Het laatste slachtoffer van het Oera-linda-boek
Boeles eindigde zijne bespreking van de hypothese van De Jong, dat Verwijs de auteur zou zijn van het Oera-linda-boek (zie hiervóór blz. 273) met de vraag:
‘Wie zal het volgende slachtoffer zijn van het O.L.B.?’ En hij voegt daaraan toe: ‘In dit Oera-Linda-Boek, dat zeemansboek, schijnt een meermin te huizen, die ondanks alles wat er geschreven is, telkens kans ziet een geleerde te verschalken en uit den koers te lokken’.
Welnu, De Jong is al niet meer het laatste slachtoffer. De geleerde, dien hij achter zich heeft meegesleept in de kolk, is zijn leermeester H. Brugmans. Zoo juist is in Bibliotheekleven de tekst verschenen van diens voordracht ‘Valsche Historie’, gehouden op het congres van bibliothecarissen in Mei ll. Na bespreking van allerlei historie-vervalschingen van den meest verschillenden aard blijft hij iets langer stilstaan bij de kroniek van Klaas Kolijn, den clapper der Calkoens en het Oera-linda-boek, hetzelfde reeksje al herhaaldelijk op gelijke wijze samengevat. (Zie Het Boek 1913 blz. 143).
Van het Oera-linda-boek geeft hij een overzicht van den inhoud, bespreekt daarna de vroegere strijdschriften en onderzoekingen naar den auteur, en ten slotte het boek van De Jong. En daar blijkt het dat het betoog van dezen zulk een diepen indruk op hem heeft gemaakt, dat hij als zijn slotsom neerschrijft: ‘De zaak staat voor mij zoo: het is wel waarschijnlijk dat Verwijs de maker van het Oera-linda-boek is geweest, maar het dwingende bewijs ontbreekt nog steeds’. De afdoende weerleggingen van Fruin en Boeles hadden hem dus niet overtuigd. Dat De Jong toch inderdaad niet alleen geen afdoend bewijs had geleverd, maar dat zijne hypothese werkelijk op niets steunt, en dat de tegenbewijzen voor het grijpen liggen, had hij niet ingezien.
Zou hij nu nog van dezelfde meening zijn? Er is, dunkt me, eenige hoop dat hij zich uit de draaikolk zal weten te redden. In de Koninklijke Akademie van Wetenschappen heeft hij op 12 November hetzelfde onderwerp behandeld, en daar is, als wij de courantenverslagen mogen vertrouwen, de waarschijnlijkheid al veranderd in ‘eenige mogelijkheid’.
‘Spr. concludeert dat er eenige mogelijkheid bestaat van een auteurschap van Verwijs, maar dat dit auteurschap allerminst bewezen is’.
Nu nog een stapje verder: van de mogelijkheid tot de onmogelijkheid, tot de zekerheid dat Verwijs de auteur niet is!
Het boek van De Jong kan zeer goed in de reeks ‘Valsche historie’ zijne plaats behouden als slotnummer.
B.