zijn lot over. Hij was en is misschien nog steeds de man, die op eigen initiatief in het water springt en dan pas probeert te zwemmen, om boven water te blijven, zonder één voorafgaande oefening, zelfs zonder één teoretisch begrip.
Het teater was de laatste honderd jaar in Vlaanderen zeer volks georiënteerd, met als gevolg dat de intellektueel, de literair gevormde het beneden zijn waardigheid achtte er aandacht aan te besteden. De toneelauteurs waren volksmensen, met een eenvoudig handwerkersberoep, vaak niet in staat om het medium van hun kunst - de taal - op korrekte wijze te hanteren. Hun enigste begrip over teater of dramatiek was het idee dat zij een verhaaltje in dialoog moesten brengen, terwijl ze de essentieelste begrippen van de kunst die ze beoefenden volledig ignoreerden. Slechts een paar mensen met kultuur brachten ht verder - misschien zelfs onbewust, uit intuïtie, zoals genieën te werk gaan, we denken in dit verband aan Rodenbach, aan Hegenscheidt...
Pas de jongste decennia begon ook de intellektueel zich voor het teater te interesseren. De verbindingsmiddelen van de huidige tijd en de technisch beter geöutilleerde schouwburgen lieten toe betrekkelijk vlug kennis te maken met het belangrijkste oeuvre dat van over de grenzen of zelfs van over de zeeën kwam. Men ontdekte de mogelijkheden van het teater, men ontdekte dat schijnbaar ondoorgrondelijk mechanisme van de stiel, zonder evenwel nog de ziel, de essentie van de dramaturgie te doorgronden. Men werd langzamerhand bewust dat de techniek, de struktuur van een stuk, minder aan normen gebonden was dan men zolang verondersteld had en die soepelheid van de vorm, die met het wezen van het drama niets te maken heeft, soepelheid die ons vooral door de Amerikanen gedemonstreerd werd, scheen voor velen een uitnodiging om het dan ook maar eens te proberen.
Indien men momenteel op een aantal stukken kan wijzen, die een rijke belofte inhouden voor een verrassende evolutie in de Vlaamse toneelliteratuur, dan menen we te mogen zeggen dat wij dat te danken hebben aan de belangstelling van de intellektuelen voor het teater en vooral, maar in elk geval toch pas daarna, aan de overwegende invloed ten gunste uit het buitenland. De auteurs hebben of beginnen belangstelling te tonen voor de stiel, hoewel het juist nog vaak op dat terrein is dat zij falen als ze een interessant onderwerp hebben aangevat. Want juist wat de inhoud betreft rukken de jonge auteurs zich volledig los van de folkore, van het sociaal gemoraliseer, kortom van het provincialistische verhaal. Zij durven ideeën en problemen aanvatten en kiezen daarvoor een fabel, die stellig niet meer ten achter staat tegenover het beste uit het buitenland.
Waarin zij volgens onze bescheiden mening vaak falen is in de conceptie van het drama. Indien men zegt Vlaanderen heeft geen dramatische auteurs, of de Vlamingen hebben geen zin voor dramatiek, dan zouden we willen beweren men heeft in Vlaanderen niet genoeg begrip voor het wezenlijk onderscheid tussen de genres: tussen dàt wat tot de essentie van de roman en het verhaal behoort en juist dàt waarin het drama - in de ruimste betekenis van het woord - zich van de epische literatuur onderscheidt.