Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 140(1995)– [tijdschrift] Dietsche Warande en Belfort– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 753] [p. 753] Paul Bogaert Twee keer Tablet Is zij ziek, dat zij zo bleek ziet? Nee, zij zit en zij denkt in een houding uit haar vrije tijd en met haar handen zet zij de gedachten scherp. Snel hanteert zij, vanuit haar tas, een potje, een lipstick, afgemeten, tegen de droge lippen en ik zie: haar schoenen, de paden die zij doorgaans bewandelt, de straat, de muren nat van verf, de trap, platen, geïllustreerde boeken, (ik ben binnen, rondom mij: een apotheek) wat ik ontvreemden wil. Op brutaliteit is niemand bepaald gesteld. Zo ook zij. Zij moet mijn leeftijd zijn en hier. [pagina 754] [p. 754] Uw zaken niet Langs deze weg wens ik, lief, te hebben gezegd: het gaat pijn doen. Schrik niet. Ik ken de gewelven. Graag ontving ik in het donker lijf en leden. Het is even angstaanjagend als waar men het bekijkt vanuit het juiste perspectief. Gaat u mee? In reactie op uw schrijven waarin de vraag of het lang duren zal: nee. Denk aan het ritme, dear. Hoort wie het zegt. Ik weet ik ben te ik-gericht, dit is een zalf, dit is stikstof en hier moet, luister, een lek gedicht. Volgt u mij? Het is teveel. Ga daarom heen. Ik ben formeel: ik kan u niet meer zien. Ik zal gelaten dragen wat ik ben, wat ik weet, wat men littekens noemt. Zo zal ik zijn: modest en uiteindelijk weg. [pagina 755] [p. 755] Uw zaken niet Stinkt de adem? Dan met de vod! Met de borstelharen in die krater zelfbeklag! Wat hebben we niet uitgesloten, hertje, hier, door ons gedrag? Zoek deviatie op. Denk niet dat ik verbeter. Ik ga niet moeilijk doen: ik lig aan de lijkbaar evenwijdig. Concreter: ik ga na wat ik heb meegemaakt in deze uitgesleten omgeving, waarin ik, ik geef het toe, dwangmatig handelde, in deze tangconstructie, niet meer in het donker te voet en nooit meer reizen, schat. De wens in een hotel te zijn is daar mee enkel schijnbaar tegenstrijdig. Ik zal zeggen: Poes, kom hier, erop, eraf. Ik zal niet ophouden met het vinden van verwoordingen. 't Is voorbij, wrat. Ik blijf malen. Dit is mijn branche. Het ligt aan mij. [pagina 756] [p. 756] Zijn regels Is hij ziek, dat hij zo bleek ziet? Het zetelvulsel blijft, het voedsel in zijn voorhoofd blijft. Achter het ijzergaas loopt er een kip, een dikke. Verder, binnen, dat is een printer en ook de bomen zijn te horen. Regelmatig slikt het in zijn oren, hij denkt: het sap in de bladeren is niet gazeuse, lauw en hij draait - zijn keel is diep - de ramen open van de limousine. Wat is dit voor een duizeling? Maar hij heeft zijn handen en de tuinstoel is verstelbaar. Vorige Volgende