boekjes omvat. Een kleine aanduiding, dat van de complete uitgaaf ten minste het waterrecht deel uitmaakt, schijnt wel te liggen in de titelwoorden ‘with other necessarye Rules of common Navigation.’
Behalve deze vraag, die eerst door een nieuwe vondst kan worden opgelost, blijven er voorloopig meer vragen onbeantwoord, doordat we alleen die vijf photographische afbeeldingen hebben, en nog geene volledige beschrijving van het boekje.
Geeft het boekje ook eene vertaling van ‘den Spieghel vander see’, dat merkwaardige stuk dat ‘seer schoon ende profitelijck is voor zeevarent volck, ende sonderlinge voor die jonge schippers oft stuermans, hoe dat si haer sullen houden’? Bij de bijna nauwkeurige overeenstemming in de nummering der bladen ligt de gevolgtrekking wel voor de hand, dat dit stuk, dat in het Hollandsche boekje veertien bladen vult, ook in het Engelsche zal staan, en dan waarschijnlijk letterlijk vertaald zonder uitlatingen of toevoegingen. We mogen dan niet verwachten, daaruit iets te leeren over de Engelsche zeelieden in afwijking van de Hollandsche. We zullen er ook wel niet meer uit te weten komen over den oorsprong van het stuk, dat heet te zijn ‘over gheset wt een out boeck’ maar dat misschien, zooals onze medewerker Timeëis (Het Boek 1920 blz. 101 en v.) zoo scherpzinnig heeft betoogd, wel een werk van Cornelis Anthonisz. zelf is, een geestige schets naar het leven, van de hand van dezen stuurmankunstenaar, die een voorganger was op het gebied van zeevaart en cartographie.
Vóór de genummerde tekstbladzijden van het Engelsche boekje gaan vier ongenummerde bladen. Wat deze bevatten weten we slechts gedeeltelijk. We hebben den titel in afbeelding, en ook de photo van de inleiding ‘To the Reader’. Deze laatste is hier niet in facsimile gegeven. Hier volgt een afschrift er van; men zal zien, dat zij verschilt van de mededeeling ‘tot den leser’ in het Hollandsche boekje:
Neither need I to feare (as I hope) any sinister construction at the hands of those, which with indiffencie will weigh my meaning, and without preiudicate opinions consider my laboures. For as the woorke is the observations and collections of divers and sundry experimented travailers: So if they any where be found somewhat in matters of small moment to iarre or a little to disagree: consider that the iudgements of sundry men be and ever have been divers and sundrie. Besides, there maye some petite faults escape in the Dutche Coppie by often imprinting. But truely as near as I could, I have followed,