Bij Suske en Wiske krijgen we dus enkel de kunstenaar te zien. Echter, ‘Rubens heeft zoveel talenten’, heeft één van zijn opdrachtgevers gezegd, ‘dat zijn kennis van de schilderkunst als zijn geringste zou moeten worden beschouwd.’
In het gedicht ‘Politiek en kunst’ in Van horen zeggen (1970) laat Hugo Claus een minister uitroepen: ‘Pieter-Pauwel Rubens die stoïcijn was en ambassadeur!’ Dat laatste is hij ook vandaag nog. Om te beginnen is hij cultureel ambassadeur, want als er ergens in de wereld een tentoonstelling met werk van hem wordt geopend, dan haasten ministers zich om erbij te kunnen zijn en er hun naam aan te kunnen verbinden. Maar precies daardoor is Rubens eigenlijk ook nog steeds een politiek ambassadeur; hij dient als glijmiddel ter bevordering van de export van Vlaamse goederen en diensten. Wij noemen dat tegenwoordig recuperatie, maar mocht Rubens het weten, ik geloof niet dat hij er zelf rouwig om zou zijn.
Van Rubens kun je veel zeggen, maar zeker niet dat hij ernaast keek. Uit zijn werk spreekt een mateloze fascinatie voor vrouwelijk schoon. Zijn billen en buiken zijn ver verwijderd van het hedendaagse schoonheidsideaal, maar zijn vrouwenborsten zijn nog altijd de mooiste die ik ooit geschilderd heb gezien. Niet voor niets heeft Rubens het mythologische thema van het oordeel van Paris - die moet beslissen welke van drie godinnen de mooiste is, zowat de eerste missverkiezing uit de geschiedenis - in elke van de verschillende fasen van zijn artistieke loopbaan opnieuw behandeld. (Paris kiest voor Aphrodite die hem Helena als geschenk geeft, waarop de Trojaanse oorlog uitbreekt.)
Met Claus als scenarist mag het niet verwonderen dat de televisiereeks over Rubens meteen ook mijn eerste ervaring met een volledig naakte vrouw is. Aan het einde van zijn leven gekomen, door jicht aan zijn bed gekluisterd, zegt hij tegen zijn jonge vrouw Helena Fourment - ik citeer uit mijn herinnering - iets als: ‘Ik zou je nog één keer willen schilderen... zoals je bent.’ Actrice Ingrid de Vos loopt rond in een kamerjas (of misschien wel een bontmantel? Het Pelsken?), draait zich om naar Rubens en zegt, terwijl zij de mantel van zich af laat glijden: ‘Zo?’ Zij is helemaal naakt.
Rubens stierf op 30 mei 1640. ‘In februari 1641’, zo schrijft Armand Boni in zijn biografische roman Peter Paul Rubens (1976), ‘ziet het vijfde kind van Peter Paul Rubens en Helena Fourment het levenslicht.’
Hugo Claus zei in een interview in 1978 dat hij tijdens het werk aan het scenario voor de Rubens-serie bewondering had gekregen voor de schilder, maar geen affiniteit voelde. ‘Toen stuitte ik op het feit dat hij met tweeënvijftig jaar een meisje trouwde van zeventien. Acht maanden na zijn dood werd het kind geboren. Zoiets is gefundenes Pressen. Een man die in z'n laatste stuiptrekkingen kenbaar maakt dat hij wil neuken. Eros en Thanatos.’