Over tijdschriften
Andere Sinema
nr. 150, april, mei en juni 1999
Andere Sinema (AS) is afgestapt van het A4-achtige magazineformaat en verschijnt tegenwoordig in de vorm van een paperback. Dat ligt prettiger in de hand en is beter om te bewaren. In de fraaie lay-out krijgen de niet altijd even vlotte teksten wat lucht dankzij wacky, ouderwetse tekeningen en foto's, zoals ook vroeger overigens al het geval was. Deze aflevering is een themanummer over hysterie. In zijn klinische vorm, over psychiatrie in het Parijse ziekenhuis La Salpétrière, en in overdrachtelijke vorm als ziekte van deze tijd. De psychiatrie door de jaren heen is fascinerend in zijn oorsprong als gevangenis en kijkfenomeen. Hysterie is een nogal veel omvattend onderwerp, en daar wordt gretig mee omgesprongen: hysterie op VT4 met Jerry Springer, in de bioscoop en de oorlog met The thin red line, getallenhysterie in deze en vroegere apocalyptische tijden met een bijdrage van Mark Heirman, waanzin in de (clown)cultuur van de Verenigde Staten met Mark Dery, de angst voor het donker, de hysterie van de vrije markt... Het vergt een krachttoer van hoofdredacteur Tom Paulus om alle hysterieën aan elkaar te schrijven.
AS biedt zelden hapklare brokken maar vervult voor mij nog altijd een van de unieke functies van een cultureel tijdschrift: dieper op de dingen ingaan, liefst vanuit een ongewone invalshoek. En dat met een goed gevoel voor timing: de oorlog en de hysterie rond Amerikaanse tieners bereikten net een hoogtepunt toen dit nummer verscheen. De stroefheid van sommige teksten en de vergezochtheid van sommige onderwerpen hebben uiteraard ook hun nadeel en doen enig elitarisme vermoeden. Dat is onterecht, maar het blijft een minpunt. AS is er niet voor het grote publiek.
Een medewerker die altijd in is voor een uiterst leesbare bijdrage is journalist en auteur Mare Holthof. Al bestaat die het om deze keer een parallel uit te werken tussen de jezuïeten (meer bepaald de casuïstiek) en Jerry Springer. Toch is dat minder vergezocht dan het lijkt en in ieder geval erg amusant. Het is bovendien een verademing tussen de vele stukken die de populaire media in de voorafgaande maanden aan het talkshowfenomeen hebben gewijd. Het stuk is bijna even superieur en monkelend als de gehate Springer zelf. Springer, uiterlijk ‘een kruising tussen een dominee en een Hollandse voetbalcoach (...) speelt meer de scheidsrechter dan de presentator (...).’ De camera-setup verraadt dat het om een wedstrijd gaat tussen het studiopubliek en de gasten, met gratis preek aan het eind.