Kunnen wij de vlaamse productie van de katholieken gunstig vergelijken met de katholieke romankunst zoals ze heden bloeit in Frankrijk, Duitsland en de angelsaksische landen? Er is geen denken aan!
Laten de katholieken, die klagen over de al te geringe weerklank die katholieke romans in andersdenkende milieu's vinden, niet uitsluitend bezig zijn met de verbetering van deze toestand, doch vooral denken aan de vernieuwing en de verhoging van hun eigen artistiek niveau! Laten de katholieke critici en recensenten, die ruim en eerlijk de toestand durven zien, zonder struisvogelpolitiek, al hun krachten aanwenden om een vernieuwde en verdiepte artistieke bewustwording, een ruimere menselijkheid-van-onze-tijd, een hogere geestelijke vlucht in onze katholieke roman te helpen bewerken. De enkele qualiteitsvolle katholieke romanschrijvers - de al te zeldzame - zullen mij, hoop ik, gelijk geven. En zéker de volwaardige jongeren. Ach, er zijn er amper 'n paar! Honderdduizenden middelmatige katholieke boeken verspreiden, al de huisgezinnen van het land overstromen met goede volkslectuur helpt onze letterkunde niet vooruit. We hebben hoge qualiteit nodig, kunst die groeit met onze tijd en in alle opzichten hoog staat! Er zou in het katholieke Vlaanderen van heden een gezamenlijke poging van velen, schrijvers, critici, journalisten, leraars, vertegenwoordigers van cultuurorganismen, roman-liefhebbers, enz. moeten tot stand komen om met een edelmoedige, bevrijdende en verruimende stimulans, de katholieke roman te helpen redden uit de achterstand, die - zo hij aanhoudt - op lethargie gaat lijken.
Ik heb steeds een innerlijke hekel gehad aan mensen die graag aan de klaagmuur staan of liefst anderen bevechten. Het gezonde levensprincipe wil dat men uit eigen krachten groeit en daaraan hoofdzakelijk zijn aandacht besteedt. Kardinaal Mercier, van wie ik enkele woorden steeds in hoofd en hart heb gehouden, zegde vóór vele jaren dat het de rol van de katholieke wijsgeer niet was andersdenkenden te bevechten of zelfs maar te vrezen, wel een eigen, even goede en zelfs betere wijsbegeerte op te bouwen, gegroeid uit de vraagstukken en perspectieven van eigen tijd. Dan krijgt ook het woord ‘groeien’ zijn diepste betekenis: qualitatief verbeteren, ontwikkelen naar de ruimte en de diepte, streven naar de volmaaktheid. Nooit stilstaan! Hetzelfde gelde voor de katholieke romankunst van heden in Vlaanderen: ze zou, meegroeiend met haar tijd, de betere, de modernste, de stylistisch-beste, de technisch-knapste, de geestelijk-ruimste en de menselijk-diepste moeten zijn.
Ik wens dat al degenen die inzien dat dit niet het geval is, ook de moed zouden hebben om aan opbouwende auto-critiek te doen. Dan bestaat er kans dat wij ons spoedig over de bloei van nieuwe katholieke romankunst zullen kunnen verheugen, zoals wij thans reeds over het aandeel van de jongere poëzie en de critiek der katholieken in het geheel van onze vlaamse letteren zeer tevreden mogen zijn.