Neerlandia
103de jaargang, nummer 3, september 1999
Alleen op het gebied van het colofon kan Optima nog wat leren van het onderhavige tijdschrift, dat de beschaafde spreekbuis is van de ‘Heelnederlanders’. In een wereld met vele meningen, culturen en kleuren wordt tegelijk gestreefd naar waarheid, zuiverheid en identiteit. Aan elke globaliserende tendens zit een diversifiërende keerzijde. Het tijdschrift Neerlandia kan model staan voor beide. Het blad wil graag bewijzen dat Nederland en Vlaanderen behalve een zelfde taal ook een zelfde cultuur koesteren. Op zich is daar niets mis mee. Maar de wederzijdse culturele interesse bij het grote publiek is ongetwijfeld vrij beperkt. Of is het nog altijd het eenrichtingsverkeer van Vlamingen die zo graag door Nederlanders serieus willen worden genomen? Dat vermoeden wordt gesterkt door de blije bijdrage van Marcel Janssens rond een Nederlandse doctoraatsthesis over Guido Gezelle - het moet zowat de eerste zijn. De recensent hoopt dat het niet de laatste is: ‘Dat ware toch een prominente vorm van Algemeen-Nederlands grensverkeer die ons tot eer zou strekken.’
De eengemaakte Nederlandse cultuur moet zichzelf uiteraard beschermen tegenover andere talen, zo blijkt uit het korte bericht ‘Plakken tegen stickers’ elders in dit blad. De terminologie van meer extreme organisaties als Tak en Voorpost ontbreekt hier. Hier geen Groot-Nederlanders of Heel-Nederlanders, maar een wat omfloerst jargon over ‘taalmisstanden’. ‘In veel reclame-uitingen, maar ook op andere terreinen, gebruikt men te vaak Engels om een (nieuw) begrip, instelling of product aan te prijzen.’
De ‘Dit kan ook in het Nederlands’-plakkers - ‘dus niet stickers’ - van het Algemeen Nederlands Verbond roepen associaties op met het overplakken van niet-Nederlandstalige reclameslogans zoals door mensen uit de omgeving van Voorpost wordt gedaan. Toegegeven, er is erg veel Engels te horen. Maar de kladders en plakkers verhogen het taal-onveiligheidsgevoel, zonder er valabele alternatieven voor aan te bieden. Het blijft altijd bij kladden: deze lieden zijn geen copywriters maar censoren. Hebben ze alternatieven? Ik ook niet: Martini Wit: De Juiste? Labatt IJsbier? Philips, Laten we de dingen beter maken? De grens tussen ludiek bezig zijn en etnische taalzuivering is in deze sector erg vaag. Uiteindelijk is de vraag: geven we de vreemde woorden politiek of economisch asiel in onze woordenboeken of willen we een zuivere en homogene taal? Dat laatste is in ieder geval een utopie.
Jan Bosteels