gloedvolle geschriften: Flaubert, Sue, de Maupassant, Zola.
‘Remarquable’, zei de psychiater nog eens.
De bewaker knikte beamend, alhoewel het hem helemaal ontging wat er zo merkwaardig was aan de vergeelde bladzijden van een groepje fantaisisten uit de vorige eeuw.
‘De patiënt maakt ook geregeld aantekeningen bij zijn lectuur’, zei hij. Als Flaubert zo merkwaardig was dan kon dat gekribbel van Delcourt misschien eveneens het lezen waard zijn.
‘Dat had u mij eerder moeten zeggen’, zei de psychiater met een licht verwijt in zijn stem. Is het mogelijk een vluchtige blik te werpen op die nota's?’
De bewaker stapte uit het kantoortje in de zaal, waar Delcourt eenzaam in een hoekje aan de wormen zat te denken.
‘Mag ik even de sleutel van uw kast, monsieur Delcourt?’ vroeg hij vormelijk. Hij had zelf een duplicaat van die sleutel op zak, maar het reglement luidde dat persoonlijke bezittingen niet mochten aangeraakt worden zonder toestemming van de eigenaar. Tenzij in geval van noodzaak, en dit was vooralsnog geen geval van noodzaak.
Zwijgend overhandigde Delcourt het sleuteltje. Hij deed machinaal wat men hem zegde, behalve voedsel met wormen tot zich nemen.
Dokter Poulard bladerde nieuwsgierig in het schrijfboek, maar de inhoud bleek een teleurstelling. Hoofdzakelijk sentimentele beschrijvingen van idylles of drama's bij zonsondergang en in de maneschijn. Geen letter over ongedierte. ‘Eigenlijk waren die zogenaamde realisten en naturalisten toch maar een bende romantische dromers', zei de psychiater een beetje blasé. Hij onderdrukte een oprisping en vroeg zich af waar hij die woede en die haat moest vandaan halen.
‘Laat Delcourt maar eens hier komen’, zei hij. ‘Misschien kan hij ons zelf méér vertellen.’
Delcourt wist echter niets te vertellen. Hij reageerde niet op zinvolle en ook niet op zinloze vragen en keek vanachter zijn lorgnet geobsedeerd naar een rozig puistje op de wang van de psychiater.
Dokter Poulard van zijn kant keek vragend naar de bewaker alsof hij uit die hoek nog een suggestie verwachtte en haalde tenslotte de schouders op.
‘Wij zullen het nog een paar dagen aankijken’, zei hij. ‘Misschien komt het vanzelf in orde. Per slot van rekening is oranje een secundaire kleur en die wormen kennen we al lang. Zij komen en zij gaan. Geef hem verder RL-793 en tracht hem wat voedsel op te dringen. Bij voorkeur vast voedsel, beschui-