die kever, die doode eend, dat konijn. En uit alles spreekt hetzelfde innige gevoel, dat ook ontroert in een groot geschilderd portret.
Toorop is de psychologische-symbolische schilder en teekenaar. Daar ziet ge de biddende religieuze met het onderschrift: ‘Mon âme, Seigneur, est devant vous’ (Mijn ziel, o Heer, is voor U). Daar is zijn Sanctus, zijn Eucharistie, zijn Dal der rozen, zijn Inspiratie, zijn Inspireerende engel en niet te vergeten dat wondere Brugge of De goddelijke Liefdegang. Heel dat oeuvre draagt een zuiver geestelijk karakter. Hoe onwerkelijk zijn die lichamen, die handen, getuigend van een wereld, hooger dan deze.
Durer is universeeler, dichter bij het reeële leven, ook bij het leven van zijn volk en daardoor meer nationaal. Hij, de volbloed Duitscher.
Toorop, geboren in de tropen, staat onder Oostersche invloeden. Zie zijn Drie Bruiden, en zijn Koptische vrouw. Ja, zouden zijn gestalten met hun strakke lijnen niet passen in het land der pyramiden?
Ik vestig nog de aandacht op enkele werken in de zaal. Allereerst het monumentale boek van Dr. J. Veth en Dr. S. Muller Fz. over Dürer's Nederlandsche reis in 1520-21, in twee deelen. Dan zijn Vier Evangeliën en de Openbaring van Johannes met 52 houtsneden. Vervolgens het werk over Dürer's randteekeningen voor het gebedenboek van keizer Maximiliaan I; de boekjes met zijn kopergravures, Duitsche landschappen, dagboeken, brieven en rijmen. Eindelijk biografieën en studie's van M. Miedema, E. Waldmann, M. Friedländer, Kurt Pfister, Willy Pastor, G. Jedlicka e.a.
Bij de Tooropcollectie verzuime men niet in te zien: Prof. v. Ginneken's Voordrachten over het Katholicisme voor niet-Katholieken, door hem geïllustreerd; Julius de Boer's monografie; en in de vitrine te letten op zijn bandversiering van Gerard Brom's Vondel's bekeering. Ook zijn daar: het Tooropnummer van het tijdschrift Wendingen op zijn zestigsten verjaardag (1918), zijn Kruiswegstatie door Miek Janssen, en opstellen in Beyaard, Gildeboek en Elsevier's Maandschrift.
Deze tentoonstelling wil den bezoekers een kleinen rondgang bieden door de kunst van twee, wier werk blijft. Want er moge in de kunstwetenschap wisseling van stroom zijn, zoodat nu eens het technische gesteld wordt boven de idee, de meester van de kleur boven die van de lijn, de hartstochtelijke zoeker boven het bezonken talent, aan rijkdom van innerlijk leven, die spreekt uit hun werk, zullen Dürer en Toorop vooraan blijven staan in de Duitsche en Nederlandsche kunst.
G.A. Wumkes