Het Boek. Serie 2. Jaargang 22
(1933-1934)– [tijdschrift] Boek, Het–
[pagina 8]
| |
![]() | |
[pagina 9]
| |
Nederlandsche Aesopus-uitgave van Jan van Ghelen te Antwerpen (1533?)Nu hier, dan daar vermeld, heeft deze uitgave heel lang als een dwaallichtje voor mijn oogen geflikkerdGa naar voetnoot1). Tergende toestand voor een bibliograaf, die niet slechts titels, maar tastbare exemplaren noodig heeft. Doch niemand, zelfs pater A. Geerebaert niet, was er sedert jaren in geslaagd, het boek te zien. Tot daar eensklaps, in de zomer van 1932, Mr. L. Willems te Gent mij een ‘levend’ exemplaar signaleerde en er weldra de blijde mare aan toevoegde, dat het gekocht was door zijn broeder, de bekende Brusselsche bibliophiel, Generaal Jacq. Willems. Dankbaar kan ik nog vermelden, dat deze het met groote welwillendheid eenige dagen tot mijn beschikking heeft gesteld en ons heeft toegestaan, er reproducties uit te maken. Op zijn tijd zal de volledige beschrijving een plaats vinden in Nederlandsche Bibliographie II. Toch leek het mij goed, er hier reeds een voorproefje van te geven bij een achttal houtsneden. Men zal die, desgewenscht, ook als Aanvullingen op de Art typographiqueGa naar voetnoot2) kunnen beschouwen. De Nederlandsche Aesopus is een folio-uitgave, in twee kolommen van 47 regels gedrukt, gothische typen, 68 bladen groot (A-R4) en rijk van houtsneden voorzien. Het titelblad kan men hiernevens aanschouwen; het colophon op bl. 68a r. 43 vv. luidt: ¶Hier sijn voleyndt/ die schone en̄ genoechlijcke Fabulē vā Esopus/ met meer andere Histo ∥ rien wt diuersce Poetē en̄ Oratoers / binnē cortē dagē wt die Latijnsce in onse Duytscer spra ∥ ken met groter naersticheyt ouergeset en̄ gecorrigeert. In die welcke vele goeder leeringē in ∥ beslotē sijn. Gheprent Tantwerpen / in die Baghijnē strate / bi mi Ian van Ghelen. ∥ | |
[pagina 10]
| |
Een jaar van uitgave wordt niet vermeld. Dat het boek altijd op 1533 gedateerd is, dankt het aan de mededeeling op de titel: ‘Noch sijn hier (Anno ∥ M.CCCCC.xxxiij.) ander Fabulen toe ghedaē’. Op bl. 65a 2 r. 11 leest men weer: ....ende nv Anno. M. ∥ CCCCC.xxxiij. wt dat Latijn in onser Duyt = ∥ scher sprakē met naersticheyt ouergheset. ∥ Bezwaren tegen de dateering op 1533 biedt het aspect van het geheel niet. Toch zal men goed doen te bedenken, dat zij niet onomstootelijk vast staat. Het zou b.v. ook een herdruk kunnen zijn van een uitgave, in 1533 verschenen. Tot nu toe is ons uit het tijdvak 1500-1540 slechts één andere uitgave (in 4o) van de Ned. Aesopus in proza bekend. Een fragment, ongelukkigerwijze zeer defect, wordt bewaard in South Kensington Museum te Londen. In mijn Derde AanvullingGa naar voetnoot1) is het nog vermeld zonder toewijzing aan drukker ‘(Antw.? c. 1530?)’. Vergelijking met de uitgave van Symon Cock, 31 Maart 1546 (ex. te Luik UB.) heeft me thans de overtuiging gegeven, dat ook het Londensche fragment een druk van Symon Cock is en vermoedelijk op c. 1540 of iets later gedateerd moet worden. De royale folio-uitgave van Jan van Ghelen wint het in uiterlijk verre van Cock's bescheiden quarto-drukjes en staat dichter bij de vroegere Antwerpsche en Delftsche incunabel-drukken, van G. Leeu (12 Oct. 1485) en van Eckert (27 April 1498). Hoewel ik niet in de gelegenheid ben geweest, Jan van Ghelen's uitgave naast andere Aesopus-drukken te leggen, durf ik toch wel uit mijn uitvoerige beschrijving afleiden, dat de inhoud grootendeels parallel loopt met beide genoemde Ned. incunabelen. 't Is de Ned. prozatekst, gevolgd naar de Fransche van Julien Macho. Eerst het leven van Aesopus naar Rinuccio d'Arezzo, dan vier boeken fabels, de z.g. Romulus (d.z. fabels, indirect teruggaand op Aesopus via Phaedrus); vervolgens vertalingen der z.g. Fabulae extravagantes en verder fabels van Rinuccio d'Arezzo, Avianus (hier, gelijk meer, Anianus genoemd) en enkele, ontleend aan Petrus Alfonsus en Poggio. Van blad 65a af volgen dan nog de fabels, in 1533 toegevoegd, van Erasmus, Guil. Herm. Goudanus, Rinuccio d'Arezzo, Barlandus, Laur. Abstemus, Poggio en Angelo Poliziano, die niet in de incunabel-uitgaven voorkomen. | |
[pagina *1]
| |
![]() I. Aesopus, Leven ende fabulen, enz. Antwerpen, Jan van Ghelen, (1533?). Titelblad.
| |
[pagina 11]
| |
Het is allerminst mijn bedoeling in den breede uit te weiden over de houtsneden, hier gereproduceerd. 't Is slechts een losse greep uit de talrijke illustraties. Ze zijn van verschillende kanten bijeengebracht, afkomstig van meer dan een houtsnijder en stellig niet voor 't eerst afgedrukt in deze uitgave. De wormgaatjes in de titelhoutsnee (bult en linkerkuit van Aesopus) en ook in de houtsnee op bl. 12a (Aesopus in de stok), zoowel als de geschonden randen der overige houtsneden, getuigen van vroeger gebruik. De houtsnee op bl. 51a, de man, die een zwaan(?) vasthoudt, is een oude bekende. Hetzelfde blok, maar aan de linkerzijde nog heel wat gaver (zie afb. IX), is indertijd gebruikt in het Boecxken dat seer profitelic is voer allen visschers ende vogheleers, waarvan alleen een fragment te Cambridge bekend is. Tot nu toe is dit overal, ook door ons, aan Gov. Bac toegeschrevenGa naar voetnoot1), maar bij een nadere beschouwing komt de toewijzing mij onwaarschijnlijk voorGa naar voetnoot2). Men zal deze houtsnee eveneens bij Conway vermeld vindenGa naar voetnoot3). Het blok moet zeker ruim 30 jaar oud zijn geweest, toen Jan van Ghelen het in de Aesopus gebruikte. Een andere houtsnee, de mannenbuste op de titel, boven de rechterrand, kennen we uit Van Ghelen's uitgave van het Nieuwe Testament (1526)Ga naar voetnoot4). En zoo zal een grondig onderzoek van alle houtsneden zeker heel wat meer merkwaardigs aan het licht brengen. Wij hopen, dat deskundigen zich hiertoe opgewekt zullen gevoelen. Tot slot willen wij Gen. Willems gaarne gelukwenschen met deze kostbare, misschien zelfs unieke aanwinst voor zijn bibliotheek. Ons verheugt het ten zeerste, dat zulk een zeldzaamheid beland is in een passende omgeving; niet bij een eigenaar, die zijn schatten jaloersch wegsluit, maar in de verzameling van een welwillend man, die er anderen van mee laat genieten.
's-Gravenhage, Mei 1933. M.E. Kronenberg | |
[pagina 12]
| |
![]() II. blad 12a
![]() III. blad 20a
| |
[pagina 13]
| |
![]() IV. blad 31b
![]() V. blad 38a
| |
[pagina 14]
| |
![]() VI. blad 52a
![]() VII. blad 61b
| |
[pagina 15]
| |
![]() VIII. blad 51a
![]() IX. Boecxken dat seer profitelic is voer allen visschers ende vogheleers.
(Antwerpen, Eckert van Homberch? c. 1503?), blad 7? a. |
|