Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 140(1995)– [tijdschrift] Dietsche Warande en Belfort– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 767] [p. 767] Johan de Boose Gedichten Ziekenlof Die laatste wandeling - zo gaan geliefden voor ze scheuren, voor ze stuikt gaat zo de liefde. Een trage stap - een ijlend uur. Een wereldreis door straten. De scheikunde die vuur tot as verminkt, bloed tot heugenis. Waarvoor vrezen? Voor het ongeneeslijke van je bezit. ‘Als iemand ons nu zag?’ - ‘Dan ziet hij spoken.’ - ‘Vleugellamme engelen?’ - ‘Nee, kinderen in lakens.’ - Lijken in de wind, ja. Voor die blaren op je vlerk, die wondkoorts, die domme drang om te behoeden. Voor die doolhof op de bedding van de vont, van rand naar rand, van de afgrond van je huis naar de afgrond van het park. En nooit terug. [pagina 768] [p. 768] Désemballage Van huis naar graf - een elleboog. Omgekeerd - een eeuwigheid. Of wij de terugweg zullen vinden? Een oliepit - na maanden op de brandstapel - zo dichtbij de zon - en nu een lucifer! Wil je wat duisternis aanreiken, engel? Ons gedeeld bezit, een maandagnacht boven kuilen die wij in de aarde hakten voor een comfortabel bed na onze dood is door de vingers van de tijd al uitgepakt, ‘ontluisterd?’ - opgegaan in schemer die een hagelwitte zondag baart, wanneer wij op het kerkhof stranden: ‘heb ik deze doden ooit gekend?’ Hier liggen wij als zaden in de stront. Vorige Volgende