Per fiets, per auto
De gamma van verenigingen waarover ik hier schrijf, is erg breed. Een paar keer per jaar springt mijn zoontje van elf tegen zeven uur 's avonds op zijn fiets en rijdt naar de andere kant van het dorp. Naar de Mevrouw van de Bond van Grote en Jonge Gezinnen. Met haar en zijn leeftijdgenootjes kletst hij een uurtje vol over een boek dat ze voordien thuis gelezen hebben. Bewustmaking van leeservaringen. Koekjes en fruitsap bouwen mee de stemming op. Soms is de auteur van het boek erbij, soms iemand die een figuur van het boek belichaamt, zoals voor Het wereldje van Beer Ligthart van Jaap ter Haar een blinde uit de omgeving. Literatuur en werkelijkheid. 150 fr. per jaar.
Een buurvrouw van me doet hetzelfde, op haar niveau, en betaalt 1.200 fr., omdat de begeleiding moeilijker (?) is en de prijs volgens inkomen wordt bepaald. Zij rijdt zes keer per seizoen met de auto naar de volkshogeschool van de Stichting Lodewijk de Raet in Antwerpen, waar in een programma ‘Hedendaagse Schrijvers’ om de drie weken een thuis gelezen boek wordt uitgebeend. Close reading. Zij zit er tussen leraars en bibliothecarissen, en zegt zo boeken te hebben leren kennen waarvoor ze uit zichzelf geen belangstelling zou hebben gehad, en inzichten te hebben verworven die haar anders vreemd zouden zijn gebleven. Kruisbestuiving der lezenden. In haar cursus komen geen auteurs of ‘buitenstaanders’ aan het woord, men ontleedt er literatuur onder leiding van een professionele lezer.
Nu en dan slagen mijn vrouw en ik erin om eens binnen te wippen op de Middag van de Poëzie in Mechelen. Goedkoop entreekaartje. Auteur draagt werk voor en licht toe. Boekjes te koop. Mijn moeder zit aan een ‘Literaire Tafel’ in Gent. Een vrouwenclub van in literatuur geïnteresseerden van wie de meesten ook zelf de pen voeren. Overgang van de ‘basis’ naar ‘het grote literaire leven’. Ooit mogelijk?
Het kan gebeuren dat ik tóch naar het jaarlijkse poëzieweekend in Keerbergen ga. Meestal stemt de wat bombastische aanpak ervan me kregelig, maar ik moet erkennen dat er telkens opnieuw een oprechte belangstelling voor het literaire aan de oppervlakte komt waar het grote mediagebeuren geen weet van heeft. Ook op de Vlaamse Poëziedagen in Deurle ben ik wel eens present, al mijd ik graag bijeenkomsten waar dichters naar dichters luisteren. Kunst komt niet voort uit kunst, maar uit leven. In het eerste geval ligt beroepsnijd ook al te veel op de loer.
En nu ben ik tot hiertoe nog binnen mijn eigen kring en horizon gebleven. Daarbuiten en daarachter vermenigvuldigt zich dit patroon. Ze zijn nagenoeg ontelbaar, de leesclubs, literaire vormingsprogramma's, Literaire Zolders, Literaire Kringen. Middagen van de Poëzie niet alleen in Meche-