Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 113
(1968)– [tijdschrift] Dietsche Warande en Belfort–
[pagina 675]
| |
1.Dingen laten zich door woorden bekeren: Coca-cola.
Wij wonen in een straatnaam
Met Denise.
Gisteren verzamelden de levenden die voor een overledene de uittocht bliezen
Onder een kerktoren.
Nu is Amerika een ramp.
Wij ontvingen rampspoedige brieven over luttele dingen:
Een koster mag niet meer zingen.
Roosevelt is dood.
| |
2.Op een strak gespannen
Koord van woorden naar de kerktoren
Valt de hemelsblauwe lucht
Als koek uiteen.
Onder de toren
Valt een blinde
En breekt een been.
Hij was in de buurt geboren.
Mèt de lucht die naar beneden kwam
Viel ook een steen
Weer op de blinde en zijn been.
| |
[pagina 676]
| |
De goegemeente leeft nu verder
Zonder zon zonder licht en zonder lucht.
De mensen blijven van jicht
De bomen van regen verstoken.
| |
3.In het holst van de nacht
Als in het midden van een beschaving
Een kamer- is een sierplant
Een klagen is een klacht.
De kerktoren wacht
Met stijve klokken en slappe klepels.
De muur wordt zacht het uur vergaat tot rook.
Soldaten vechten
Met lepels.
Eén der vadsige koningen ontwaakt
Een kind ontwaakt zacht
Maar hij ontwaakt ook
Schijndood.
| |
4. Alexander of zo iemandUw vader mijn oom
Fiks als een kerel
Struis als een boom
Doodgevallen.
Neef met de haviksneus
Schele jood
Val ook dood.
Was mijn familie tipsie
De uwe was gypsie.
Het bloed van ons allen
Is rood.
|
|