Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 144 (1999)

Informatie terzijde

Titelpagina van Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 144
Afbeelding van Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 144Toon afbeelding van titelpagina van Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 144

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

proza
poëzie
sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 144

(1999)– [tijdschrift] Dietsche Warande en Belfort–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 691]
[p. 691]

De Bijziende Profeet
een ontbrekende bladzijde uit het dagboek van Gog teruggevonden
door Tone Brulin

Como, 1 April......

 

Ik had niet gedacht, dat de grote Italiaanse meester, Giovanni Papini mij een onderhoud zou toestaan, maar daar ik hem had geschreven, dat ik hem wou steunen in zijn opzet om een ‘Instituut voor Onthullingen’ te openen, stond hij me graag te woord. Groot was mijn verbazing toen ik merkte dat de bekende schrijver mij hoegenaamd niet meer herkende. Was hij onze eerste ontmoeting in het krankzinnigengesticht dan vergeten?

Papini leidde me in een grote, lege zaal. ‘Hier is mijn domein’ zei hij veelbetekenend, ‘de leegte’.... Hier beoefen ik de letterkunde. Maar, noch als tijdverdrijf, noch als roeping. Mijn eigenlijk doel zal pas later de mensheid onthuld worden. Ik zal een instituut openen, dat door onverpoosde opzoekingen een nieuw licht zal werpen op diegenen die men wil laten doorgaan als de Grote Geesten, de Grote Wijsgeren, de Grote Politiekers van deze moderne tijd. Dit instituut zal iedereen ontmaskeren. Ik heb de proef gewaagd door een boek te schrijven in die zin, maar ik lette er wel op niets van mijn uitgebreide kennis prijs te geven. Artistiek gezien is het een misbaksel van de ergste soort; maar het blijft een waarschuwing, een argument, zo glibberig en verraderlijk dat het elke aanval en kritiek gemakkelijk kan doorstaan. Ik zeg iets en ik zeg het niet. En toch is het bedoeld als manifest. Een voorbode op wat komen moet. De eerste stap naar mijn ‘Instituut voor Merkwaardige Onthullingen’.

‘Zo pas’ ging de auteur verder, zonder acht te slaan op mijn reaktie, ‘heb ik een merkwaardige methode ontdekt om personaliteiten te vangen. En dit door middel van een groot schepnet, zoals men destijds de verloren honden najaagde. Een best-

[pagina 692]
[p. 692]

koop volstaat, want Grote Personaliteiten zijn doorgaans heel klein. Denk aan Napoleon. De beste tijd om G.P.'s te vangen is de Lente, want dan lopen ze al heel vroeg op straat. Ziehier mijn methode: ik sluit ze twee weken in een soort konijnenhok en geef hen niets anders te eten dan wortelen en gras. Na het verloop van vier dagen beginnen zij de waarheid te onthullen. Zo had ik Ghandi onder mijn bereik, Picasso, Edison, Shaw, Lenin, Einstein, Freud, Molotov.... Zij hebben mij verbazingwekkende dingen verklapt en wat ik er in de toekomst nog van ga onthulen is ongelooflijk.’ De beroemde schrijver vatte me vervolgens bij de arm en voerde me in zijn tuin, waar ik inderdaad een serie hokken zag opgesteld, waarachter zich kleine lichamen bewogen. ‘Het is natuurlijk door de wet verboden’ zei Papini, maar het voordeel van mijn methode is, dat men volstrekt niets merkt van hun afwezigheid tijdens de periode van hun verblijf hier en dat ze het daarne zelf vergeten...’ Ik knikte en begon het interessant te vinden.

Papini opende een der hokken en sloot het heel vlug, alsof hij bang was dat het schichtig wezen dat er zich in bewoog zou ontsnappen. Ik had niets gezien. Maar vooraleer ik een vraag kon stellen had de man mij terzijde getrokken en fluisterde geheimzinnig: ‘Dit was Malaparte, mijn landgenoot’. En meteen duwde hij me in de richting van de deur, alsof hij reeds te veel gezegd had. Ik kon het onderhoud als geëindigd beschouwen. Mijn tijd was verstreken. Hij opende de voordeur en liet me op straat met een beleefde buiging, terwijl ik hem een grote som beloofde. Op dat moment wandelde Curzio Malaparte in levende lijve ons voorbij en groette minzaam. Papini zag het niet. En ik achtte het ongepast hem dit opmerkzaam te maken.

Misschien is deze bladzijde, zo min als al de andere, een meesterwerk van fantasie en opstelkunst, maar ik wees er vroeger reeds op dat dit niet mijn bedoeling is. Vandaag heb ik me willen overtuigen van het feit, dat Papini erg bijziende is.

 

TONE BRULINGa naar margenoot+

margenoot+
Tijd en Mens 16 - december 1952 - ‘De bijziende profeet’ - Tone Brulin

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

titels

  • Tijd en Mens. Tijdschrift van de Nieuwe Generatie. Jaargang 3


auteurs

  • Tone Brulin


datums

  • december 1952