Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Dits die Excellente Chronijcke van Vlaenderen (1531)

Informatie terzijde

Titelpagina van Dits die Excellente Chronijcke van Vlaenderen
Afbeelding van Dits die Excellente Chronijcke van VlaenderenToon afbeelding van titelpagina van Dits die Excellente Chronijcke van Vlaenderen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (33.95 MB)

ebook (36.62 MB)

XML (4.40 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

kroniek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Dits die Excellente Chronijcke van Vlaenderen

(1531)–Anoniem Dits die excellente cronike van Vlaenderen–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Beghinnende van Liederick Buck den eersten forestier tot den laetsten, die door haar Vrome feyten, namaels Grauen van Vlaenderen gemaect Worden [...]


Vorige Volgende

[Item vp den.xxiiij.sten dach van Meye]

[Vp den.xxiiij.sten dach van Meye en xxvi.sten dach van Meye en vp den.xij.sten dach ver en xiiij.ende.xv.sten dach vander seluer maent ]

Item vp den.xxiiij.sten dach van Meye, so vertrocken die van Brugghe, omme twestlandt te gaen dwijnghene, ende trocken Toorscamp buyten Brugghe, ende bleuen daer liggende met alle manniere van artijlgerye totten.xxvi.sten dach van Meye. Ende trocken van daer ligghen ten Tempelhoue tusschen der Nieupoort ende Dixmude. Ende van daer trocken si ligghen bi Dixmude, ende laghen daer totten.ij.sten dach van Iunius ende waren sterck metten lantsvolcke ontrent iiijm. duysent mannen, maer tgarnisoen van den westquaertiere en dorsten ons volc nyet beuechten. Ende die van Brugge maecten brugghen om ouer twatere te commene, ende ghinghen in Vuerenambocht, ende haelden daer die coeyen ende beesten, ende vinghen tvolc ende verbarnden die huysen, ende dadender veil quaets. Ende het garnisoen van Dixmude, van Nieupoort die maecten hem so sterc dat sy iiij.daghen lanc alle daghe quamen te Brugghe voor die poorte, ende vinghen die lieden alle dye si ghecrijghen consten. Ende daden dese stoutheyt omme dat si wel wisten dat si vele vrienden binnen der stede hadden. Want het volc binnen der stede gheworden was van twee secten, waer of deene hieten Moneta, te wetene die metten Roomschen coninc waren, ende dander hieten Phelippusen, dats verstane die metten hertoghe Phelips waren ende metten.iij.leden slants, twelcke was wel een vermaledyde plaghe, dat dye stede van Brugghe in groot verdriet mede quam, want tvolc was so partyich van dese.ij.benden dat den eenen broeder yeghen dander was, iae dat meer es man ende wijf malcanderen ghetraut hebbende, hadden om paeys om der partyen wille. Ende eeneghe vanden montanen daden haer beste om ons volck weder te doen keerene, maer si en consten, maer ghinghen liggen ter beerst bi Dixmude, ende lagen daer.ij.daghen Ende trocken doe bet naerder ende ghinghen ligghen ten abseruanten binnen, ende schoten alle daghe in die stede van Dixmude, ende trocken noch naerder ligghen om dat si huyt commen souden den.x.dach van Iunius. Ende vp den.xij.sten dach vertrocken si weder liggen ter beestbrugghe, daer si vp den seluen dach beuochten worden, metsgaders dat die van Dixmude ontboden hadden mijn here van Meerwede, die welcke met hem ghecreech een grote quantiteyt van Inghelschen die ouercommen waren, ende hadden hier binnen den lande ghecocht diueersche artilgerye onder tdecsel van eenen valsche paeyse ende accoorde, die si maecten ende beloofden te houdene tusschen die.iij.leden slants ende den.coninc.van Inghelant, vry varende ende keerende in beede die quaertieren, als verradelick wel bleec, want si quamen ter assistencie van mijn here van Meerwede ende dye van Dixmude, daer si lieten haren capiteyn die daer doot bleef, maer daer bleef tvolck van Brugge'tondere, ende waren alle meest doot ghesleghen ende gheuanghen, ende Ioris Pycauet capiteyn van Brugghe dye wasser ooc gheuanghen, ende Anthuenis van Nieuwenhoue die wasser versleghen, ende die van Brugghe losten Ioris pycauet. Ende dit quam al by den Inghelschen die daer grote moort daden, want si vrauwen ende kijnder mede vermoorden met groter onghenaden. Ende dit deden si metten engienen ende artijlgerye die si hier binnen den lande ghecocht hadden, onder een schijn van paeyse als voorseyde es. Ende die van Dixmude ghecreghen groot ghelt vanden rentsoene vanden gheuanghenen van Brugge. Ende hier huyt rees grote murmuracie onder tvolc te

[Folio CC.lxij.r]
[fol. CC.lxij.r]

Brugge, want si eenege personen aenseyden dat si consilie hilden met suspecte persoonen. Ende ditte gheduerde tot den.xv.sten dach vander seluer maent. Doen was te Brugge gheboden datter nyement wercken en soude vp den ban. Ende vp dyen seluen dach quamen ter nieupoort wel.vi.duyst Inghelschen, ende die ons volc of wierpen waren.iiijm., ende die die garnisoenen met hem lieden, so dat si waren tsamen wel.vi.duysent, ende ons volc en was ter plaetse gheleghen niet bouen.ijm.mannen. Ende aldus ouer ghecommen sijnde met haer lieder menichte, trocken voor Oostende den xiiij.ende.xv.sten dach vander seluer maent, daer si parlementeirden met die van Oostende, of si hem vp wilden gheuen. Daer vp si antwoorden neen, maer schoten met eender serpentijne inden hoop, ende staken terstont eenen dijck inne, byden welcken si moesten van danen vlien. Ende ooc dat si hoorden dat monseur de Cordes volc Typre was, so hadden si vreese of si van achter mochten verlact worden, so trocken si weder in. Ende die van Oostende sonden haestelic om een duyst knechten, ende seyden si soudent wel houden, die welcke hem lieden ghesonden waren. Ende met ordonneirde vp den seluen dach te Brugghe meer volcx, om elder ooc te versiene.

 

[Vp den.xv.sten dach]

¶ Item vp den.xv.sten dach als voren int vertrecken van mijn here van Meerwede, so warer.vi.mannen van Oostende die hem volchden, ende maecten een tractiet met hem, als dat hi wilde met hem lieden allene wederkeeren, sy souden hem seluen sterc maken dat si hem die stede van Oostende ouer souden gheuen in sijnen handen, ter oorbore van onsen prinche den hertoge Phelips, beuanghende drie mijlen ront omme, alsoot den voorseyde dach ghebuerde, ende alle die niet met hem sweeren en wilden lieten si huyt gaen, want die stede bedwanck het garnisoen datter inne was, maer het was een cleen menichte.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

landen

  • Duitsland

  • Frankrijk

  • Spanje

  • Groot-Brittannië (en Noord-Ierland)


Over dit hoofdstuk/artikel

plaatsen

  • Brugge


datums

  • 23 mei 1489

  • 4 juni 1489

  • 10 juni 1489

  • 12 juni 1489

  • 15 juni 1489