Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
CARAN-conferentiebundel 4. Vierde CARAN-conferentie Aruba 22, 23 en 24 november 2017 (2018)

Informatie terzijde

Titelpagina van CARAN-conferentiebundel 4. Vierde CARAN-conferentie Aruba 22, 23 en 24 november 2017
Afbeelding van CARAN-conferentiebundel 4. Vierde CARAN-conferentie Aruba 22, 23 en 24 november 2017Toon afbeelding van titelpagina van CARAN-conferentiebundel 4. Vierde CARAN-conferentie Aruba 22, 23 en 24 november 2017

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.06 MB)

Scans (4.31 MB)

ebook (4.73 MB)

XML (0.27 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie
sec - letterkunde
sec - taalkunde

Subgenre

non-fictie/essays-opstellen
tijdschrift / jaarboek
taalkunde/algemeen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

CARAN-conferentiebundel 4. Vierde CARAN-conferentie Aruba 22, 23 en 24 november 2017

(2018)– [tijdschrift] CARAN-conferentiebundel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 85]
[p. 85]

10. Engels, Papiaments, Nederlands, Spaans?
Een paar basisvragen voor taalbeleid in het hoger onderwijs op de Caribische eilanden van het Koninkrijk der Nederlanden
Door Rob van der Vaart

In Nederland is de discussie tamelijk overzichtelijk. Het gaat bij het taalbeleid in het hoger onderwijs om Nederlands en/of Engels. Dat is ook de titel van het veelbesproken rapport van de Koninklijke Nederlandse Academie van Wetenschappen: Nederlands en/of Engels?Ga naar voetnoot2 Dit ‘Nederlands en/of Engels’ is al lastig genoeg voor opleidingen in het hoger onderwijs: wordt het ‘en’ of wordt het ‘of’, wat zijn de argumenten daarvoor, en wat voor eisen stelt dit in de praktijk aan studenten, docenten, ondersteunende staf, curriculum, studiematerialen, stages, en zo meer?

 

Op de universiteiten van de voormalige Nederlandse Antillen liggen de afwegingen wel wat ingewikkelder. Persoonlijk ken ik de situatie van de Universiteit van Aruba vrij goed op basis van langjarige samenwerking met deze instelling en als gastdocent. Als studenten er in groepen aan het werk gaan, bijvoorbeeld tijdens een werkcollege, dan zijn de onderlinge discussies onmiddellijk in het Papiaments. Dit is duidelijk de taal voor deep learning - het ontwikkelen van nieuwe inzichten en betekenis en context geven aan de leerstof. Mijn eigen onderwijs op Aruba was toevallig Engelstalig; er zijn natuurlijk ook opleidingen in het Nederlands.Ga naar voetnoot3 Wanneer we incidenteel Nederlands spraken, merkte ik dat dit voor veel studenten stroever ging dan de communicatie in het Engels - hoewel zij hun middelbare school doorgaans in het Nederlands hadden gedaan. Ook merkte ik dat veel studenten werkelijk vloeiend Spaans spreken.

[pagina 86]
[p. 86]

Welk taalbeleid zouden opleidingen in het Antilliaanse hoger onderwijs moeten ontwikkelen in zo'n veeltalige en complexe context? De moedertaal van de overgrote meerderheid van de studenten is Papiaments. Geografisch gezien liggen de eilanden in of tussen Spaanstalige en Engelstalige regio's. Met het Nederlands zijn er de historische en functionele banden, maar uiteraard ook de daarmee verbonden gevoeligheden. Als buitenstaander kan ik me natuurlijk niet uitspreken over het taalbeleid van de universiteiten op Curaçao en Aruba; dat is een zaak voor de instellingen zelf, mogelijk in samenspraak met hun regeringen.

 

Wat ik wel kan doen, is een aantal vragen oproepen die beantwoord moeten worden wanneer je gaat nadenken over taalkeuzen in het hoger onderwijs. Dan liggen er mooie aanknopingspunten in het bovengenoemde rapport van de KNAW. Waarom kies je een bepaalde taal - of een bepaalde combinatie van talen - als onderwijstaal in het hoger onderwijs? In het KNAW-rapport worden vier soorten van overwegingen gegeven. Die gaan we nu kort nalopen en betrekken op de Caribische context. Het gaat om internationalisering, positionering, onderwijskwaliteit en arbeidsmarkt.

 

Eerst de internationalisering. Daar zitten allerlei kanten aan. Universiteiten en hogescholen zijn in de regel behoorlijk grote instellingen met een zeker prestige. Zeker in een klein land kunnen universiteiten een factor van betekenis zijn in de internationale reputatie van het land. In Nederland speelt dat zeker. Delft, Leiden of Utrecht (de universiteiten), om er een paar te noemen, maken deel uit van de reputatie van Nederland. Buitenlandse jongeren komen er studeren, buitenlandse wetenschappers komen er werken. De circulatie van mensen, kenmerkend voor internationaal georiënteerde hogeronderwijsinstellingen, draagt bij aan de kenniseconomie van het land. Universiteiten kunnen zo'n internationaal-politieke rol alleen waarmaken als een wereldtaal er voertaal is. Speelt zoiets op de Antillen: de universiteiten als een factor van betekenis voor de internationale reputatie van het land? Zo ja, kiest men dan voor Engels en/of Spaans?

 

Universiteiten moeten ook internationaal talent kunnen aantrekken, al was het maar omdat je niet elke relevante specialisatie, die je nodig hebt voor je onderwijs of voor maatschappelijke dienstverlening, lokaal kunt ontwikkelen. In Nederlandstalige opleidingen op de Antillen kun je alleen lokale,

[pagina 87]
[p. 87]

Nederlandse en Vlaamse deskundigen aantrekken, tenzij de opleiding werkelijk meertalig is (bijvoorbeeld Nederlands en Engels). Hoe zien Antilliaanse universiteiten de circulatie van mensen in hun onderwijs en onderzoek? Willen zij zich bijvoorbeeld sterker oriënteren op Spaans- en Engelssprekende buren voor academische samenwerking? Wat betekent dat voor het taalbeleid? De circulatie geldt ook voor de studenten. Wil je dat studenten van elders in de regio voor bepaalde studies naar Antilliaanse universiteiten komen? Wil je uitwisselingsprogramma's en wat betekent inkomende en uitgaande mobiliteit van studenten voor taalkeuzen in de opleidingen?

 

De keuze van een bepaalde onderwijstaal (of een combinatie van talen in geval van meertaligheid) heeft ook een economische kant: de positionering van een opleiding, universiteit of hogeschool in de regionale of internationale onderwijsmarkt. Het gaat dan om vragen als: de volgende. Welke effecten heeft de taalkeuze in opleidingen voor de instroom van studenten? Wat zijn de taalvoorkeuren van studenten en wenst een instelling of opleiding hier op in te spelen? Welke taalkeuzen worden er gemaakt in het licht van concurrentiepositie in de regio, van mogelijke coalities en samenwerkingsverbanden, en in verband met de reputatie van de instelling? Er zijn tal van specifieke vragen op dit vlak te bedenken. Zou het voor studenten interessant zijn om bepaalde opleidingen actief in de markt te zetten als tweetalig Papiaments / Engels of Papiaments / Spaans, bijvoorbeeld, en zou dit extra studenten trekken? Is de regionale universitaire samenwerking in het Caribisch gebied gebaat bij het aanbieden van een bepaalde opleiding in het Spaans, het Engels, of in een bepaalde tweetalige variant?

 

En dan is er - misschien wel het belangrijkste - de onderwijskwaliteit. Er zijn heel veel vragen te stellen over de taalkeuze in het onderwijs in relatie tot de kwaliteit van dat onderwijs. Wil je dat studenten een internationale oriëntatie ontwikkelen en een zekere gevoeligheid krijgen voor de perspectieven van mensen uit andere delen van de wereld? Dan kan het heel nuttig zijn om een zogeheten international classroom te organiseren: actieve en interactieve leeractiviteiten in een groep studenten van heel verschillende geografische en culturele herkomst. Dat vereist dan weer dat dit in een taal gebeurt die internationaal toegankelijk is: dus Engels, mogelijk Spaans. En wil je dat studenten leerstof diepgaand verwerken en zich echt eigen

[pagina 88]
[p. 88]

maken? Dan moet er weer ruimte zijn voor de moedertaal - in groepswerk, in discussies, bij de uitleg van complexe stof. International classroom en onderwijs in de moedertaal hoeven elkaar niet te bijten - het is verenigbaar binnen tweetalige opleidingen. Pleit dit in de Caribische context voor actief meertalige opleidingen, bijvoorbeeld Papiaments - Engels?

 

Een ander aspect van onderwijskwaliteit en taal: mijn persoonlijke ervaring bij de Universiteit Utrecht is dat het aantrekken van sterke en gemotiveerde studenten uit het buitenland - in Engelstalige opleidingen - een positieve invloed heeft op de inzet en motivatie van de lokale Nederlandse studenten. Ze trekken zich aan elkaar op. Bij de Universiteit van Aruba merkte ik hetzelfde in het zogeheten UAUCU-project waarin studenten van het University College Utrecht (van uiteenlopende nationaliteit) en van de Universiteit van Aruba projectmatig op Aruba samenwerkten in onderzoek. De taal was hierbij Engels. Studenten leerden veel van elkaar. Gemotiveerd door de internationale setting van het hele project, deden ze ook allemaal onderzoek dat er mocht wezen. Zo grijpen taal, didactiek en onderwijskwaliteit in elkaar.

 

Er zijn ook meer voor de hand liggende aspecten van onderwijskwaliteit die met taalbeleid te maken hebben. Als een wetenschappelijk vakgebied heel sterk geïnternationaliseerd is en alle literatuur Engelstalig, dan kan dat leiden tot bepaalde taalkeuzen in de opleidingen. Onderwijskwaliteit wordt ook sterk beïnvloed door taalvaardigheid van de studenten. Daarom moet taalbeleid in het hoger onderwijs ook afgestemd worden op de taalvaardigheid die studenten meebrengen uit het voortgezet onderwijs.

 

En dan is er de arbeidsmarkt. Het gebruik van Engels in het Nederlandse hoger onderwijs wordt vaak ook gelegitimeerd met het argument dat de arbeidsmarkt steeds meer internationaliseert en dat daarom van professionals geëist mag worden dat zij op goed niveau kunnen communiceren in het Engels. Welke talen zijn dominant in het Antilliaanse maatschappelijke leven en in de werkvelden voor hoger opgeleiden op de eilanden? Verschilt dat mogelijk per sector? Wat heeft dat voor consequenties voor taal in de betreffende opleidingen?

[pagina 89]
[p. 89]

In Nederland zijn we er - na een periode van intensieve verengelsing van het hoger onderwijs, een ontwikkeling die zowel wordt toegejuicht als bekritiseerd - achter gekomen dat maatwerk in taalbeleid belangrijk is.Ga naar voetnoot4 Voor elke opleiding - bachelor of master - zijn de antwoorden op de vragen die hierboven zijn opgeroepen toch weer anders. Meertaligheid biedt in veel gevallen meer perspectief dan eentaligheid, of dat nu Nederlands is of Engels. Meertaligheid stelt hoge eisen: er moet duidelijkheid zijn over het vereiste instroom- en uitstroomniveau van taalvaardigheid voor de (meestal twee) talen; actieve verbetering van de taalvaardigheid moet in de onderwijsprogramma's worden bevorderd.

 

Ik zei dat ik geen inhoudelijke uitspraken kan doen en wil doen over het taalbeleid van de Antilliaanse instellingen voor hoger onderwijs. Op hoofdlijnen durf ik wel de volgende voorspellingen aan over de uitkomsten van een gedegen discussie over het taalbeleid op de eilanden. Ik denk dat het niet anders kan dan dat Papiaments als moedertaal een meer serieuze plaats krijgt in veel opleidingen die overigens waarschijnlijk meertalig zullen zijn. Dat zal alleen maar leiden tot meer betrokken, authentiek en diepgaand leren. Verder denk ik dat er verschuivingen zullen zijn weg van het Nederlands en in de richting van het Engels en Spaans - per opleiding verschillend uiteraard, omdat de condities sterk verschillen. En ten slotte: de discussie zal verbonden moeten worden met die over taalkeuzen in primair en voortgezet onderwijs. Eric Mijts heeft over taalbeleid op de Antillen veel behartenswaardige zaken geschreven en de discussie over onderwijstaal herhaaldelijk aangezwengeld.Ga naar voetnoot5 Die discussie zal nog geruime tijd intensief gevoerd moeten worden en tegelijkertijd zullen onvermijdelijk transities moeten worden gemaakt in talen op school. Wat het hoger onderwijs betreft, hopen de bovenstaande aandachtspunten hopelijk bij de koersbepaling.

[pagina 90]
[p. 90]

Literatuur

Herman Bröring and Eric Mijts, ‘Language Planning and Policy, Law and (Post)Colonial Relations in Small Island States: A Case Study’, Social Inclusion, 5 (4), 2017, pp. 29-37.
 
KNAW, Nederlands en/of Engels? Taalkeuze met beleid in het Nederlands hoger onderwijs (Amsterdam: Koninklijke Nederlandse Academie van Wetenschappen, 2017).
 
An de Moor, ‘Is de verengelsing van onze maatschappij een veelkoppig monster?’, Science Guide, 15 november 2017 (https://www.scienceguide.nl/2017/11/is-verengelsing-maatschappij-veelkoppig-monster/).
 
Eric Mijts en Karlijn Waterman, ‘Wat is de positie van het Nederlands in de multilinguale samenleving?’, in Taalbeleid in het Caribisch Gebied: heden en in de nabije toekomst, geredigeerd door Liesbeth Echteld, Eric Mijts, Wim Rutgers en Ronald Severing(Curaçao: University of Curaçao, 2017) pp. 125-131.
 
Transfer Zomerspecial, ‘Engels of Nederlands? That's the question. 2017, 3.
 
VSNU, Factsheet: Taalbeleid Universiteiten (Den Haag: Vereniging Samenwerkende Nederlandse Universiteiten, 2017).
voetnoot2
KNAW, 2017.
voetnoot3
De auteur was betrokken bij het UAUCU project (zie http://www.ua.aw/international/) en is nog steeds als gastdocent betrokken bij het Academic Foundation Year van de Universiteit van Aruba (zie http://www.ua.aw/academic-foundation-year/).
voetnoot4
Voor de huidige situatie in het Nederlandse universitaire onderwijs, zie: VSNU, 2017. De discussie over de verengelsing van het hoger onderwijs in Nederland, met aandacht voor de verschillende standpunten, is onder meer verwoord door An de Moor (2017) en in de zomerspecial ‘Engels of Nederlands? That's the question’ van Transfer (2017).
voetnoot5
Zie bijvoorbeeld: Bröring & Mijts, 2017; Mijts & Waterman, 2017.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

landen

  • over Caribisch deel van het Nederlandse Koninkrijk

  • over Aruba

  • over Suriname


datums

  • 22 november 2017

  • 23 november 2017

  • 24 november 2017


Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs

  • Rob van der Vaart