den troon zit met al de groote heeren, waaronder zijn broeder de duc de Berry, en de graaf van Charolais, de latere hertog Karel de Stoute, aan weerszijden; aan zijn voeten Commynes bezig de Mémoires aan zijn secretaris te dicteeren. Er onder ziet men het wapen van Jean d'Albret, heer van Orval, voor wien blijkbaar het handschrift gemaakt is, wat een zekeren grondslag voor de dateering geeft. Het handschrift heeft later een zeer bewogen geschiedenis gehad: vóór de revolutie berustte het in de bibliotheek van St. Germain des Prés; daarna is het verkocht, lang in Rusland geweest, in 1825 op nieuw in Frankrijk verkocht, en nog weer eens in Engeland, om eindelijk te komen aan den verzamelaar Th. Dobrée die het met al zijn schatten aan het departement Loire inférieure vermaakte.
De andere miniaturen vertoonen historische tooneelen uit de Mémoires, waaronder (no. 8) de onderhandelingen over de uithuwelijking van Maria van Bourgondië: hertog Karel zittend met naast zich Maria met zes eeredames, en vier gezanten van pretententen, die hun brieven komen overreiken, van Philibert van Savoye, René van Lotharingen, Maximiliaan van Oostenrijk en Karel van Frankrijk.
Verder o.a. de nederlaag en dood van Karel den Stoute (no. 12), het huwelijk van Maria en Maximiliaan (13), de dood van Lodewijk XI (14).
Van dit allerkostbaarste handschrift is dus nu de tekst in een handige uitgaaf ter beschikking gesteld van een ieder. De waarde van het boek wint nog zeer door de inleiding, die over het leven van den schrijver, de beteekenis van zijn werk, de handschriften en de uitgaven in beknopten vorm al het noodige meedeelt, en door de korte noten, die zoowel tekstafwijkingen enz. als verklaring van ongewone uitdrukkingen geven.
Voor Nederlandsche lezers zijn de Mémoires een buitengewoon aantrekkelijk boek; al lezende leeft men de gebeurtenissen mede in die jaren toen de Nederlanden onder de Bourgondische vorsten een van de machtigste staten van Europa waren, maar men voelt tegelijk hoe weinig het volk zelf meetelde. Het volk was goed om gehoorzaam te volgen, soldaten, schepen en geld te leveren. Het was uitsluitend het belang der vorsten en groote heeren, waarop alles aankwam, en het inzicht dat niet eeuwige oorlogen, maar orde, vrede en welvaart van de bevolking het wezenlijke belang ook van die heeren zou geweest zijn, bestond niet.
Hiermede komen we op beschouwingen, die men even goed aan de reeds bestaande uitgaven kan vastknoopen.
Maar een van de aanleidingen tot deze nieuwe uitgaaf was het feit dat al de vroegere uitverkocht zijn. Het werk zal dus, zoodra de beide volgende deelen verschenen zijn, weer volledig in den handel te krijgen zijn - en als bijzonder voordeel komt dan de nieuwe grondslag voor den tekst van de eerste 6 boeken daarbij.
B.