| |
| |
| |
De drukkers Jan Mollijns en Niclaes Mollijns
In het overzicht dat de heer L.C. Wharton van het Britsch Museum onlangs heeft gegeven van den boekdruk in de landen van Oost-Europa - zie hiervóór blz. 286/287-, en wel daar, waar sprake is van de Baltische landen, een mij tot dusver onbekend terrein, viel mijne aandacht dadelijk in den aanvang op een bekenden naam, Niclas Mollyn. Deze drukker is daarginds, te Riga, de baanbreker geweest; hij kwam er in het voorjaar van 1588, maar ‘we weten niet van waar hij kwam’. Hier kunnen we de bekende feiten aanvullen; den naam, zij het met kleine wijziging, Niclaes Mollijns, ken ik sinds lang als dien van een drukker te Antwerpen en wellicht ook te Amsterdam, maar we wisten weer niet, waar hij na 1587 gebleven was.
De naam, het bedrijf, en de tijdaanwijzingen laten wel nauwelijks twijfel, dat het inderdaad dezelfde man is, en dus loont het zeker de moeite, bijeen te zetten wat we van hem weten. En ik wil Jan Mollijns laten voorafgaan, een ouderen Antwerpschen drukker, van wien ook niet zoo heel veel bekend is, maar toch genoeg om waarschijnlijk te maken, dat hij de vader van Niclaes zal zijn geweest, of althans een ouder lid van dezelfde drukkersfamilie.
| |
Jan Mollijns, drukker te Antwerpen 1532-1574
Olthoff, in ‘De boekdrukkers, boekverkoopers en uitgevers in Antwerpen’ deelt mede dat Jan Mollyns in St. Lucasgilde onder den naam ‘Hanneken (Hansken) Molyn figuersnyder’ als leerjongen, werkende bij W. Lyfrynck ‘printer’, in het jaar 1532 werd aangenomen. Voorts dat in eene rekening van 1553-1554 der kerkfabriek van O.L.V. de ‘figuerdrucker’ Jan Molyns wordt aangeduid als bewoner van ‘der plaetsken dat Lieven Nylis in huren plach te hebben’. Duidelijkere aanwijzing van zijne woonplaats vinden we in de door hem gedrukte boeken. Eene lijst van deze boeken is nergens gegeven, maar Olthoff geeft den titel van
| |
| |
een ongedateerd boekje, Tiele vermeldt er in zijne ‘Bibliotheek van pamfletten’ onder no. 37 een van het jaar 1551, Van Havre kende er twee van het jaar 1561, waarnaar hij twee drukkersmerken van Jan Mollijns, beide een wroetende mol voorstellende met omschrift poena diversa placet, afbeeldde, en van der Wulp beschrijft in den ‘Catalogus van tractaten, pamfletten enz. in de bibl. van Is. Meulman’ onder no. 103 een boekje van 1562. Ziehier de titels:
Een warachtighe ende seer verschrickelycke geschiedenisse.... Gheprent Tantwerpen op de Cammerpoort Brugghe inden gulden Voet, by Jan Mollyns, Boeckprinter. (Olthoff blz. 72).
Waerachtich onderwijs hoe ende wt wat oorsaken die teghenwoordighe oorloghe aeng. der stadt Parma geschiet.... Oock mede aeng. de handelinge van den Turcken, ende der stadt Tripoli in Barbarien, met meer andere aenslaghen ende practiken onlancx ghepleecht by den Franchoisen. Getranslat. wten Hochd. .... bescheede, gheprint tot Augspurgh. Ghedr. Thantw. op de Lombaerde veste in den Gulden voet by my Jan Mollijns Formsnijder. Met priv. v. 9 Nov. [1551]. (Tiele no. 37).
Sendtbrief oft missive aen mynen Heere van Montpensier aengaende den Staet der Christelycker religien. By Charle Choquart, advocaet int Parlement te Parys. Antw. 1561. 8o. (Van Havre II blz. 6).
Die natuere der Dieren met haeren Figueren naer dieven utghestelt. Antw. [1561]. 4o. (ibid.).
Des Conincx Ende der Religien, Ierste Beschcrminghe, teghens die bederffelijcke Muyterije van Caluinus, Beza ende Ottomanus aenden Raet ende gemeynen volcke der Stadt van Parijs. Gheprent Tantwerpen, ....inden Gulden Voet, by Jan Mollijns.... Met Con. Gra. ende Priuile. (i.d. 13 Aug.) 1562. 8o. (Van der Wulp no. 103).
De verschillende aanduidingen van het huis ‘inden Gulden Voet’ wijzen op één en hetzelfde adres, door Van Havre beschreven als het hoekhuis van Lombaerdevest en Camerpoortbrugghe tegenover het klooster Notre-Dame. Dezelfde auteur vermeldt nog deze twee feiten: Jan Mollijns was getrouwd met Berbe Clements; en hij is op 9 October 1566 wegens het drukken van verboden boeken buiten de stad gebannen voor den tijd van zes jaren, ‘sonder binnen middelen tyde weder inne te comen, op zynen hals’. Deze laatste aanhaling uit het vonnis zelf is ontleend aan Olthoff die den volledigen tekst geeft. De drukker had ‘hem vervoirdert binnen deser stadt te printen ende laten vuytgaen sekere schandalycken ende seer schandaleus boecxken oock onder eenen anderen
| |
| |
onbekenden naem, met expressie van een ander plaetse’. In het werk van Sepp ‘Verboden lectuur’ vinden we de nadere aanwijzing van dit boekje: het was een herdruk van ‘het Dootbedde der Misse’ waarover met grooten afschuw wordt gesproken in de bekende ‘Historie van broeder Cornelis.’
De zes jaren van zijn ballingschap heeft Jan Mollijns te Zwijndrecht doorgebracht; daarna (1572) is hij te Antwerpen teruggekeerd, met behoorlijke certificatie en na consent van de overheid. Olthoff deelt de officieele aanteekening hiervan eveneens mede. Latere uitgaven van hem zijn niet bekend, maar in 1574 is Jan Mollijns blijkens de ‘Liggeren’ van St. Lucasgilde als ‘meester drucker’ aangenomen; of dit dezelfde is of een jongere naamgenoot, is niet uit te maken. Reeds in het volgende jaar vinden we Nicolaes Mollijns vermeld, die ons nu verder zal bezighouden.
| |
Nicolaes Mollijns, drukker te Antwerpen, te Amsterdam en te Riga, 1575-1625
Nicolaes Mollijns werd volgens Olthoff in 1575 als boekdrukker aangenomen in St.-Lucasgilde. We vinden zijn naam en adres in 1579 in de volgende uitgaaf:
Isbrandus, M. Dienaer des Goddel. Woorts binnen Antwerpen, Een Predikatie van dat cleyn Mostaertsaeycken. Ghedruckt Thantwerpen, op die Lombaerde veste, int Root huys, by Nic. Mollyns, 1579, kl. 8o.
Nadat we Jan Mollijns eerst als drukker van nieuwsberichtjes en van een Roomsch strijdschrift hebben leeren kennen, daarna als strijder tegen de mis, dus als overgegaan tot de nieuwe religie, bevreemdt het niet, dat we nu in het inmiddels gereformeerde Antwerpen Nicolaes vinden als uitgever van eene gereformeerde predicatie die toen en ook later opgang maakte. We vinden over dominus Ysbrandus Balkius veel in het ‘Biographisch Woordenboek van protestantsche godgeleerden in Nederland’ - oorspr. getiteld ‘Het protestantsche Vaderland’ -; hij was een van de bekendste predikanten van de nieuw georganiseerde kerk; hij heeft gewerkt in Oost-Friesland en in Engeland bij de vluchtelingen-gemeenten en in tal van plaatsen in onze gewesten; heeft tweemaal te Antwerpen het predikambt uitgeoefend, van 1566 tot 1567 en van 1578 tot 1585, en is beide malen door den staatkundigen ommekeer van daar verjaagd. Toen hij voor Alva
| |
| |
moest wijken, hield hij zijne laatste predicatie op 9 April 1567 over het mosterdzaad naar Marcus 4, 30-32. Door een hoorder was deze predicatie op schrift gebracht en in 't licht gegeven; Mollijns gaf er nu (1579) een herdruk van, waarnaar de preek bijna drie eeuwen later (Dordrecht 1858) nog eens herdrukt is met eene uitvoerige inleiding van ds. B. Glasius. Ysbrand zelf was met de uitgaaf van zijn preek door een ander, waarbij ‘veel dinghen vergheten, oock eenighe anders ghestelt’ waren, niet ingenomen. Zijne preek kreeg eene nieuwe beteekenis, toen hij in 1585, na de inneming der stad door Parma, opnieuw moest uitwijken. Hij hield haar toen nog eens op den 18den Augustus; en hij heeft haar later (in 1590) zelf uitgegeven bij Barendt Adriaensz te Amsterdam. (Zie ‘De Amst. Boekdr.’ III blz. 289, no. 561).
De pamflettencatalogi vermelden nog drie latere uitgaven van Nicolaes Mollijns, waarvan ik de titels hier laat volgen:
Een Dialogue oft Tsamensprekinghe tusschen de goetwill. Ghemeynte ende die Hertoghe van Aniou etc. onse gheduchtighe Heere. Antw. Nicolaes Mollijns, op de Lombaerde veste int Root Huys. (Tiele no. 247, Knuttel no. 588 met kleine afwijking in de spelling van den voornaam: ‘Niclaes’).
De principaelste redenen ende oorsaecken, van den dieren tijdt in dese landen. Midtsgaders eenen raedt ende maniere om den seluen te verdrijuen ende te weyren. Thantwerpen, by Niclaes Mollijns 1586 (v.d. Wulp no. 653).
Wonderlicke nieuwe tijdinghe. Een warachtich verhael vande schrickelicke teeckenen gheschiet den seuensten Augusti m.d.lxxxvii. lestleden in de Stadt van Gendt, In Graafschap van Vlaenderen. Eerst Ghedruckt tot Alcmaer by Joost Willemsz Duyt, daer na tot Amsterdam by Niclaes Mollijns, Ende nu by Peeter Verhaghen, woonende in de Druckerije, (te Dordrecht) Anno 1587. (Kn. 822. Amst. Boekdr. II p. 321 no. 504).
Dit laatste pamflet, dat een Amsterdamschen druk van Niclaes Mollijns vermeldt, noopte mij, in De Amsterdamsche Boekdrukkers dezen drukker even te bespreken - maar over zijn Amsterdamsche werkzaamheid was behalve die vermelding op den titel van het Dordtsche boekje niets te vinden. Victor Dela Montagne, dien ik erover raadpleegde, schreef mij: ‘Over Molijns is de uitslag van mijn onderzoek heel en al negatief. Ik houd het ervoor dat in het door U bedoeld pamflet “Amsterdam” drukfout is voor Antwerpen.’ In denzelfden zin drukte ik mij toen (Amst. Boekdr.
| |
| |
II blz. 321) ook uit. Maar daar komen nu de meedeelingen van Wharton over de aankomst van Niclaes Mollyn te Riga in 1588 en zijne werkzaamheid aldaar. De naam wijst, ondanks het kleine spellingsverschil, zeker op denzelfden man, en nu blijft er geen enkele reden over, om aan te nemen dat hij niet tweemaal zou zijn verhuisd, in 1586 of 1587 naar Amsterdam, en van daar in het voorjaar van 1588 naar Riga. Immers de verhuizingen van hen die niet Roomsch wilden blijven of worden, van Antwerpen naar Amsterdam, waren in die jaren zeer gewoon, en Amsterdam stond weer in drukke scheepvaartverbinding met de Oostzeehavens.
Ziehier nog wat Wharton over zijne langjarige en belangrijke werkzaamheid te Riga meedeelt. Hij was er heen geroepen door den Secretaris David Hilchen en den Raad, en kreeg van Koning Sigismund voor zichzelf en zijn erven een Koninklijk Privilegie op 16 Mei 1590. Zijn typen kwamen waarschijnlijk van Wittenberg. Op Nieuwjaarsdag 1591 werd hij aangesteld als Drukker van den Raad, en kreeg tezamen met Hildebrand Gethmann een privilege als boekverkoopers. Gethmann stierf in 1592 en Mollyn zette alleen de zaak voort. In 1593, toen het Poolsche leger te Riga was gelegerd kreeg hij moeielijkheden met de jezuieten, maar de Koning beschermde hem. In Juli 1597 kreeg hij met Peter (of Reter?) van Meren gezamenlijk een privilege als boekverkoopers. In 1625 kwam Gustaaf Adolf in Riga; Mollyn kreeg toen (7 November) een nieuw privilege. Over zijn werk vernemen we dat hij twee persen had, dat de Raad zelf typen aanschafte voor zijn gebruik, dat hij ook muziek drukte, dat zijne boeken geene pagineering en eerst laat signatuur hebben. In 't geheel zijn 160 boeken van hem bekend. In 1615 drukte hij een Lettisch handboek; voor den druk van Lettische boeken had hij een voorganger in Georg Osterberger van Königsberg.
In 1625 stierf Niclas Mollyn; hij liet een zoon Johann na, en eene dochter die getrouwd was met zijn compagnon Peter van Meren. Beiden stierven aan de pest op 6 Augustus van hetzelfde jaar. Christian Rittau, boekbinder en sedert 1620 ook drukker, nam Mollyns huis en winkel over met de boeken en met het privilege als boekverkooper.
Zoo leeren we den drukker van enkele pamfletten te Antwerpen en te Amsterdam, dien we nauwelijks van eenige beteekenis achtten, kennen als een drukker van groot belang in het Lettische land.
C.P. Burger Jr.
|
|