Margreet van Wijck
Lieve Mathilde,
Je zou je mooie blanke handjes en voetjes pijn doen, lieve Mathilde, als je zou proberen eroverheen te klimmen.
Maar gesteld dat het je eindelijk gelukt zou zijn, dan zou het nog niet kunnen: mijn meest nijpende probleem begint het ruimtegebrek te worden, er is maar plaats voor één.
De geheime doorgangen, die ik alleen gebruik om buiten materiaal te halen, worden steeds moeilijker vindbaar. Als iemand van buitenaf een doorgang ontdekt heeft drijf ik de indringer terug en maak de opening onzichtbaar, voor gebruik ontoegankelijk. Laatst kon ik er zelf een niet meer vinden. Ik was toen genoodzaakt een nieuwe te maken.
Je kunt maar het beste in je eigen huis blijven zitten, Mathilde, net als ik, dat is veel verstandiger.
Gisteren heb ik de laatste hand gelegd aan mijn nieuwste projekt: een vijf meter hoge muur van bakstenen. In het cement tussen de stenen heb ik spijkers geduwd met de kop naar binnen. Op de muur heb ik een flinke laag cement aangebracht waarin ik glasscherven heb gedrukt.
Mijn volgende project wordt een kunststuk: een prachtig smeedijzeren hek waarvan de bovenkant bestaat uit naar boven wijzende speerpunten, voorzien van weerhaken.
Nee, Mathilde, het zou echt niet verstandig zijn een poging te wagen daar overheen te klimmen.
Ik zou natuurlijk graag hebben dat je mij bezocht, echt heel graag, zonder twijfel. Er is alleen een klein probleempje, je weet, mijn huis ligt een beetje afgelegen, het ligt wat geïsoleerd, wat ver van de huizen van andere mensen, eigenlijk is er in de wijde omtrek geen huis te bekennen. Het is hier ook nogal donker 's avonds, er zijn hier geen straatlantaarns, ik bedoel, ja je moet het natuurlijk