Contour. Jaargang 3(1967)– [tijdschrift] Contour– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 19] [p. 19] J.H. van Dijk Isle de Malagente 18 mei 1512 een nauwe nevel stijgt uit het eerste dal dit duurt al dagen het logboek vermeldt eentonig dezelfde ezelsoor voor de mast wordt het slijmspoor breder vinnige gebitten zwemmen tussen de pijnlijk nauwkeurig knippende kaken overvolle haaien worden met scheurbuik tussen de mangroven bijgezet de scheepskat jagend op elmsvuur lekt krijsend de blaren uit het schaamhaar de eerste naait zichzelf in een scheerspiegel de kok tussen morsige sponzen smoort zijn linkerhand een oud recept de lapjes vlees goed murw kloppen en innig vermengen met de splinters van het heilig hout lege windstilten drijven geluidloos op dezelfde plaats de moederkoek wordt dagelijks dikker bij vloed alleen deinen strengen los beklimmen groene vliezen het karveel een sloep uitgezet voor water hout en vis wordt onthoofd weer opgehaald de kok ziet zijn laatste hand klappend als een lege schol de groeten doen aan moeder en dan zinken [pagina 20] [p. 20] ik Antonio d'Abreu verantwoordelijk voor de equipage besluit te zoeken naar de wortel van ons lot spiernaakt wordt iedereen ontkuist tussen de dijen van een voetebooi vind ik wat helse steen en heksenhaar gekielhaald raakt alles aan hem los haaien zoeken in de nacht nog naar zijn witte ogen dan daags na een geelkoperen spervuur als bekkens slaan en de rivier buiten haar oevers verdampt vertrekken wij een regen van angels en een gespierde staartstorm rollen hobbelpaard na hobbelpaard voor ons uit op een gegist bestek berijden wij een wolkbreuk na maanden kruisen doorheen onbekende winden bereiken wij de Taag waar geduldig dezelfde nevel stijgt steeds uit hetzelfde dal uit koeien loeit de grootmoedige leegte ons toe en het kuise inzicht der gehelmde denkers veel is daar vredig maar binnen de stad zien wij steeds nog zon en maan gezamenlijk ondergaan druipende zoemende in het doorkoerde bed in de ravijnen van het vege lijf Vorige Volgende