Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Dits die Excellente Chronijcke van Vlaenderen (1531)

Informatie terzijde

Titelpagina van Dits die Excellente Chronijcke van Vlaenderen
Afbeelding van Dits die Excellente Chronijcke van VlaenderenToon afbeelding van titelpagina van Dits die Excellente Chronijcke van Vlaenderen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (33.95 MB)

ebook (36.62 MB)

XML (4.40 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

kroniek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Dits die Excellente Chronijcke van Vlaenderen

(1531)–Anoniem Dits die excellente cronike van Vlaenderen–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Beghinnende van Liederick Buck den eersten forestier tot den laetsten, die door haar Vrome feyten, namaels Grauen van Vlaenderen gemaect Worden [...]


Vorige Volgende

[Hoe heer Iacob van Bourbon (die welcke rechtsweere was van Hertoghe Kaerle) van deser weerelt verschiet]

[In selue iaer van.lxviij.den xxij.sten dach van Meye en vp den.xxiij.dach van Meye]

Hoe heer Iacob van Bourbon (die welcke rechtsweere was van Hertoghe Kaerle) van deser weerelt verschiet, ende seer eerlick begrauen wardt.met allen sinen heeren vander oordene.etc. ¶ ITem in selue iaer van.lxviij.den xxij.sten dach van Meye, so verschiet van deser werelt een edel iongelinc ghenaemt mer iacob van Borbon, die welcke was rechtzweere vanden Hertoghe Kaerle, ende hi was een van den Heeren die nyeuwelinghe die ordene vanden Tooysoene ghegeuen was die welcke Heere met groter eeren ende met groten Rauwe ter eerde gedaen was, te sinte Donaes vp den.xxiij.dach van Meye, daer alle die collegien, ende die vier oordenen, ende die monicken vanden Eechoute in processyen ghinghen, ende sachternoens die Vygilie, daer alle die Houelijnghen in swarten habijten waren. Ende vier Heeren vander Oordene ghijnghen neffens den lijcke verslooft elcke met eenen groten capproene. Ende die hertoghe Kaerle ghinc inden rauwe alder naest den lijcke, met eenen rau capproen gheslooft ende naer hem quamen noch andere heren die oock gheslooft ghinghen in den rauwe. Te wetene Ian van Lutcenburch, mer Iacob van simpol, mijn heere van Rauesteyn, mijn heere van Argue, ende mijn heere Anthonis die Bastaert van Bourgoengien.

 

¶ Item die wet van Brugghe Burchmeesters, Schepenen, ende Raden, ghinghen alle mede inden Rauwe, ende alle die schadebeletters ende knapen die droughen elck een barnende tortse inde handt.

 

¶ Item van Hertoghe Karels weghe waren hondert arme lieden in swarte ghecleet al nyeuwe, die elck droughen een barnende tortse, metter wapene daer aen van den voorscreuen dooden. Ende vele Heraulden ghijnghen voor tlijck met haren wapenrocx, ende alle die Dekenen metten notabelsten van alle den Ambochten, stonden in swarten habyten in ordene lancx der strate, Ende hadden barnende toortsen voor hem lieden staende in grooter menichte, ende inden rauwe, so ghinghen noch den bisschop van Doornicke, ende die Bisschop van Camerijcke.

 

[Vp den.xx.sten dach van Meye]

¶ Item vp den.xx.sten dach van Meye was dese voorseyde here begrauen inden choor van sinte Donaes, aen dye Noortsijde vander sepulture vanden hoghe ende mogende prinche, den Hertoghe Phelips voorseyde, vader vanden Hertoghe Kaerle.

 

¶ Item in desen tijt so waren vele diueersche Ambassaden te brugghe byden Hertoghe Kaerle, te wetene vanden Hertoghe van Calabren, vanden Hertoghe van Bretaengien, vanden drie staten van Vranckerijcke, dat dye bisschop van Langhers een of was, met vele ander groote personaedgien huyt vranckerijcke. Vp den seluen tijt quam ooc met schoonen state te Brugghe dye Graue van Simpol Conincstable van vranckerijcke, wel met.ijc. peerden, met luydende trompetten. Ende men voerde sconincx sweert voor hem, ende ij.maetsuwen, metter wapene van Vranckerijcke, voor hem draghende.

 

¶ Item in desen seluen tijt wat te voren, so sanc Lodewijc van borbon bisschop van Luycke die hoochmesse te Luycke, ende absolueirde al

[Folio C.xxxvi.r]
[fol. C.xxxvi.r]

tvolc van Luycke van Spaeus weghe, vanden verwate ende ban daer si in waren, in die presencie van eenen Legaet van Roome, welcke absolutie vele goets coste. Ende dye luyckenaers hebben in penitencie, nemmermeer binnen den schependomme van Luycke, Swoensdaechs te moghene vleesch eten.

 

[Vp den.xv.dach van Wedemaent]

¶ Item int selue iaer vp den.xv.dach van Wedemaent, so was ghedaen een rijckelic iaer ghetijde, sauonts te voren die Vigelie ende tsanderdaechs met eender eerlijcker messe vanden hooghen ende moghenden prinche den Hertoghe Phelips van Borgoengien, daer hertoge Kaerle present was, van wien een iaer lanc een sielmesse was ghedaen singhen metten vullen choore in sinte Donaes kercke, daer alle daghe waren ter messe omme die te hoorene twee wethouders van brugge tvoorseyde iaer gheduerende.

 

¶ Item in dyen tijt was oock te Brugghe die Lantgraue van Hessen, ende was ghelogiert in die Bornecamare.

 

[Vp den.xv.dach van Wedemaent]

¶ Ende des wel te merckene dat die hertoge Kaerle was een scherp man van iusticien, want hi dede int voorseyde iaer van.lxviij.een man aen eenen boom hanghen, ende daer naer dedy onthoofden eenen bastaert van Condeyt, ende hy dedene vp een rat stellen bi sinte Baefs buyten Brugghe, om sekere quade feyten die hi ghedaen hadde. Ende dit en was den voorseyde prinche niet te verbiddene, nochtan baden voor hem vele grote heren, hi was gherecht byden prouoost marisael, gheseyt die roode Roede.

 

[Den.xxvi.dach in Hoymaent]

¶ Int selue iaer den.xxvi.dach in Hoymaent soe wast een groot ongheweirte in Brabant tusschen Diest ende Leeuwe, ende daer vielen haghelsteenen also groot als eyeren of caetsballen, grote schade doende in die vruchten ende ander saken, ende daer was bi dien ongheweirte eene prochyekercke al gheheel verdoruen ende gheschendt.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

landen

  • Duitsland

  • Frankrijk

  • Spanje

  • Groot-BrittanniĆ« (en Noord-Ierland)


Over dit hoofdstuk/artikel

datums

  • 22 mei 1468

  • 23 mei 1468

  • 20 mei 1468

  • 15 juni 1468

  • 1468

  • 26 juni 1468