het maken van nieuw weefsel, een gal. Een gal bestaat dus uit planteweefsel dat niet meer voor de groei van de plant gebruikt wordt, maar vervormd werd door de groei van het insect. Binnen in de gal ligt het ei en later de larve, met het door haar zelf verwekte galweefsel als voedselbron.
Maar galwespen heb je in soorten. Sommige maken echt zelf gallen, andere gedragen zich als een koekoek: zij maken de gal waarin hun larve leeft niet zelf, maar profiteren van het galweefsel dat door een ander veroorzaakt is. De larve, die in het onderste deel van de eikel werd gevonden, was zo'n koekoek-wesp. Ik ging dus op zoek naar de rechtmatige bewoonster van de gal, die de aanzet tot de galvorming moest hebben gegeven. Resten van deze oorspronkelijke bewoonster waren in de gal niet te vinden. Toch, dacht ik, moest het mogelijk zijn om het spoor terug te vinden, als je maar vroeg genoeg was. Vroeg zijn betekende in dit geval de gal in zo'n vroeg ontwikkelingsstadium vinden, dat de galverwekster nóg en de koekoek-wesp al aanwezig zouden zijn. Dat zou dan zo ongeveer in begin juni en eind mei moeten zijn, de tijd dat de jonge eikels net ontstaan. In zulke eikels, van enkele millimeters doorsnede, waarvan aan de buitenkant niet te zien was dat ze ‘anders dan andere’ waren, trof ik inderdaad de eieren van de koekoek-wesp rond de larve van de galverwekster aan. Hiermee was een eerste stap gezet op weg naar de oplossing van het eikelprobleem. Er moest nu echter nog gezocht worden naar gallen zonder koekoek-wespen. Zulke gallen worden zelden gevonden, wat kennelijk ligt aan het feit dat ze zo klein zijn. Bovendien blijken ze op de grond te liggen, want het zijn alleen de gallen met koekoek-wespen die aan de boom blijven zitten. Zo vond ik tenslotte tussen vele duizenden gewone eikels op de grond enkele vergalde exemplaren. Eénmaal in het bezit van eikels zonder koekoek-wespen, leek het eenvoudig de larve op te kweken tot de volwassen wesp, maar dat was het niet. Jaren gingen voorbij maar de larve, hoewel levend, bleef larve.
Deze stagnatie in de ontwikkeling leverde dus problemen op, metamorfose-problemen die in dit artikel, zoals gezegd, vanuit biologisch gezichtspunt bekeken zullen worden.
Nu is het voor veel insecten normaal om een periode door te maken waarin alle levensverrichtingen op een zacht pitje worden gezet. Alle processen in het lichaam van het dier worden vertraagd, het