Jacob Roecx.
Nog twee boekenkenners gaven na p. Bonav. Kruitwagen antwoord op mijne vraag naar inlichtingen over Jacob Roecx en zijne werken, op blz. 328 van den vorigen jaargang. De heer W. de Vreese schrijft:
Over Jacob Roecx kan ik je wel wat vertellen. Behalve van het ‘vierich boucxken / ghenaemt Den gheestelicken steen’ Antw. 1576, waarop Kruitwagen je aandacht heeft gevestigd, en dat tamelijk zeldzaam is (ik bezit een exemplaar afkomstig van Guido Gezelle), is Roecx ook de schrijver van Den wijngaert der sielen.
1a: Den wijngaerdt || der Sielen / daer in een mēsche || vinden / en̄ pluckē sal die volle soete druyue der in || carnacien Christi / indē tijt der gratien / ende aendēc || ken sal / hoe die selue wtgheperst / verdort / ende ver = || droocht is / indē tijt zijnre bitter passien / op dat hi || versoenen soude dē thoƶen zijns vaders / so || hi seyt dooƶ den pƶopheet. Die persse || heb ic alleen ghetreden / ende van || den volckē en is gheen || man met my.
[Houtsnee, 38 × 55: Christus, met al de ‘wapenen’ der passie.]
¶Gheprēt tot
Hantwerpē bi mi Symō Cock ||
[De geheele titel in een lijst met fleurons.]
1b: ¶Een deuote oeffeninghe met || deuote oracien / daer hē een mensche mede mach || leerē exerciterē in die beneficiē Gods / en̄ bi || sonder der incarnacien en̄ passien. || Ghemaect bi broeder Jacob || Roecx / Regulier. ||
O[Houtsnee 20 × 20] Alder goedertierenste Jhesu mijn || enz.
Sign. Aij - Zij, ᛭ i; 23 heele + een half quatem; 29 regels; zwarte lombarden en houtsneden; ongefolieerd.
[Bl. 188b:] ¶Hier eyndt die wijngaert der sielen.
☞ Gheprent Thantwerpen op die Lombaerde ||
veste / teghen die Gulden hant ouer. By mi ||
Symon Cock. Int iaer ons heeren .M. ||
CCCCC. XLiiij. Den. xiij. dach ||
van Febƶuario. ||
(...) ᛭ (...) ||
Een exemplaar van déze uitgave is op de Rotterdamsche Bibliotheek, kort geleden aangekocht; een ander was bij Serrure, Cat. No. 127, aangekocht door Ellis.
Een andere uitgave: ‘Gheprint Thantwerpen op die Lombaerde ves-