verzameld hebben bij u op het juiste adres te zijn. U bent een half jaar ziek. Toen u werkte deed u nooit aan politiek, had weinig belangstelling voor de krant, voor wat er om u heen gebeurde, kortom, u leefde in een eigen wereldje. U zult zich waarschijnlijk niet op de hoogte gesteld hebben van het nieuwe bewind, de problemen die het heeft opgelost - op een prettige, menselijke manier - en de waardevolle kontrakten die het heeft afgesloten met de vooruitstrevende industrieën. De kans bestaat daarom dat het u enigszins verrast als ik u zeg dat wij u naar aanleiding van het laatste rapport van de kontrolerend ambtenaar komen verzoeken met ons mee te gaan.’ Een scheut pijn deed Ravendunk ineenkrimpen. ‘Waar gaan we dan heen?’ piepte hij. ‘Dat zal ik u vertellen,’ zei van Aa. ‘Ons vak is soms hard, al is het een mooi vak, een dankbaar vak. De wet staat thans toe, na jaren van ongelukkig geharrewar, ongeneeslijke patiënten uit hun lijden te helpen.’
‘Maar ik lijd helemaal niet,’ riep Ravendunk uit. ‘En ik ben niet ongeneeslijk.’ Hij wilde overeind komen uit zijn stoel, maar van Bee hield hem tegen. Om zijn lippen krulde het weer.
‘De staat,’ zei van Aa, ‘heeft bepaald dat u nodeloos lijdt. Het medisch rapport spreekt van een snel erger wordende kwaal, die niet meer te stuiten is. Het is voor iedereen beter als u rustig met ons meegaat. Het is zo gebeurd, u merkt er niets van.’
‘Dus daarom moesten de gordijnen dicht en die kaarsen...’ Ravendunk piepte bijna onhoorbaar. Zijn ogen waren wijd geworden. De hoop op een vergissing of een droom had hij opgegeven. ‘Maar wacht eens,’ fluisterde hij, ‘heren, ik heb nog wat geld gespaard. Het staat in de kast, een kistje, met ongeveer achthonderd...’
‘Bespaart u zich de moeite, meneer,’ zei van Aa. ‘We willen niet in moeilijkheden komen. Wij hebben het decor geschapen. Bereidt u zich liever voor.’
‘En Laura?’ vroeg Ravendunk.
‘Zij is gewaarschuwd. Voor een gepaste nieuwe behuizing is gezorgd. Weet u wel dat de samenleving u maandelijks meer dan vijfhonderd gulden betaalt? Het is echt het beste zo.’
Van Bee zette de plaat op, Mendelssohns ‘Midzomernacht’, en ging met zijn rug naar Ravendunk toe staan.
‘Maar ik voel me helemaal niet zo ziek,’ zei die. ‘En Laura, voor