d'Alost (Malines-Alost 1852) heeft er p. 229 op gewezen, dat Panzer's opgave van 1514 berust op een verkeerd gelezen jaartal in 't colophon. Dit luidt: Anno domini. M. ccccc. x. iiii. die May. Te lezen 1510, 4 Mei en niet 1514. De z.g. uitgave van 1514 is dus niets anders dan die van 4 Mei 1510 (van Iseghem 59, Ned. Bibl. 1745 en ook vermeld Panzer VI, p. 4). Hoewel van Iseghem en de Ned. Bibl. dus Panzer reeds hebben verbeterd, leek het mij niet overbodig de fout hier nog even te signaleeren. In Febr. 1920 zag ik een ex. van 't boek, toen in 't bezit van de firma Mart. Nijhoff te 's-Gravenhage, dat de ex-libris van Petr. Kockx, Bibliop. Antv. en van Raimond van Marle vertoont en waaraan blad 2 ontbreekt. Het is gebonden in een charmant bandje, imitatie 15e eeuwsch werk, met ruiten en stempels versierd. Op de rug is gedrukt: Angeli Politiani Epistolae. Antwerpiae 1514. Er bestaat dus ten allen tijde gevaar, dat dit exemplaar de vergissing verder gaat verbreiden. Men zij gewaarschuwd.
| |
| |
| |
8. Cort Verhael van die myrakelen de welcke in dese voorl. jaeren, door die intercessie ... der heyl. maghet ... zijn geschiet ... [door D. van den Zijlbergh.]. ’s-Hertogenbosch, 1512. 12o.
Deze uitgave wordt vermeld door J.I. van Doorninck, Vermomde en naamlooze schrijvers, enz. II. (Leid. 1885), blz. 581, no. 3769, die het op zijn beurt weer ontleend heeft aan C.R. Hermans, Bijdragen tot de geschiedenis, oudheden enz. der provincie N.-Braband II (’s-Hertog. 1845), 359. Toen ik, op verder onderzoek naar deze onbekende post-incunabel, Hermans opsloeg, kwam ik tot de ontdekking, dat van Doorninck zich een eeuw vergist heeft. Het is een druk van Jan Scheffer in Den Bosch van 't jaar 1612 (‘Anno M.D. CXII.’).
's-Gravenhage, Jan. ’22.
M.E. Kronenberg.
|
|