| |
| |
| |
Het Abecedarium als algemeen verbreid leerboekje
IV. De verbreiding van het A B C door de propaganda
In de Bibliotheca Rosenthaliana is een laat-achttiende-eeuwsch verzamelbandje alphabeta varia. De heer Hillesum vestigde mijne aandacht hierop in verband met mijn A B C-studie en inderdaad, doet het ons zien, hoe met de verbreiding van het christendom, ook dit primitieve christelijke leerboekje ver buiten de oude grenzen van het christelijke Europa verbreid is. Het bandje bevat 14 boekjes, alle te Rome uitgegeven door de Congregatio de Propaganda fide, het oudste in 1629, de laatste in 1771 en 1772. Zeker heeft de uitgaaf van deze laatste boekjes, bezorgd door den Praeses Typographiae Sacrae Congregationis de Propaganda fide Ioannes Christophorus Amadutius aanleiding gegeven, de geheele reeks in een bandje samen te vatten, en wel alfabetisch geordend naar de talen: Alph. Aethiopicum sive Abyssinum, Arabicum, Armenum, Brammhanicum seu Indostanum, Chaldaicum antiquum Estranghelo dictum, Chaldaicum, Cophtum sive Aegyptiacum, veterum Etruscorum, Graecum, Hebraicum, Ibericum sive Georgianum, (Illyricum), Grandonico-Malabaricum sive Samscrudonicum, Persicum.
Geheel volledig is de verzameling misschien niet. In den verkoopscatalogus van de bibliotheek van wijlen J.W. Enschedé staat onder no. 374 de beschrijving van een soortgelijk boekje met enkele afwijkingen:
Alphabeta varia. (Edid. J. Chr. Amadutius), Romae. Typis Sac. Congregationis de propag. fide. 1629-1784. pet. in-8o. vieux mar. doré.
Recueil fort rare contenant l'Alphabetum Aethiopicum - Armenum - Arabicum - Barmanum - Brammhanicum - Chaldaicum - Chaldaicum antiquum - Cophtum - Etruscorum - Graecum - Hebraicum - Ibericum.
| |
| |
De beschrijving noemt 12 alfabetten, de laatste drie van ons bundeltje worden niet vermeld, 't zij dat ze werkelijk ontbraken, of dat ze over 't hoofd zijn gezien. Daarentegen komt er een Alphabetum Barmanum bij. Voorts is er verschil in het eindjaar; de reeks loopt tot 1784 door; misschien is het Barmanische alfabet van dit latere jaar gedateerd, misschien is een van de andere hier in een latere uitgaaf. Zeker zijn sommige van deze alfabetten meermalen gedrukt; in ons bundeltje wordt in het Grieksche alfabet (1771) meegedeeld dat het een herdruk is; het Hebreeuwsche, eveneens een herdruk van 1771, was al in 1651 voor het eerst gedrukt.
Bij de hier volgende beschrijving houd ik mij aan den bundel van de bibliotheca Rosenthaliana die voor mij ligt; anderen die over exemplaren beschikking hebben, mogen de gegevens later uitbreiden.
| |
De oudste alfabetten van den bundel 1629-1636
Het Iberische alfabet heeft het jaartal 1629; twee jaar later verscheen het Abyssinische, in 1634 het Chaldeeuwsche, in 1636 het oud-Chaldeeuwsch-Syrische. De titelbladen van deze vier boekjes vertoonen een groote overeenkomst; alle hebben hetzelfde vignet met den tekst evntes-in-vniversvm-mvndvm-praedicate-evangomni-creat. Zie de afbeelding van den titel van het Chaldeeuwsche boekje.
De titel van het Iberische alfabet luidt:
Alphabetum Ibericum, sive Georgianum, cum Oratione Dominicali, Salutatione Angelica, Symbolo Fidei, Praecepta (sic) Decalogi, Ecclesiae Sacramentis, et Operibus Misericordiae. Latina, et Iberica lingua compositis, et Charactere Georgiano impressis; Accesserunt Litaniae B.V. eisdem lingua et characteribus Ibericis. (vignet). Romae, Typis Sac. Congr. de Propag. Fide, MDCXXIX. Superiorum facultate. Op blz. 3-9 het alfabet, en de letterverbindingen. Dan op 13 bladzijden de aangegeven teksten, geheel Iberisch, en op nog 9 bladzijden dezelfde teksten behalve de litanie, in het Latijn, maar in Iberische letter. De laatste bladzijde is onbedrukt. Het boekje heeft 32 bladzijden; het zijn 16 blaadjes, één quatern vormende, met niet geheel regelmatige signatuur: A 1-4, gevolgd door A 3, A 4. Toch schijnt het boekje compleet en de opeenvolging der blaadjes in orde te zijn. De omvang is dubbel
| |
| |
zoo groot als die van de volgende boekjes, deels door de opneming van de Opera misericordiae, de Septem sacramenta en vooral de Litaniae, deels door de reeds aangegeven herhaling van de teksten.
Het in tijd volgende boekje, vooraan in den bundel geplaatst, neemt juist een vel druks in beslag (16 bladzijden). De titel luidt:
Alphabetum Aethiopicum sive Abyssinum. Cum Oratione Dominicali, Salutatione Angelica, Symbolo fidei, et Praeceptis Decalogi, Latina lingua compositis, et Charactere Aethiopico im- | |
| |
pressis. (vignet). Romae, Typis Sac. Congregationis de Propag. Fide. MDCXXXI. Superiorum licentia. Op blz. 3-5: Alphabetum, vel Syllabarium Aetiopicum, seu Abyssinum, Hebraico correspondens. Telkens vooraan de benaming van het letterteeken met het Hebreeuwsche teeken en onder; in 7 kolommen de letterverbindingen met de Abyssinische teekens, in een laatste kolom de cijfers. Op blz. 6-11: Exercitatio in Euangelium S. Ioannis. Cap. 1. In drie regels onder elkaar de Latijnsche tekst ‘In principio erat verbum’, de Abyssinische tekst en de uitspraak in gewone letter: ‘Bakadami halaua’. Op blz. 12-14 het Onze Vader, de Salutatio Angelica, het Symbolum Apostolorum, de Decem praecepta Decalogi. Alles in het Latijn, maar in Abyssinische letter. Het bovenschrift legt dit aldus uit: ‘Quae sequuntur impressa charactere Aethiopico, tamen verba Latina sunt, ut facilius tyrones legere discant.’ Blz. 15 en 16 handelen over de cijfers en het tellen: ‘De Numeris’. - ‘Aethiopes quomodo numerent’ Zoo toont dit boekje van juist een vel druks, een volkomen overeenkomst met de Europeesche ABC's.
Van het Chaldeeuwsche alfabet geef ik (blz. 297) den titel in facsimile; die van de beide voorgaande en van het volgende zien er zooals ik reeds schreef, geheel even zoo uit, en hebben ook hetzelfde vignet. Dit boekje heeft slechts zes blaadjes, waarvan behalve de keerzijde van den titel ook de laatste bladzijde onbedrukt is. Op blz. 3 en 4 (ongepagineerd) weer de letters; blz. 5 ‘De vocalibus’, op blz. 6 ‘De puncto lenitatis et asperitatis’, op blz. 7 en 8 ‘Syllabae’; op blz. 9-11: Oratio Dominicalis, Salutatio Angelica Salutatio ad Virginem Mariam; telkens eerst de Chaldeeuwsche, dan de Latijnsche tekst, zooals de afbeelding op blz. 299 doet zien.
Ingewikkelder is het boekje, waarvan de titel hier volgt:
Alphabetum Chaldaicum antiquum Estranghelo dictum, una cum alphabeto Syriaco, Oratione Dominicali, Salutatione Angelica, et Symbolo Fidei. Vignet, drukplaats enz. als de andere; jaartal MDCXXXVI. Hier gaat (blz. 3-5) aan den tekst vooraf een uitleg ‘Ad studiosum Lectorem’ van de drie dialecten met afwijkend schrift, waarover hier gehandeld wordt. De letterlijst is in kolommen ingedeeld (blz. 6-8); daarop volgen de drie teksten, Onze Vader enz. eerst in Estranghelo-schrift (blz. 8-13), dan in Syrisch schrift (blz. 14-15). De laatste blz. is onbedrukt.
| |
| |
| |
Alfabetten van de tweede helft der 17e en het begin van de 18e eeuw
Uit de 17e eeuw geeft onze bundel nog een Armenisch alfabet van 1673. Ik laat daarop volgen het Arabische van 1715 en twee kleine boekjes zonder jaartal, Koptisch en Perzisch. Het Hebreeuwsche en het Grieksche alfabet, die ons bundeltje, zooals ik boven reeds meedeelde, in een lateren herdruk geeft, bespreek ik daarna met de andere uitgaven van Io. Christ. Amadutius.
Het Onze Vader, Chaldeeuwsch en Latijn
| |
| |
Het Armenische alfabet geeft den titel in twee talen, Latijn en Armenisch, waardoor er geen plaats bleef voor het vignet. De Latijnsche titel luidt aldus:
Alphabetum Armenum Iussu S.D.N. Gregorii XV. et Sacrae Congregationis de Propaganda Fide impressum. (Armenische titel). Romae, Ex Typographia Sac.Congregationis de Propaganda Fide. MDCLXXIII. Superiorum permissu. Op de keerzijde tweeerlei imprimatur. op blz. 3-7 het alfabet met naam en beteekenis van elke letter, ook de cijfers, en de afkortingen; op blz. 8-10, geheel Armenisch, een syllabarium en twee korte teksten. Op blz. 11-16 het Onze Vader, de Salutatio Angelica enz., ook de litanie, alles ‘Latina lingua’ maar geheel in Armenische letter.
Het Arabische alfabet heeft een titelblad, overeenkomende met dat van de vorige boekjes, maar het vignet is vernieuwd: dezelfde voorstelling in medaillon, maar nu in vierkante omlijsting:
Alphabetum Arabicum, una cum Oratione Dominicali, Salutatione Angelica, et Simbolo Apostolico. (Vignet). Romae, Typis Sacrae Cong. de Propag. Fide. 1715. Superiorum permissu. Op blz. 3 en 4: Alphabetum Arabicum. Scribunt Arabes a dextera versus sinistram. Natuurlijk loopen ook de bladzijden hier, evenals in de Chaldeeuwsche, Perzische en Hebreeuwsche boekjes in tegengestelde orde van die in westersche talen. Op blz. 5-10 annotationes in Alphabetum Arabicum. Op blz. 11-15 de drie teksten in Arabisch en Latijn.
Het Koptische boekje heeft slechts 8 bladzijden zonder titel en zonder teksten: Alphabetum Cophtum sive Aegyptiacum. Letterlijstje, verklaring van eenige letters, een enkele tekst van ééne pagina geheel koptisch, en een Syllabarium.
Ook heel bondig, hoewel met teksten, is het eveneens ongedateerde Perzische boekje: slechts zeven bedrukte bladzijden: 1-3, Alfabet; 4, een psalmtekst; 5 en 6 over teekens boven en onder de letters; 7, het Onze Vader en de Salutatio Angelica Arabisch, maar in Perzische letter.
| |
Twee Illyrische alfabetten, 1753
De tweede helft van de 18e eeuw brengt alfabet-uitgaven van grooteren omvang. Allereerst een boek van 78 bladzij den, dat gewijd is aan de taal en de tweeerlei letterschriften van Illyrië. De beide
| |
| |
tegenover elkaar geplaatste titels- - hier verkleind weergegeven -, de eene in het letterschrift van den Heiligen Hieronymus, de andere in dat van den Heiligen Cyrillus, zijn voor iemand die de taal niet verstaat, onleesbaar. Maar men herkent toch een titel die in hoofdzaak met die van de andere boekjes overeenkomt, een houtsnee-vignet - in twee formaten - met dezelfde voorstelling, en dezelfde drukplaats en drukkerij, en autorisatie. Het jaartal is in den Cyrillischen titel gegeven in letterteekens die met de Grieksche overeenstemmen; ik lees het als 1753. Op de voorzijde van het eerste titelblad is een houtsnee geplaatst, de

| |
| |
kroning van Maria, in een boekdrukrand. De alfabetten beginnen op de keerzijde van den tweeden titel: ‘Alphabetum Divi Hieronymi’, en daartegenover: ‘Alphabetum Divi Cyrilli’. Ook verder, tot blz. 58/59 is geregeld de inhoud in den Hieronymusdruk links, en daarnaast rechts hetzelfde in den Cyrillusdruk gegeven. Preciese beschrijving is voor iemand die de taal niet kent en de beide alfabetten niet heeft bestudeerd, niet wel doenlijk; na de bovenschriften van de alfabetten worden geene Latijnsche opschriften meer gegeven; slechts eigennamen en algemeen gebruikelijke woorden zijn in de Cyrillus-letter te herkennen. De druk zelf doet ons zien, dat na de alfabetten lange tabellen volgen met letterverbindingen, daarna de cijferteekens (blz. 16 en 17) en verder teksten. Van deze allereerst Onze Vader en Ave Maria, ook de tien geboden, verscheidene psalmen en lofliederen, en ook de litanie. Met blz. 60 komt er verandering; daar geeft een Latijnsch opschrift aan: ‘Salutatio Angelica, Latine’, waaronder de tekst komt in de drie letterschriften: de twee Illyrische en het Latijnsche. Zie de afbeelding op blz. 303. De volgende bladzijden (61-68) geven uitsluitend Hieronymus-druk, waartusschen, een houtsneetje van Jezus aan het kruis met Latijnsch inschrift. Op blz. 68 een houtsnee-sluitstukje. Bladz. 69-78 brengen ten slotte eene wetenschappelijke-uiteenzetting in het Latijn, en hier doet het bovenschrift ons meteen den geleerden bewerker van het boek kennen: Matthaei Caraman Archiepiscopi Jadren. In Alphabetum Illyricum expositio.
Aan het slot kondigt hij voor wie meer onderricht wenscht, eene ‘Grammatica Illyrica seu Slavonica’ aan.
| |
De herdrukken bezorgd door Johannes Christophorus Amadutius, 1771
We komen tot de alfabetten van de laatste jaren, die de hierboven genoemde Praeses Typographiae heeft bezorgd. Allereerst twee oudere die hij heeft laten herdrukken, Hebreeuwsch en Grieksch.
Alphabetum Hebraicum, addito Samaritano et Rabbinico, cum Oratione Dominicali, Salutatione Angelica, et Symbolo Apostolico [vignet]. Romae MDCCLXXI. Typis Sac. Congregationis de Propag. Fide. Praesidum Facultate.
Op de keerzijde van den titel in Hebreeuwsch en Latijn het ‘Effatum Hebr.’ Lingua Sancta mater omnium Linguarum.
| |
| |
Daarop volgt (blz. 3-6) een uiteenzetting van den Praeses aan den lezer: ‘Lectori φιλɛssραíῳ. Hij vertelt dat het Hebreeuwsche alfabet al in 1651 was uitgegeven in quarto formaat, maar sinds lang niet meer voorhanden, waarom hij het nu geeft in hetzelfde 12o formaat, waarin de andere alfabetten zijn gedrukt. Hij geeft vervolgens een overzicht van de verschillende Hebreeuwsche
| |
| |
schriften die bestaan, en ook in de drukkerij voorhanden zijn, waarvan hij deze, Soprasilvio genoemd, uitkiest. De lezer verneemt nog 't een en ander over de afwijkingen in sommige alfabetten. Daarna over meeningsverschillen tusschen de geleerden, waarbij hij al de groote kenners van het Hebreeuwsch opnoemt; de lijst begint met Josephus Scaliger, Isaac Casaubonus, Johannes Drusius, Hugo Grotius. Eindelijk verwijst hij naar de Grammaticae Hebraeae Rudimenta voor het Coll. de Propag. Fide bewerkt door Johannes Bouget, voor de derde maal uitgegeven in 1740; deze auteur had van 1766 af reeds twee opvolgers gehad; nu is Amadutius door Paus Clemens XIV tot dezelfde waardigheid verheven.
Het boekje is zeer beknopt; 7 bladzijden geven het alfabet en handelen over de verschillende soorten van letters en de punten. Op drie bladzijden volgen de drie in den titel aangegeven teksten; alles in grooten, helderen druk.
Het Grieksche alfabet is eveneens door Amadutius herdrukt, omdat het niet meer te krijgen was, en het toch van belang was, dat men zich een complete reeks kon verschaffen van al de alfabetten. De titel luidt: Alphabetum Graecum cum Oratione Dominicali, Salutatione Angelica, Symbolo Fidei, et Praeceptis Decalogi. [vignet]. Romae MDCCLXXI. Typis Sacr. Congregationis de Propag. Fide. Praesidum Facultate. Ook hier geeft de auteur aan den lezer, Lectori φιλέλληνι, eenige inlichtingen, zij het ook minder uitvoerig dan in het Hebreeuwsche boekje, en verwijst hij verder naar de vroeger door de Propaganda uitgegeven spraakkunst, Manuductio, eerst in 1681 door Josephus Julius, later in 1696 door Franciscus Nazarius bezorgd. Op acht bladzijden wordt het alphabet gegeven, en meedeelingen over de letters, de accenten, de spiritus, en de letterverbindingen. Daarna op drie bladzijden (13-15) de vier in den titel aangegeven teksten.
| |
Het alfabet der oude Etrusken
Een boekje van geheel eigen aard is door Amadutius aan zijne reeks alfabetten toegevoegd. De titel luidt:
Alphabetum Veterum Etruscorum et nonnulla eorumdem monumenta. [houtsnee-ornament]. Romae MDCCLXXI. Typis Sac. Congregationis de Propag. Fide. Praesidum Facultate. Het is
| |
| |
misschien niet bij toeval, dat niet het Propaganda-vignet op den titel gezet is, maar een onverschillig ornamentblokje met schrijfgerei en passer. Immers voor de zending kon deze studie over een verloren gegane taal, over de ontcijfering van een nog steeds onverstaan letterschrift, niet dienen.
Toch vinden we achter den titel een statige opdracht aan Paus Clemens XIV, van Stephanus Borgia, a secretis s.cong.de prop. fide. En de ons reeds bekende Praeses Johannes Christophorus Amadutius legt weer aan den geleerden lezer uit, dat het eenige doel was, de reeks alfabetten volledig te maken. Deze inleiding voor den lezer neemt hier bijna het geheele boek in. Het is eene uitvoerige studie van 32 bladzijden over de monumenten, de taal en de letters van de oude Etrusken. Eerst op blz. 33/34 komt het alfabet, opgesteld volgens Cl. Antonius Franc. Gorius. Daarna (35-38) afschrift van een paar teksten van monumenten.
Met onze studie van het abecedarium heeft dit boekje niets te maken; hier is het alleen vermeld ter wille der volledigheid van deze reeks propaganda-alfabetten.
| |
Indische alfabetten
Nog twee boeken blijven ons ter beschrijving over. Amadutius heeft door toevoeging van deze werken aan den bundel een geheel nieuw karakter gegeven. In omvang reeds (resp. XX + 152 en XXVIII + 100 blz.) vormen ze meer dan de helft van den geheelen bundel. Terwijl de andere boekjes geheel in het kader blijven van het primitieve A B C van het Christelijke Europa, en de lezers die een Oostersche taal grondiger willen bestudeeren, naar eene Grammatica worden verwezen, is hier de alfabet-uitgaaf zelf uitgebreid tot eene volledige handleiding, die over de vreemde taal uitvoerig handelt.
Beide boeken hebben Indische talen tot onderwerp; uiterlijk zijn ze gelijksoortig: een titel als die van de oude boekjes met het vignet in grooter formaat, een opdracht van Stephanus Borgia aan Paus Clemens XIV als in het Etrurische boekje, en een inleidend woord van Amadutius tot den lezer; alleen heeft het tweede - van 1782- buiten den doorloopenden tekst nog eene reeks uitslaande platen.
De titels luiden aldus:
Alphabetum Brammhanicum seu Indostanum Universitatis
| |
| |
Kasí. [vignet[. Romae MDCCLXXI. Typis Sac. Congregationis de Propag. Fide. Praesidum Facultate.
Alphabetum Grandonico-Malabarium sive Samscrudonicum. [vignet]. Romae MDCCLXXII. Typis Sac. Congregationis de Propag. Fide. Praesidum Facultate.
Het ligt buiten het bestek van ons overzicht, om in te gaan op de onderzoekingen in de uitvoerige inleidingen en studies. Wie over de werkzaamheid van de drukkerij van de Propaganda, over de zending in Voor-Indië, over de talen en schriftteekens van die landen wil studeeren, kan de boeken zelve ter hand nemen. Hier wil ik alleen de samenstelling even aangeven.
In het oudere Alph. Brammhanicum neemt de inleiding tot den lezer 20 bladzijden (Rom. nummering), de verhandeling zelve, eveneens in het Latijn (blz. 1-152) brengt op blz. 49-68 de lettertabellen; op blz. 107-109 staan de letters ‘ordine Brammhanico dispositae’, op blz. 118-120 de alphabeta ‘ad ordinem Latini Alphabeti redacta’, op blz. 122-130 de cijfers; in hoofdst. XII (blz. 130 en V.) komt de catechesis als leesstof, de Oratio Dominica (blz. 135), Salutatio Angelica (137), beide ‘iuxta vulgatam versionem Brammhanicis characteribus expressa’ d.w.z. Latijn in Indische letter. Dan ‘Signum Crucis Indostana dialecto exaratum’ (139) en zoo ook weer Oratio Dominica, Salutatio Angelica, Symbolum Fidei. Deze teksten eindigen op blz. 152.
Het andere boek geeft na de opdracht, een stuk van Amadutius aan den lezer van 28 bladzijden, (Rom. genummerd I-XXVIII); daarna een Prologus (blz. 1-21 met een uitslaande plaat), Cap. I-IX over de letters (blz. 22-88), Cap. X over de cijfers, waarbij acht plano-bladen in klein folio-formaat, gevouwen aan het boek toegevoegd, tabellen geven, en in Cap. XI de teksten: ‘Signum Crucis, Oratio Dominica, Salutatio Angelica, Symbolum Apostolorum, ac Praecepta Decalogi.’
Deze beide boeken toonen ons wel een heel merkwaardigen uitgroei van het middeleeuwsche Abecedarium.
C.P. Burger Jr.
|
|