van het ogenblik, willen we in het midden laten, maar het is een oude droom van hem, een boek te schrijven waarin hij zich volledig zou uitspreken over de wereld. Een boek waarin hij als het ware het leven op aarde opnieuw zou laten beginnen, en in een beperkte ruimte en kort bestek de wereldgeschiedenis nog eens zou over doen. Zoiets moet voor iemand die over zijn kreatieve verbeeldingskracht beschikt, inderdaad een beroezende gedachte zijn. Het blijkt dat hij Houtekiet en de vervolgen er op als dit boek beschouwt, waarvoor al zijn vroegere slechts voorbereiding en oefening zijn geweest. Welnu, ik vind het jammer dit te moeten zeggen, maar met alle eerbied en bewondering die ik voor Walschaps werk koester en ondanks mijn ongewijzigde overtuiging dat hij onze grootste levende romancier is, die al lang voor de Nobelprijs had moeten voorgesteld worden, meen ik dat deze uitspraak een bewijs te meer oplevert voor de stelling dat een schrijver zelf de minst gekwalificeerde beoordelaar is van zijn werk.
Met Houtekiet heeft Walschap een figuur geschapen naar de volle maat van zijn door verhevigd verlangen gestimuleerd talent, een figuur die leeft van uit haar eigen innerlijke waarachtigheid en van daaruit de lezer dwingt het objektief onwaarschijnlijke en buitenissige dat haar aankleeft, te aanvaarden. Van het papier is Houtekiet in het leven gestapt; wat oorspronkelijk literaire fictie was, is een reëel begrip geworden. Dat Jakob Houtekiet in dit opzicht niet de voetstappen van zijn vader zal drukken, is zonder twijfel duidelijk. Daarvoor spreekt zijn type van hardwerkende zwijger te weinig tot de verbeelding. Nieuw Deps is trouwens niet zijn roman, maar evenzeer (en evenmin) die van een veelkoppige menigte, té veelkoppig en daardoor te weinig gedifferencieerd om de aandacht geboeid te houden. Leek Houtekiet geboren uit een impuls en gevoed met het bloed en de zenuwen van het kreatief genie, Nieuw Deps geeft veeleer de indruk, verstandelijk gekomponeerd te zijn en uitgewerkt met de verworven middelen van een gekonsolideerd talent. ‘Houtekiet was de eerste fase van de kultuur’, heeft Walschap ongeveer tijdens een interview verduidelijkend op een vraag geantwoord; ‘Nieuw Deps is de tweede. De mensheid organiseert zich. Er komt een civilisatie waarin de kerk van Houtekiet geen plaats meer heeft’. Anders gezegd: Deps was het agrarische begin van het leven der mensheid, Nieuw Deps het industriële vervolg. Maar dat zijn ten slotte toelichtingen après coup. Meer dan twintig jaar geleden, toen het geschreven werd, was Houtekiet in de eerste plaats een bevrijdende explosie zoals vroeger Pallieter dat is geweest, en daaraan dankt het werk zijn meeslepende kracht. Nieuw Deps mist die vitale adem en dat vindt men weerspiegeld in de brokkeligheid der kompositie en in de geringere spankracht van taal en
stijl.